Overweging ter voorbereiding van 07-09-2024, zaterdag in de 22e week door het jaar

Uit de brief van de diaken Geert Groote († 1384) over het geduld

Drie motieven om het lijden te aanvaarden

Velen van ons willen wel het kruis dat wij onszelf opleggen door het dragen van boetewerktuigen, door het verrichten van bijzondere gebeden of door buitengewoon vasten. Maar het kruis dat God ons oplegt, dat voor ons bedoeld is, dat door ons moet worden aanvaard en op ons genomen, dat kruis nemen wij niet alleen niet vrijwillig op ons, maar integendeel: van dat kruis willen wij niets weten en wij wijzen het af. Laten wij toch wel begrijpen dat alle wederwaardigheden die ons overkomen door welke macht ook, hetzij van overheden hetzij van gewone medemensen of van ondergeschikten, terecht of ten onrechte of hoe de intentie van die mensen ook moge zijn, ons tenslotte door Gods liefdevolle en rechtvaardige verordening overkomen. Dat alles vindt plaats volgens het gezegde: op aarde gebeurt er niets zonder oorzaak.

En zo is het veel beter en verdienstelijker en heilzamer, ja het is zelfs noodzakelijk, dat wij het kruis dat anderen ons opleggen, zonder verzet en zonder morren aanvaarden; dit is waardevoller dan alle verstervingen die wij onszelf aandoen, hoewel die op hun tijd wel verdienstelijk zijn. Immers, wat is moeilijker dan het verloochenen van zijn eigen wil? En wat is verhevener en heilzamer dan gelijkvormig te worden met de wil van God? Er is niets in de hemel daarboven en op de aarde hier beneden (vgl. 1 Kon. 8, 23) dat ons kan treffen, als wij onze eigen wil verloochenen en ons geheel overgeven in de handen van God.

Op deze wijze moet derhalve het kruis van Christus door de herhaalde overweging van zijn lijden in ons leven gestalte krijgen. Versmadingen, bespottingen, onrechtvaardigheden en pijnen moeten wij met liefde aanvaarden en wel hoofdzakelijk om drie redenen.

Vooreerst uit liefde ter ere van Christus en om aan Hem gelijkvormig te zijn, zonder daarbij uit te zijn op verdiensten of beloningen. Want de verdiensten en beloningen zullen des te overvloediger zijn naarmate zij niet rechtstreeks door ons worden beoogd, maar worden verenigd met de verdiensten van Christus en door Hem nederig opgedragen aan de Vader. Zij zijn dus niet als het ware de vrucht van eigen inspanningen, maar van het begin tot het einde verbonden met de verdiensten van Christus.

Ten tweede moeten wij de beproevingen en kwellingen aanvaarden uit liefde voor de goddelijke vruchten, verdiensten en beloningen die, zoals reeds gezegd is, daaruit voortkomen.

Ten derde moeten wij ze aanvaarden uit liefde en met de bedoeling te voldoen aan de goddelijke rechtvaardigheid, die wij in zoveel opzichten zo zwaar beledigd hebben. God laat geen enkele zonde ongestraft en daarom moeten wij ons leven lang in heilzame boetvaardigheid en met veel geduld lijden en tegenslagen gaarne aanvaarden. En dit is een wonderlijk middel om onze straffen uit te delgen. Immers, het geringe lijden dat God ons overzendt of dat Hij toelaat, delgt de straf uit die wij in het vagevuur noodgedwongen moeten ondergaan. Maar het lijden dat wij op ons nemen om aan de goddelijke rechtvaardigheid en aan de goddelijke wil te voldoen, zal ons van meer nut zijn dan het lijden dat wij alleen maar zouden aanvaarden om onze eigen zonden uit te boeten.