29e week door het jaar 1, vrijdag
345 eerste lezing: Rom. 7, 18-25a
Door wie zal ik gered worden van dit bestaan ten dode?
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome.
Broeders en zusters,
ik ben mij bewust dat er in mij,
dat wil zeggen in mijn vlees, niets goeds woont.
De goede wil ligt binnen mijn bereik,
maar niet de goede daad.
Ik doe niet het goede dat ik wil,
maar het kwade dat ik niet wil.
Als ik doe wat ik eigenlijk niet wil,
ben ik niet meer de handelende persoon,
maar de zonde die in mij woont.
Ik ontdek in mij dus deze ‘wet’:
als ik het goede wil doen,
dringt het kwade zich aan mij op.
Mijn innerlijk schept behagen in Gods wet,
maar in mijn handelen ontwaar ik een andere wet,
die strijd voert tegen de wet van mijn rede
en die mij gevankelijk uitlevert
aan de heerschappij van de zonde over mijn daden.
Rampzalige mens die ik ben!
Wie zal mij redden van dit bestaan ten dode?
God zij gedankt
door Jezus Christus, onze Heer!
Woord van de Heer.
Wij danken God.
tussenzang: Ps. 119 (118), 66, 68, 76, 77, 93, 94
Refrein:
Laat mij slechts weten, Heer, wat Gij beschikt.
Verleen mij dan inzicht en wijsheid,
want op uw geboden stel ik mijn hoop.
Goedgunstig zijt Gij en goed zijn uw daden;
laat mij slechts weten wat Gij beschikt.
Laat uw erbarmen mij nu vertroosten,
zoals Gij uw dienaar eens hebt beloofd.
Door uw barmhartigheid moge ik leven,
omdat ik mijn vreugde vind in uw wet.
Ik zal uw bevelen nooit meer vergeten,
omdat Gij mij daardoor leven schenkt.
Ik ben de uwe, maak mij gelukkig,
ik tracht te volbrengen wat Gij beveelt.
vers voor het evangelie: Ps. 119 (118), 105
Alleluia.
Uw woord is een lamp voor mijn voeten, Heer,
het is een licht op mijn pad.
Alleluia.
346 evangelie: Lc. 12, 54-59
Van het beeld van land en lucht
weet ge de juiste betekenis te bepalen,
maar waarom niet van deze tijd?
De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
Lof zij U, Christus.
In die tijd zei Jezus tot de menigte:
“Wanneer gij een wolk ziet opkomen uit het westen,
dan zegt ge terstond: er komt regen: en zo gebeurt het ook.
En wanneer ge ziet dat er een zuidenwind waait, zegt ge:
het wordt gloeiend heet; en het gebeurt.
Huichelaars!
Van het beeld van land en lucht
weet ge de juiste betekenis te bepalen,
maar waarom dan niet van deze tijd?
Hoe komt het
dat ge niet uit uzelf de juiste gevolgtrekking maakt?
Wanneer gij met uw tegenpartij naar de overheid gaat,
doe dan onderweg nog moeite u van hem te bevrijden;
anders zou hij u wel eens voor de rechter kunnen slepen;
de rechter zal u aan de gerechtsdienaar overleveren
en de gerechtsdienaar zal u in de gevangenis werpen.
Ik zeg u:
Ge zult er niet uitkomen
voordat ge tot de laatste cent betaald hebt.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.