32e week door het jaar 1, zaterdag

32e week door het jaar 1, zaterdag

383 eerste lezing: Wijsh. 18, 14-16; 19, 6-9

Een effen weg werd zichtbaar door de Rode Zee,
uw kinderen waren als huppelende lammeren.

Uit het Boek der Wijsheid.
Terwijl een diep stilzwijgen de wereld omsloot,
en de nacht het midden van haar loopbaan bereikte,
sprong uw almachtig woord, Heer God,
van zijn koningstroon in de hemel,
en daalde als een onweerstaanbaar krijger af
op deze verloren aarde.
Als klievend zwaard voerde het uw waarachtig bevel.
Het zaaide dood en verderf rondom.
Machtig verheven stond het daar,
de hemel rakend en toch rustend op de aarde!
Want heel de schepping, in al haar veelzijdigheid,
werd in nieuwe vormen gegoten,
en moest zich buigen voor uw stem,
opdat uw kinderen ongedeerd zouden blijven!
De wolk bedekte de legerplaats met haar schaduw;
waar vroeger water was geweest, rees nu het droge op,
een effen weg werd zichtbaar door de Rode Zee,
een groene vlakte waar eens de golven bruisten!
En als één man trok uw volk er doorheen,
beschermd door uw hand,
ooggetuige van uw wonderbaarlijke tekenen.
Zij waren als paarden, die naar de weide worden gebracht,
als huppelende lammeren,
en zij prezen U, Heer, U, hun verlosser!
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Ps. 105(104), 2-3, 36-37, 42-43

Refrein:
Vergeet nooit de wonderen die de Heer deed.
Of:
Alleluia.

Bezingt de Heer en tokkelt de snaren voor Hem,
verhaalt al zijn wondere werken.
Gaat groot op de heilige Naam van de Heer,
verheugt u, gij die Hem aanhangt.

Hij sloeg alle eerstgeborenen neer,
Hij doodde hun oudste zonen.
Toen liet Hij zijn volk gaan met zilver en goud,
geen man hoefde achter te blijven.

De Heer was indachtig zijn heilig woord,
tot Abraham eenmaal gesproken.
Hij voerde zijn volk met vreugde weg,
zijn uitverkorenen onder gejubel.

vers voor het evangelie: Kol. 3, 16a, 17c

Alleluia.
Het woord van Christus
moge in volle rijkdom onder u wonen;
dankt God de Vader door Hem.
Alleluia.

384 evangelie: Lc. 18, 1-8

Zou God geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen
die dag en nacht tot hem roepen?

De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens
Lucas.
Lof zij U, Christus.

In die tijd leerde Jezus zijn leerlingen een gelijkenis
dat zij steeds moesten bidden en daarin niet versagen.
Hij zei:
“Er was eens in een zekere stad een rechter,
die zich om God noch gebod bekommerde.
Er was ook een weduwe in die stad,
die herhaaldelijk bij hem kwam met het verzoek:
Verschaf mij recht ten opzichte van mijn tegenstander.
Een tijdlang wilde die rechter niet,
maar daarna zei hij bij zichzelf:
Al bekommer ik mij om God noch gebod,
toch zal ik die weduwe recht verschaffen
om niet langer geplaagd te worden
door haar eindeloze bezoeken.”
En de Heer sprak:
“Hoort wat de onrechtvaardige rechter zegt:
Zou God dan geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen,
die dag en nacht tot Hem roepen,
of zal Hij ten opzichte van hen onbewogen blijven?
Ik zeg u: Hij zal hun spoedig recht verschaffen.
Maar: zal de Mensenzoon bij zijn komst
het geloof op aarde vinden?”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments