23e week door het jaar 1, maandag
265 eerste lezing: Kol. 1, 24-2, 3
Ik ben dienaar van de kerk geworden
om het geheim te verkondigen
dat verborgen was voor alle eeuwen.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Kolosse.
Broeders en zusters,
Op het ogenblik verheug ik mij
dat ik voor u mag lijden, en in mijn lijdend lichaam aanvullen,
wat nog ontbreekt aan de beproevingen van de Christus,
ten bate van zijn lichaam dat de kerk is.
Ik ben haar dienaar geworden
krachtens de opdracht die God mij gegeven heeft
om u het woord Gods te brengen in heel zijn volheid:
om het geheim te verkondigen
dat verborgen was voor alle eeuwen en alle generaties,
maar dat nu is geopenbaard aan zijn heiligen.
Hun heeft God bekend willen maken
hoe machtig en hoe wonderbaar
dit geheim is onder de heidenvolken.
En zo luidt het:
‘Christus in u’,
en ook:
‘de hoop op een eeuwige heerlijkheid’.
Hem verkondigen wij dus
wanneer wij allen, zonder onderscheid
vermanen en onderrichten met alle wijsheid die ons gegeven is
om ook allen, zonder onderscheid,
in Christus tot volmaaktheid te brengen.
Daarvoor span ik mij in,
strijdend met zijn kracht, die machtig in mij werkt.
Want gij moet weten
welk een zware strijd ik te voeren heb
voor u en voor de gelovigen in Laodicéa
en voor zovelen die mij nooit hebben gezien.
Al mijn zwoegen is erop gericht
dat zij goede moed houden
en innig in liefde verbonden blijven,
en zo komen
tot de volle rijkdom van het inzicht in Gods geheim
waarin alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
tussenzang: Ps. 62 (61), 6-7, 9
Refrein:
Bij God ligt mijn heil en mijn eer.
Bij God alleen moet ik rusten,
van Hem komt al wat ik hoop.
Slechts Hij is mijn rots en mijn redding,
mijn burcht, Hij laat mij niet los.
Blijf altijd op Hem vertrouwen,
mijn volk, stort uw hart bij Hem uit;
Hij is onze enige toevlucht.
vers voor het evangelie: Ps. 119 (118), 105
Alleluia.
Uw woord is een lamp voor mijn voeten, Heer,
het is een licht op mijn pad.
Alleluia.
266 evangelie: Lc. 6, 6-11
Men hield Jezus in het oog
of Hij op sabbat een genezing zou verrichten.
De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
Lof zij U, Christus.
Het gebeurde op een sabbat,
toen Jezus de synagoge binnenging om daar te onderrichten,
dat er een man aanwezig was
met een verschrompelde rechterhand.
De schriftgeleerden en Farizeeën hielden Jezus in het oog
of Hij op sabbat een genezing zou verrichten,
om iets te vinden waarvan zij Hem zouden kunnen beschuldigen.
Maar Hij wist wat ze dachten
en Hij zei tot de man met de verschrompelde hand:
“Sta op en kom in het midden.”
De man stond op en trad naderbij.
Daarop sprak Jezus tot de Farizeeën:
“Ik vraag u:
is het niet eerder geoorloofd op sabbat goed te doen dan kwaad,
iemand te redden dan te laten omkomen?”
Toen liet Hij zijn blik rondgaan over hen allen en zei tot de man:
“Steek uw hand uit.”
Hij deed het, en zijn hand was weer gezond.
Toen waren ze buiten zichzelf van woede
en ze bespraken met elkaar wat ze tegen Jezus konden doen.
Woord van de Heer.
Wij danken God.