2e week door het jaar 1, vrijdag

2e week door het jaar 1, vrijdag

21 eerste lezing: Hebr. 8, 6-13

Het verbond waarvan Jezus middelaar is, is veel verhevener.

Uit de brief aan de Hebreeën.
Broeders en zusters,
in feite
is de bediening, die Jezus is ten deel gevallen, veel verhevener,
evenals het verbond waarvan Hij de middelaar is
en de beloften waarop het berust.
Was het eerste verbond zonder fout geweest,
dan had men niet omgezien naar een tweede.
Maar God laakt hun fouten met deze woorden:
“Er komen dagen, zegt de Heer,
dat Ik met het huis van Israël en het huis van Juda
een nieuw verbond zal sluiten.
Het zal anders zijn dan het verbond, dat Ik met hun vaderen sloot,
toen Ik hen bij de hand vatte om ze uit Egypte te leiden,
want zij hebben zich niet aan mijn verbond gehouden
en Ik heb Mij niet meer om hen bekommerd, zegt de Heer.
En zó zal het verbond zijn
dat Ik met het huis van Israël zal sluiten,
zegt de Heer:
Mijn wetten prent Ik in hun geest
en Ik grif ze in hun hart.
Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.
Dan zal niemand meer een ander onderrichten
noch zeggen tot zijn broeder: Ken uw Heer.
Allen zullen ze Mij kennen, van de kleinste tot de grootste.
Want Ik zal hun ongerechtigheden vergeven
en hun zonden niet langer gedenken.”
Door te spreken van een nieuw verbond
heeft Hij het eerste voor verouderd verklaard,
en alles wat oud en bejaard wordt
staat op het punt te verdwijnen.
Woord van de Heer
Wij danken God.

tussenzang: Ps. 85 (84), 8, 10, 11-12, 13-14

Refrein:
Trouw en erbarmen gaan elkaar tegemoet.

Laat ons uw barmhartigheid zien,
geef ons uw heil, o Heer.
Uw heil is nabij voor hen die U vrezen,
uw Glorie komt weer bij ons wonen.

Als trouw en erbarmen elkaar tegemoet gaan,
als vrede en recht elkander omhelzen,
dan zal de trouw uit de aarde ontspruiten,
en ziet uit de hemel gerechtigheid neer.

Dan zal de Heer ons zijn zegen schenken
en draagt ons land rijke vrucht.
Dan zal voor Hem uit gerechtigheid gaan
en voorspoed zijn schreden volgen.

vers voor het evangelie: Ps. 119 (118), 88

Alleluia.
Wees mij barmhartig en laat mij leven, Heer,
dan blijf ik aan wat Gij verordent trouw.
Alleluia.

22 evangelie: Mc. 3, 13-19

Jezus riep tot zich die Hij zelf wilde; en zij kwamen bij Hem.

De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus.
Lof zij U, Christus.

In die tijd ging Jezus de berg op
en riep tot zich, die Hij zelf wilde;
en zij kwamen bij Hem.
Hij stelde er twaalf aan om Hem te vergezellen
en door Hem uitgezonden te worden om te prediken,
met de macht de duivels uit te drijven.
Hij wees dus deze twaalf aan,
Simon, die Hij de naam Petrus gaf;
verder Jakobus, de zoon van Zebedeus
en Johannes, de broer van Jakobus,
aan wie Hij de naam Boanérges gaf, wat betekent:
zonen van de donder;
vervolgens Andreas, Filippus, Bartolomeüs, Matteüs,
Tomas, Jakobus, de zoon van Alfeüs,
Taddeüs, Simon de IJveraar
en Judas Iskariot, die Hem overgeleverd heeft.
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments