16e week door het jaar 1, dinsdag

16e week door het jaar 1, dinsdag

183 eerste lezing: Ex. 14, 21-15, 1

De Israëlieten trokken over de droge bodem door de zee heen.

Uit het Boek Exodus.
In die dagen strekte Mozes zijn hand uit over de zee
en de Heer deed die hele nacht
door een sterke oostenwind de zee terugwijken.
Hij maakte van de zee droog land
en de wateren spleten vaneen.
Zo trokken de Israëlieten over de droge bodem de zee door,
terwijl de wateren links en rechts een wand vormden.
De Egyptenaren zetten de achtervolging in,
alle paarden van Farao, zijn wagens en zijn wagenmenners
gingen achter de Israëlieten aan de zee in.
Tegen de morgenwake
richtte de Heer vanuit de wolkkolom en de vuurzuil
zijn blikken op de legermacht van de Egyptenaren
en bracht ze in verwarring.
Hij liet de wielen van de wagens scheeflopen
zodat ze slechts met moeite vooruit kwamen.
De Egyptenaren riepen uit:
„Laten we vluchten voor de Israëlieten,
want de Heer strijdt voor hen tegen ons.”
Toen sprak de Heer tot Mozes:
„Strek uw hand uit over de zee,
dan zal het water terugstromen over de Egyptenaren,
hun wagens en hun wagenmenners.”
Mozes strekte zijn hand uit over de zee,
en toen het licht begon te worden
vloeide de zee naar haar gewone plaats terug.
Daar de Egyptenaren er tegen in vluchtten,
dreef de Heer hen midden in de zee.
Het water vloeide terug
en overspoelde wagens en wagenmenners,
heel de strijdmacht van Farao die de Israëlieten
op de bodem van de zee achterna was gegaan.
Niet een bleef gespaard.
De Israëlieten daarentegen waren over de droge bodem
door de zee heengetrokken, terwijl de wateren
links en rechts van hen een wand vormden.
Zo redde de Heer op deze dag Israël uit de greep van Egypte,
Israël zag de Egyptenaren dood op de kust liggen.
Toen Israël het machtige optreden van de Heer
tegen Egypte gezien had,
kreeg het volk ontzag voor de Heer,
zij stelden vertrouwen in de Heer en in Mozes, zijn dienaar.
Toen hieven Mozes en de Israëlieten
ter ere van de Heer dit lied aan:
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Ex. 15, 8-9, 10, 12, 17

Refrein:
De Heer bezing ik, de overwinnaar,
Paarden en ruiters dreef Hij in zee.

Uw snuiven van toorn deed de golven verstijven,
het water bleef staan als een dam in de zee.
De vijanden schreeuwden: komt mee, achtervolgt hen,
wij halen ze in en verdelen de buit;
wij nemen van alles zoveel we maar willen;
het zwaard uit de schede, slaat iedereen neer!

Toen hebt Gij uw adem weer uitgestoten,
de zee overviel hen, zij werden bedolven
als lood in de kolkende vloed.
Gij strekte uw hand uit: de aarde verslond hen.
Gij hebt uw volk gebracht naar uw eigen bezit,
geplant op de berg waar Gij zelf wilde wonen.

vers voor het evangelie: Ps. 119 (188), 36a, 29b

Alleluia.
Mijn hart zij gericht op wat Gij verordent, Heer;
geef mij uw wet als gids.
Alleluia.

184 evangelie: Mt. 12, 46-50

Met een gebaar naar zijn leerlingen zei Jezus:
Ziedaar mijn moeder en mijn broeders.

De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.
Lof zij U, Christus.

In die tijd, terwijl Jezus tot het volk sprak,
gebeurde het dat zijn moeder en broeders buiten stonden
om te trachten met Hem te spreken.
Iemand kwam Hem nu zeggen:
„Uw moeder en broeders staan daarbuiten
en willen U spreken.”
Maar Hij antwoordde aan degene die Hem dit kwam zeggen:
„Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broeders?”
En met een gebaar naar zijn leerlingen zei Hij:
„Ziedaar mijn moeder en mijn broeders,
want mijn broeder, mijn zuster en mijn moeder zijn zij
die de wil volbrengen van mijn Vader in de hemel.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments