Tarcisius
Lang geleden, rond het jaar 250, leefde er een jongen, Tarcisius. Tarcisius was een christen en elke nacht glipte hij door de straten van Rome naar de samenkomst van de christenen. Elke morgen, heel vroeg, kwamen de christenen samen in de onderaardse begraafplaatsen. Men noemde die plaatsen de catacomben. Het waren lange, donkere gangen en in de zijkanten ervan begroef men de doden.
De christenen konden alleen ‘s nachts samenkomen, omdat ze vervolgd werden. Want als de pretoriaanse wacht, de politie van Rome, erachter kwam, dat men in Jezus Christus geloofde, dan werd men opgesloten en gemarteld. Velen werden zelfs gedood, als ze niet wilden offeren voor de afgoden.
Zoals elke nacht was Tarcisius ook nu naar de catacomben gekomen om de heilige Mis van de Paus te dienen. Er waren die morgen maar weinig mensen, want sinds een paar dagen had men weer vele christenen gevangen genomen; en vele anderen moesten vluchten.
Na de heilige Mis bleef Tarcisius nog wat bidden en hielp hij de Paus alles opruimen. Toen ze daarmee klaar waren, zuchtte de paus: “Gisteren is één van de bewakers van de gevangenis in het geheim bij mij geweest. Hij heeft mij verteld, dat onze gevangen broeders en zusters graag de heilige Communie zouden ontvangen voordat ze gedood worden. Bijna alle priesters zijn al gevangen. Ikzelf kan niet gaan, want ze kennen mij. Ach wist ik toch maar een oplossing!”
– “Heilige Vader, waarom laat U mij niet gaan? Mij zullen ze zeker niet verdenken.”
– “Neen, mijn beste, je bent nog te jong, het is veel te gevaarlijk voor je!”
– “Maar heilige Vader, ik kom toch ook elke morgen hier naartoe. En ik ben de enige misdienaar, die nog nooit is weggebleven. Het is trouwens nog vroeg en op straat zal ik wel niemand ontmoeten.”
De Paus stemde toe: “Goed, we zullen het proberen, maar wees voorzichtig!”
De Paus knielde neer en nam eerbiedig de heilige Hosties van het altaar; hij borg ze in een gouden doosje en hing dat aan een touwtje om de hals van Tarcisius. De jongen stopte het onder zijn mantel: de toga.
De knaap vertrok terwijl hij met een hand onder zijn toga het doosje vasthield om het vooral niet te verliezen. Zo stapte hij door de straten van Rome, terwijl hij bad tot de Heer, die hij bij zich droeg.
In een steegje riep een schelle jongensstem: “Hé, Tarcisius, wat doe jij hier zo vroeg?”
Een paar buurtjongens kwamen naar hem toe gehold. Zij stootten hem aan en zeiden:
– “He, wat doe je raar en wat heb je daar onder je toga?”
Een van de jongens sloeg de toga van Tarcisius weg:
– “Kijk! Hij heeft iets van die vervloekte christenen bij zich!”
– “Geef hier! … Geef hier of je krijgt ervan langs!”
Tarcisius hield krampachtig het doosje vast. Hij kon het Lichaam van Christus toch niet aan deze heidenen prijsgeven.
De jongens sloegen en trapten hem, maar hij liet niet los.
Toen werden ze razend en ze mepten hem zo hard dat hij bloedend en dodelijk getroffen neerviel.
Plots een kreet … “Wat moet dat daar?”
Een soldaat stormde naar hen toe. Verschrikt stoven de vechters weg; Tarcisius lag stervend op de keien.
De soldaat boog zich over hem heen; er liep een glimlach van herkenning over het gelaat van Tarcisius, want deze soldaat was ook een christen. Met zijn laatste krachten reikte hij hem het Sacrament over.
Zonder een woord te zeggen hing de soldaat het om zijn hals.
Hij nam de jongen op en droeg hem naar een huis in de buurt waar hij wist dat christenen woonden. Daarna ging hij naar de gevangenis en deelde daar in het geheim de heilige Communie uit.
Enkele uren later stierf Tarcisius aan zijn verwondingen. Hij werd begraven in de catacomben van Callixtus, bij de graven van de Pausen.
De heilige Tarcisius is de patroon van de misdienaars, omdat hij zijn leven heeft gegeven voor de heilige Eucharistie.
Gebed
Heilige Tarcisius, gij hebt ons voorgedaan hoeveel men voor God moet overhebben; gij zijt zelfs uit liefde voor de heilige Eucharistie gestorven. Help mij om een goede misdienaar te zijn; om steeds op tijd te komen, aandachtig te zijn en vooral om echt te bidden en van Onze Lieve Heer te houden. Amen.
Vragen
1. Wat leert jou dit verhaal ? Hoe moet een misdienaar zich gedragen?
2. Hoe wordt de Heilige Hostie nog genoemd? Zoek andere woorden ervoor in de tekst!
3. Probeer eens te vertellen, heel kort, wat je weet van de kerk uit die tijd. (Kijk gerust in het verhaal)