31e week door het jaar 1, woensdag

31e week door het jaar 1, woensdag

365 eerste lezing: Rom. 13, 8-10

Liefde vervult de gehele wet.

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome.
Broeders en zusters,
zorgt dat gij niemand iets schuldig zijt.
Uw enige schuld blijve de onderlinge liefde.
Wie zijn naaste bemint heeft de wet vervuld.
Want de geboden,
‘gij zult niet echtbreken, niet doden, niet stelen, niet begeren,’
en alle andere kan men samenvatten in dit ene woord
‘bemin uw naaste als uzelf’.
De liefde berokkent de naaste geen enkel kwaad.
Liefde vervult de gehele wet.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Ps. 112(111), 1-2, 4-5, 9

Refrein:
Goed gaat het de man die weggeeft en leent.
Of :
Alleluia.

Gelukkig de man die ontzag heeft voor God,
die vreugde vindt in zijn geboden.
Zijn kroost zal machtig zijn in het land,
gezegend zal zijn het geslacht van de vrome.

Hij is voor de vromen een licht in de nacht,
weldadig, barmhartig, rechtvaardig.
Goed gaat het de man, die weggeeft en lente,
die eerlijk zijn zaken behartigt.

Met mildheid deelt hij aan armen uit,
hij zal zijn gerechtigheid nooit verliezen.
Zijn macht en zijn aanzien vermeerderen steeds;
de zondaar zal het met afgunst aanschouwen.

vers voor het evangelie: Joh. 10, 27

Alleluia.
Mijn schapen luisteren naar mijn stem, zegt de Heer;
en Ik ken ze en zij volgen Mij.
Alleluia.

366 evangelie: Lc. 14, 25-33

Niemand van u kan mijn leerling zijn
als hij zich niet losmaakt van al wat hij bezit.

De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
Lof zij U, Christus.

Toen talloze mensen met Jezus meetrokken,
keerde Hij zich om en zei tot hen:
“Als iemand naar Mij toekomt,
die zijn vader en moeder, zijn vrouw en kinderen,
zijn broers en zusters,
ja, zelfs zijn eigen leven niet haat,
kan hij mijn leerling niet zijn.
Als iemand zijn kruis niet draagt en Mij volgt,
kan hij mijn leerling niet zijn.
Als iemand van u een toren wil bouwen,
zal hij dan niet eerst
er voor gaan zitten om een begroting te maken
of hij wel genoeg bezit om hem te voltooien?
Anders zou het hem kunnen overkomen
– als hij de fundering heeft gelegd
en niet in staat is het werk tot een einde te brengen –
dat allen die het zien hem gaan bespotten en zeggen:
Die man begon te bouwen,
maar hij was niet in staat het einde te halen.
Of welke koning zal
– als hij tegen een andere koning ten oorlog wil trekken –
niet eerst overleggen of hij sterk genoeg is
om met tienduizend man het hoofd te bieden
aan iemand die met twintigduizend man tegen hem optrekt?
Zo niet,
dan stuurt hij, als de tegenstander nog ver weg is,
een gezantschap en vraagt om de vredesvoorwaarden.
Zo kan niemand van u mijn leerling zijn
als hij zich niet losmaakt van al wat hij bezit?”
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments