27e week door het jaar 1, dinsdag
315 eerste lezing: Jona 3, 1-10
De inwoners van Nineve kwamen terug van hun heilloze wegen,
en God kreeg spijt dat Hij hen met onheil bedreigd had.
Uit de Profeet Jona.
Het woord van de Heer werd voor de tweede maal
tot Jona gericht:
“Sta op, ga naar Nineve, de grote stad Nineve,
en zeg haar aan
wat Ik u te zeggen heb gegeven.”
En Jona stond op en ging naar Nineve,
zoals de Heer bevolen had.
Nineve was een geweldig grote stad;
drie dagen had men nodig om er doorheen te trekken.
Jona begon de stad in te gaan, één dagreis ver.
Toen riep hij:
“Veertig dagen nog,
en Nineve wordt met de grond gelijk gemaakt!”
Maar de Ninevieten zochten hun steun bij God;
zij riepen een vasten uit en allen,
van groot tot klein, trokken zij boetekleren aan.
Het woord van Jona kwam ook
de koning van Nineve ter ore;
hij stond op van zijn troon,
legde zijn staatsiegewaad af,
trok een boetekleed aan en zette zich neer in het stof.
Hij liet in Nineve omroepen:
“Op last van de koning en van zijn rijksgroten!
Mensen en dieren, grootvee en kleinvee,
zij mogen niets eten,
zij mogen niet grazen en geen water drinken.
Mensen en, dieren moeten zich in boetekleren hullen
en uit alle macht tot God roepen;
ieder moet terugkomen van zijn heilloze wegen
en van de ongerechtigheid, die aan zijn handen kleeft.
Wie weet of God dan niet terugkomt op zijn besluit
en daar spijt van krijgt;
wie weet of Hij niet terugkomt op zijn vlammende toorn,
zodat wij niet te gronde gaan.”
En God zag wat zij deden;
Hij zag hoe zij terugkwamen van hun heilloze wegen.
En God kreeg spijt,
dat Hij hen met dat onheil bedreigd had.
Hij bracht het niet ten uitvoer.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
tussenzang: Ps. 130 (129), 1-2, 3-4ab, 7-8
Refrein:
Als Gij zonden blijft gedenken,
Heer, wie houdt dan stand?
Uit de diepte roep ik, Heer,
luister naar mijn stem.
Wil aandachtig horen
naar mijn smeekgebed?
Als Gij zonden blijft gedenken,
Heer, wie houdt dan stand?
Maar bij U vind ik vergeving,
daarom zoekt mijn hart naar U.
Want de Heer is steeds barmhartig,
zijn genade onbeperkt.
Hij zal Israël verlossen
van zijn ongerechtigheid.
vers voor het evangelie: Ps. 119 (118), 105
Alleluia.
Uw woord is een lamp voor mijn voeten, Heer,
het is een licht op mijn pad.
Alleluia.
316 evangelie: Lc. 10, 38-42
Marta ontving Jezus in haar woning.
Zij heeft het beste deel gekozen.
De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
Lof zij U, Christus.
In die tijd kwam Jezus in een dorp
waar een vrouw, die Marta heette, Hem in haar woning ontving.
Ze had een zuster, Maria die
– gezeten aan de voeten van de Heer –
luisterde naar zijn woorden.
Marta werd in beslag genomen door de drukte van het bedienen,
maar ze kwam er een ogenblik bij staan en zei:
“Heer, laat het U onverschillig,
dat mijn zuster mij alleen laat bedienen?
Zeg haar dan, dat ze mij moet helpen.”
De Heer gaf haar ten antwoord:
“Marta, Marta,
wat maak je je bezorgd en druk over veel dingen.
Slechts één ding is nodig.
Maria heeft het beste deel gekozen
en het zal haar niet ontnomen worden.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.