Overweging ter voorbereiding van 22-05-2024, woensdag in de 7e week door het jaar

Uit ‘De navolging van Christus’ van Thomas van Kempen († 1471)

Het rijk van God is vrede en vreugde in de Geest

Keer u met heel uw hart tot de Heer en laat deze armzalige wereld; dan zal uw ziel rust vinden. Want het rijk van God is vrede en vreugde in de heilige Geest. Christus zal tot u komen en u zijn vertroosting schenken, wanneer gij Hem in uw binnenste een waardige woning bereid hebt.

Al zijn schoonheid en heerlijkheid is van binnen, en daar vindt Hij zijn welbehagen. Veelvuldig bezoekt Hij de innerlijke mens, en zoet zijn dan de gesprekken met Hem, aangenaam zijn vertroosting, overvloedig zijn vrede, bovenmate wonderlijk zijn gemeenzaamheid.

Welaan dan, getrouwe ziel, maak uw hart gereed voor deze Bruidegom, opdat Hij zich verwaardigt tot u te komen en in u te wonen. Want Hij zegt: ‘Indien iemand Mij liefheeft, zal Hij mijn woorden onderhouden, en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen’ (Joh. 14, 23).

Maak dus plaats voor Christus en ontzeg aan alle anderen de toegang. Als ge Christus hebt, zijt ge rijk en hebt ge genoeg. Hij zal uw proviandmeester zijn en uw trouwe rentmeester in alles, zodat gij niet op de mensen hoeft te hopen. Stel al uw vertrouwen op God en laat Hem degene zijn die gij vreest en liefhebt. Hij zal voor u instaan en alles wel voor u ten beste leiden.

Gij hebt hier geen blijvende woonplaats, en waar gij ook vertoeft, gij zijt er een vreemdeling en een pelgrim: geen ogenblik zult gij rust vinden, als gij niet innig met Christus zijt verenigd.

Bij de Allerhoogste moeten uw gedachten zijn, en uw gebed moet zonder ophouden tot Christus gaan. Als gij de hoge, hemelse geheimen niet kunt beschouwen, zoek dan uw verpozing in het lijden van Christus en woon graag in zijn heilige wonden. Lijd geduldig met Christus en voor Christus, indien ge met Christus wilt heersen.

Als gij maar eenmaal volkomen in het binnenste van Jezus zoudt zijn binnengegaan en even de gloed van zijn liefde geproefd hadt, zoudt gij u in niets meer storen aan uw eigen wel of wee, maar eerder blij zijn om de smaad die u wordt aangedaan, want de liefde tot Jezus brengt de mens tot geringschatting voor zichzelf.