5e zondag van Pasen, jaar C

5e zondag van Pasen, jaar C

89 eerste lezing Hand. 14, 21-27

Zij vertelden de gemeente wat God met hun medewerking 
tot stand had gebracht.

Uit de Handelingen van de Apostelen.
In die dagen keerden Paulus en Barnabas terug naar Lystra,
Ikonium en Antiochië.
Daar bevestigden zij de leerlingen in hun goede gesteldheid,
spoorden hen aan in het geloof te volharden
en zeiden dat zij door vele kwellingen
het Rijks Gods moeten binnengaan.
In elke gemeente stelden zij
na gebed en vasten oudsten voor hen aan,
en vertrouwden hen toe aan de Heer
in wie zij nu geloofden.
Zij reisden door Pisidië naar Pamfylië,
predikten het woord in Perge
en bereikten Attalia.
Daar gingen ze scheep naar Antiochië
vanwaar zij,
aan Gods genade toevertrouwd,
vertrokken waren naar het werk dat zij volbracht hadden.
Na hun aankomst riepen zij de gemeente bijeen
en vertelden alles wat God met hun medewerking
tot stand had gebracht
en hoe Hij voor de heidenen de poort van het geloof had geopend.
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Ps. 145 (144) 8-9, 10-11, 12-13ab

Refrein:
U wil ik loven, mijn God en Koning,
uw Naam verheerlijken voor altijd.
of: Alleluia

De Heer is vol liefde en medelijden,
lankmoedig en zeer goedgunstig.
De Heer is bezorgd voor ieder mens,
barmhartig voor al wat Hij maakte.

Uw werken zullen U prijzen, Heer,
uw vromen zullen U loven.
Zij roemen de glorie van uw heerschappij,
uw macht verkondigen zij.

Zij maken uw kracht aan de mensen bekend,
de pracht van uw koninkrijk.
Uw rijk is een rijk voor alle eeuwen,
uw heerschappij geldt voor ieder geslacht.

90 tweede lezing: Apok. 21, 1-5a

God zal alle tranen van hun ogen afwissen.

Uit de Openbaring van de heilige apostel Johannes.
Ik, Johannes, zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde;
de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen
en de zee bestond niet meer.
En ik zag de heilige Stad, het nieuwe Jeruzalem
van God uit de hemel neerdalen,
schoon als een bruid die zich voor haar man heeft getooid.
Toen hoorde ik een machtige stem die riep van de troon:
“Zie hier Gods woning onder de mensen!
Hij zal bij hen wonen.
Zij zullen zijn volk zijn
en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn.
En Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen
en de dood zal niet meer zijn;
geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn
want al het oude is voorbij.”
En Hij die op de troon is gezeten sprak:
“Zie Ik maak alles nieuw.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

vers voor het evangelie: Joh. 13, 34

Alleluia.
Een nieuw gebod geef Ik u, zegt de Heer:
gij moet elkaar liefhebben, zoals Ik u heb liefgehad.
Alleluia.

91 evangelie: Joh. 13, 31-33a.34-35

Een nieuw gebod geef Ik u: gij moet elkaar liefhebben.

De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes.
Lof zij U, Christus.

In die tijd zei Jezus tot de leerlingen:
“Nu is de Mensenzoon verheerlijkt
en God is verheerlijkt in Hem.
Als God in Hem verheerlijkt is
zal God ook Hem in zichzelf verheerlijken,
ja, Hij zal Hem spoedig verheerlijken.
Kindertjes, nog maar kort zal Ik bij u zijn.
Een nieuw gebod geef Ik u: gij moet elkaar liefhebben;
zoals Ik u heb liefgehad,
zo moet gij elkaar liefhebben.
Hieruit zullen allen kunnen opmaken
dat gij mijn leerlingen zijt:
als gij de liefde onder elkaar bewaart.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments