26e week door het jaar 1, donderdag
307 eerste lezing: Neh. 8, 1-4a.5-6.7b-12
Ezra opende het boek van de wet,
hij prees de Heer, en heel het volk antwoordde: Amen! Amen!
Uit het Boek Nehemia.
In die dagen
stroomden alle Israëlieten
die zich in de steden gevestigd hadden,
samen op het plein voor de Waterpoort
en verzochten Ezra, de schriftgeleerde,
het boek te gaan halen van de wet
die de Heer door Mozes aan Israël gegeven had.
En Ezra, de priester, bracht het boek
voor de vergadering van mannen en vrouwen
en allen die de voorlezing konden volgen.
Het was de eerste dag van de zevende maand.
Vanaf de dageraad tot de middag
las Ezra voor uit het boek
op het plein voor de Waterpoort
ten aanhoren van de mannen en vrouwen
en van allen die het konden volgen.
Het volk luisterde aandachtig
naar de voorlezing van het wetboek.
Ezra, de schriftgeleerde,
ging op een houten verhoog staan
dat voor die gelegenheid opgeslagen was.
Ten aanschouwen van heel het volk,
– hij stak immers boven allen uit –
opende Ezra het boek.
Op dat ogenblik gingen allen staan.
Ezra prees de Heer, de grote God,
en heel het volk antwoordde:
“Amen, Amen!”
Zij staken hun handen omhoog,
zij bogen het hoofd en zij aanbaden de Heer
met het gezicht tegen de grond.
En de levieten verklaarden het volk daar ter plaatse de wet.
Zij lazen uit het boek van Gods wet voor,
legden het uit en verklaarden de betekenis,
zodat allen de lezing verstonden.
Vervolgens zeiden Nehemia, de landvoogd,
Ezra, de priester en schriftgeleerde,
en de levieten die de uitleg gaven tot heel het volk:
“Deze dag is aan de Heer, uw God, gewijd.
Gij moogt dus niet treurig zijn en niet wenen.”
Het hele volk was namelijk in tranen uitgebarsten
toen het de woorden van de wet hoorde.
En ze zeiden hun:
“Komt, gaat lekker eten en drinkt er zoete drank bij
en deelt ervan mee aan wie niets heeft,
want deze dag is aan onze Heer gewijd.
Weest niet bedroefd,
maar de vreugde die de Heer u schenkt zij uw kracht.”
Zo kalmeerden de levieten het volk en ze zeiden:
“Weest nu stil! Dit is een heilige dag,
weest dus niet bedroefd.”
En het volk ging eten en drinken
en deelde van zijn maaltijd aan anderen mee.
Ze vierden uitbundig feest,
want ze hadden begrepen wat hun was voorgehouden.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
tussenzang: Ps. 19(18), 8, 9, 10, 11
Refrein:
Rechtmatig zijn de bevelen des Heren,
bevredigend voor het gemoed.
De wet van de Heer is volkomen
zij sterkt de onzekere geest.
Zijn voorschriften zijn betrouwbaar,
onwetenden maken zij wijs.
Rechtmatig zijn al zijn bevelen,
bevredigend voor het gemoed.
Glashelder zijn zijn geboden,
zij zijn een licht voor het oog.
Het woord van de Heer is eerlijk,
het blijft in eeuwigheid waar.
Zijn uitspraken zijn waarachtig,
rechtvaardig in iedere zaak.
Gezocht meer dan goud of juwelen,
welsmakend als honingzeem.
vers voor het evangelie: 1 Tess. 2, 13
Alleluia.
Ontvangt het goddelijk woord niet
als een woord van mensen
maar als wat het inderdaad is: het woord van God.
Alleluia.
308 evangelie: Lc. 10, 1-12
Laat uw eerste woord zijn: Vrede aan dit huis!
De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
Lof zij U, Christus.
In die tijd wees de Heer tweeënzeventig anderen aan
en zond hen twee aan twee voor zich uit
naar alle steden en plaatsen
waarheen Hijzelf van plan was te gaan.
Hij sprak tot hen:
“De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig.
Vraagt daarom de Heer van de oogst
arbeiders te sturen om te oogsten.
Gaat dan,
maar zie, Ik zend u als lammeren tussen wolven.
Neemt geen beurs mee, geen reiszak, geen schoeisel
en groet niemand onderweg.
Laat in welk huis gij ook binnengaat uw eerste woord zijn:
Vrede aan dit huis!
Woont daar een vredelievend mens,
dan zal uw vrede op hem rusten;
zo niet, dan zal hij op u terugkeren.
Blijft in dat huis en eet en drinkt wat zij u aanbieden;
want de arbeider is zijn loon waard.
Gaat niet van het ene huis naar het andere.
In elke stad waar ge binnengaat en ontvangen wordt,
eet wat u wordt voorgezet, geneest de zieken die er zijn
en zegt tot hen: Het Rijk Gods is u nabij.
In elke stad waar ge binnengaat en niet ontvangen wordt,
trekt daar door de straten en zegt:
Zelfs het stof uit uw stad dat aan onze voeten kleeft,
schudden wij tegen u af.
Maar weet dit wel: Het Rijk Gods is nabij.
Ik zeg u: Op die dag zal het voor de mensen van Sodom
draaglijker zijn dan voor die stad.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.