Les 47
De aflaten
We zijn samen aan het voetballen op het gras.
Dat grasveld is dicht bij de grote ramen van ons huis.
Daarom wil moeder niet dat we daar voetballen.
We doen het toch.
Dat is al fout.
Opeens haal ik uit en …….rinkeldekinkel.
De bal is door het raam gevlogen.
Nu zal er wat zwaaien.
Wat is moeder boos. En vader ook.
Ik krijg een flinke straf.
Een paar maanden moet ik iets inleveren van mijn zakgeld.
De volgende dag is vader niet meer boos.
Ik heb beterschap beloofd en zal in het vervolg beter oppassen.
Maar ik zal wel van mijn zakgeld moeten sparen.
Die straf wordt me niet kwijtgescholden.
Nu doe ik erg mijn best.
Ik laat zien dat ik beter oplet.
Op een dag zegt vader: “Ik scheld je een maand kwijt”.
Dat wil zeggen dat ik één maand minder wat van mijn zakgeld hoef in te leveren.
Dat is natuurlijk fijn.
Ik kom op een middag uit school en daar zit oma.
Ze heeft het verhaal gehoord.
Ze heeft vader zover weten te krijgen, dat ik nog een maand krijg kwijtgescholden.
Nu blijft er van mijn schuld niet meer zoveel over.
We hebben dit verhaaltje verteld om iets duidelijk te maken.
Wanneer we zonden doen, moeten we vergeving vragen.
Maar als we vergeving hebben gekregen, zijn we de straf die aan de zonde vastzit nog niet kwijt.
Dat noemen we de zondestraf.
Deze zondestraf kunnen we op verschillende manieren kwijt worden.
We kunnen zelf erg ons best doen en laten zien dat we beter gaan leven.
Er kunnen ook andere mensen zijn, die voor ons bidden of goede werken voor ons doen.
We praten nu over een aflaat.
Een aflaat is een kwijtschelding van zondestraffen.
We kunnen deze aflaat zelf verdienen.
Andere mensen kunnen ze ook voor ons verdienen.
Wij kunnen dus ook aflaten verdienen voor andere mensen.
Er is een groep mensen, aan wie we bijzonder willen denken.
Dat zijn de mensen in het vagevuur.
Zij moeten nog wachten voor ze naar God kunnen.
Voor hen kunnen we aflaten verdienen, zodat ze eerder naar God mogen.
We kunnen aflaten verdienen voor onszelf en voor andere mensen, vooral voor de mensen in het vagevuur.
Hoe verdienen we deze aflaten?
De Kerk heeft de macht om te zeggen hoe dat kan.
Zij laat ons soms een gebed bidden.
Of ze laat ons een offer brengen of een goed werk doen.
We moeten ook zelf die aflaat willen verdienen.
We verdienen een aflaat als we doen wat de Kerk van ons vraagt en zelf die aflaat willen verdienen.
Zo kunnen we andere mensen helpen om eerder bij God in de hemel te komen.
Wanneer de paus op Kerstmis of Pasen de zegen geeft aan de stad en aan de wereld, kunnen we een volle aflaat verdienen.
Een volle aflaat geeft ons kwijtschelding van alle zondestraffen.
Daar zijn wel twee voorwaarden aan verbonden.
Om een volle aflaat te kunnen verdienen, moeten we biechten en de heilige Communie ontvangen.
————————————————————————–
Wat is een aflaat?
Een aflaat is een kwijtschelding van zondestraffen.
Voor wie kunnen we aflaten verdienen?
We kunnen aflaten verdienen voor onszelf en voor andere mensen, vooral voor de mensen in het vagevuur.
Wanneer verdienen we een aflaat?
We verdienen een aflaat als we doen wat de Kerk van ons vraagt en zelf die aflaat willen verdienen.
Wat geeft ons een volle aflaat?
Een volle aflaat geeft ons kwijtschelding van alle zondestraffen.
Wat moeten we doen om een volle aflaat te kunnen verdienen?
Om een volle aflaat te kunnen verdienen, moeten we biechten en de heilige Communie ontvangen.
——————————
Om zelf te lezen:
Lees in het Evangelie van Matteüs, hoofdstuk 16, vers 13 tot 19. We lezen hier hoe de Kerk de macht krijgt om ook de straffen kwijt te schelden. De Kerk krijgt de sleutels van de hemel.
We maken een voornemen:
We bidden regelmatig voor de zielen in het vagevuur, zeker op Allerzielen. We verdienen dan ook een aflaat.