Overweging ter voorbereiding van 13-07-2024, zaterdag in de 14e week door het jaar

Uit een preek van de heilige Augustinus, bisschop van Hippo († 430)

De kerk is de sterke vrouw, waardevoller dan koralen

Als gij de woorden hoort: ‘Een sterke vrouw, wie zal haar vinden?’ (Spr. 31, 10), denk dan niet dat het gaat over de kerk in zover zij verborgen blijft. Integendeel, deze woorden slaan op de kerk die als een verborgen schat door één man (Christus) is gevonden (vgl. Mt. 13, 45 v) zodat ze nu aan allen bekend is. Zij wordt dan ook beschreven; zij verdient alle lof en aandacht; door ieder van ons moet zij bemind worden als een moeder, want zij is de vrouw van één man (Christus).

‘Een sterke vrouw, wie zal haar vinden?’ Die sterke vrouw, wie ziet haar niet? Zij is al gevonden en wij zien haar: rijzig, opvallend, met sieraden getooid, stralend over heel de aarde. ‘Haar waarde is hoger dan die van koralen; zij is waardevoller dan parels of edelstenen’ (vgl. Spr. 31, 10). Wat voor bijzonders ligt hierin? Men mag hierbij niet denken aan sieraden die de mens zo graag wil bezitten. Als men die parels of edelstenen in letterlijke zin opvat, wat voor bijzonders ligt er dan in het feit dat men de kerk kostbaarder vindt dan deze sieraden? Maar het gaat niet om zo’n vergelijking. Het gaat om een ander soort edelstenen die haar toebehoren. Zo kostbaar zijn die stenen dat zij ‘levende stenen’ (vgl. 1 Petr. 2, 5) worden genoemd. Zij is dus met deze edelstenen getooid, maar zelf is zij van hoger waarde. Aangaande deze edelstenen wil ik u, geliefden, iets onder de aandacht brengen, in zover ik en u dit kunnen vatten, in zover dit mij bevreest en u bevreesd moet maken.

De kerk heeft haar sieraden, zij heeft die altijd gehad: geleerde personen, rijk op het gebied van kennis, welsprekendheid en onderricht in Gods wet. Zij heten dus terecht kostbare stenen. Maar uit hun midden zijn sommigen afgedwaald, zodat zij deze vrouw niet meer tooien. En wat hun welsprekendheid betreft en hun leer waardoor zij schittert – Christus’ leer is immers een stralend licht – zeg ik u: zo’n sieraad van de kerk was Cyprianus, een blijvend sieraad, behorend tot haar tooi. Een sieraad was ook Donatus, maar geen blijvend sieraad, want hij maakte zich van haar los. Als een sieraad geen deel uitmaakt van de tooi van deze vrouw, ligt het in het donker. Donatus had deze vrouw moeten blijven sieren als onderdeel van haar tooi. Dit is mijn oprechte mening.

Edelstenen noemt men ook wel kostbare stenen, omdat zij zo duur zijn. Maar wat is er kostbaarder dan de liefde? Wie de liefde niet heeft, is zelf waardeloos geworden. Ook al gaat hij groot op zijn geleerdheid, ook al gaat hij groot op zijn welsprekendheid, hij moet eens luisteren naar iemand die de echte sieraden van deze vrouw naar waarde weet te schatten. Hij moet eens luisteren naar iemand die op dit gebied bedreven is en tot oordelen bevoegd. Dan zal een waardeloos geworden kostbare steen niet meer groot gaan op zijn welsprekendheid. ‘Al spreek ik met de tongen van mensen en engelen,’ – zegt de Apostel – ‘als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal’ (1 Kor. 13, 1). Waar is nu die steen? Hij schittert niet meer, maar hij maakt een schel geluid! Gij zijt als kooplieden in het rijk der hemelen. Leert dan die sieraden naar waarde te schatten. Laat uw ogen niet vallen op een steen die niet behoort tot de tooi van deze vrouw. Zij die kostbaarder is dan koralen, parels of edelstenen, is zelf de waarde van haar tooi.