Overweging ter voorbereiding van 26-08-2024, maandag in de 21e week door het jaar

Uit de geschriften van de zalige priester Jan van Ruusbroec († 1381)

Trouwe dienaren en geheime vrienden

Wij kunnen een groot onderscheid vinden tussen de trouwe dienaren en de geheime vrienden van God. Met de hulp van de genade Gods zijn de trouwe dienaren vastbesloten de geboden te onderhouden, dit is: gehoorzaam te zijn aan God en aan de heilige kerk in allerlei deugden en goede zeden. Dat heet een uitwendig of actief leven. De geheime vrienden Gods echter verkiezen naast de geboden ook de levende raadgevingen van God te onderhouden, dit is: een liefdevol inwendig gehecht-zijn aan God tot zijn eeuwige eer met het bereidwillig verzaken aan alles wat men buiten God met lust en liefde zou kunnen bezitten.

Zulke vrienden roept en noodt God inwaarts en Hij geeft hun inzicht in de inwendige oefeningen en in de zo verscheiden en verborgen wegen van het geestelijk leven.

Maar zijn dienaren zendt Hij uitwaarts, opdat zij Hem en zijn gezin – dat zijn de christenen – trouw zouden blijven in allerlei diensten en in allerlei vormen van uitwendige goede werken.

Zo geeft God zijn hulp en zijn genade naargelang van de ontvankelijkheid van iedere mens, dit is: de wijze waarop ieder mens zich schikt naar Gods wil, hetzij in uitwendige goede werken, hetzij in inwendige oefeningen van liefde. Maar niemand kan met inwendige oefeningen bezig zijn of iets innerlijks ervaren, als hij niet geheel en al tot God is ingekeerd.

Zolang de mens in zijn hart verdeeld is, blijft hij naar buiten gekeerd en onstandvastig in zijn gemoed, en wordt hij ook gemakkelijk bewogen door lief en leed in tijdelijke dingen, want die leven nog in hem. En al leeft hij volgens Gods geboden, toch blijft hij van binnen onverlicht en ongeleerd, want hij weet niet wat vrome oefeningen betekenen en evenmin hoe men zich daarop kan toeleggen. Als hij maar weet en voelt dat hij het goed meent met God en als hij de liefste wil van God in al zijn werken begeert te volbrengen, dan is hij tevreden, want dan ziet hij in zijn leven een zuivere intentie en trouwe dienst. Wegens deze twee punten behaagt hij aan zichzelf. En het lijkt hem dat uitwendige goede werken, met een goede bedoeling verricht, heiliger en nuttiger zijn dan inwendige oefeningen, want hij heeft, met Gods hulp, een uitwendige levenswijze verkozen. Dit is de reden waarom hij meer aandacht besteedt aan allerlei uiterlijke werken dan aan Hem, voor wie hij met innige liefde werkt. Daarom is zijn geest meer bezig met de werken die hij doet, dan met God om wie hij ze verricht. Wegens dit opgaan in zijn bezigheden blijft hij een uitwendig mens en is hij niet in staat Gods raadgevingen op te volgen, want zijn activiteiten zijn meer uitwendig dan inwendig, meer materieel dan geestelijk. En al is hij een trouwe dienaar van God door zijn uitwendige dienst, hetgeen de intieme vrienden van de Schepper ervaren, blijft hem verborgen… Daarmee kent ge het verschil tussen de trouwe dienaren en de geheime vrienden van onze Heer.