Preek op 31-05-2020, Pinksteren, jaar A, diaken Eelke Ligthart

Preek op 31-05-2020, Pinksteren, jaar A, diaken Eelke Ligthart

Openingswoord

Allemaal  van harte welkom bij de viering van het hoogfeest van Pinksteren.

Voor veel mensen is het feest van Pinksteren een moeilijk feest. In ieder geval moeilijker dan de feesten met Kerstmis en Pasen, daar kun je je nog een fysieke voorstelling van maken. Het gaat vandaag om de H. Geest, om de Geest van God, maar voor veel mensen, buiten maar ook binnen de kerk is dat moeilijke kost. Want wie is de Geest, hoe kun je de Geest zien, is de Geest grijpbaar? Ik vergelijk de Geest wel eens met water dat in de grond zit, net uit de gieter, je ziet dat de grond nat is maar je ziet geen water meer. Het water voedt wel alles wat er moet groeien. Of de Geest kun je voelen als een zachte bries in het voorjaar, waardoor de bladeren aan de bomen bewegen, je ziet de wind niet, maar je voelt het en het resultaat is zichtbaar, beweging.

Zo werkt ook Gods Geest. Door  Gods kracht wil de H. Geest het leven van ons mensen vruchtbaar maken en in beweging zetten. Bidden we in deze viering dat we de kracht van de H. Geest mogen ervaren.

Preek

Dierbare medegelovigen, vanuit vroeger tijden richt de kerk zijn aandacht met Pinksteren in veel gevallen op de Nederlandse missionarissen. Mannen en vrouwen, priesters en religieuzen en leken die, geraakt door Gods Geest naar verre landen trokken om het evangelie te verkondigen. Vanuit Europa gingen ze naar Afrika, Zuid Amerika en het verre Oosten. Tegenwoordig wordt in een aantal parochies het evangelie verkondigd door mannen  uit die landen, die hier zijn opgeleid tot priester. De Geest van God waait waarheen Hij wil.

Het pinksterfeest is ook altijd een prachtige gelegenheid om priesters te wijden en het vormsel toe te dienen. Door het Corona virus worden deze plechtigheden uitgesteld tot  een latere datum.

Het gaat vandaag echter niet alleen om missionarissen. Het gaat ook over onszelf. Wij hebben immers bij het doopsel en vormsel de H. Geest ontvangen. Wij zijn daarmee geroepen om de Geest van God verder te dragen, getuige te zijn van Jezus Christus. Bij menigeen kan dat enige verlegenheid teweeg brengen. Is het werkelijk zo dat ieder van ons geroepen is om te getuigen, te vertellen van ons geloof?

Maar hoe dan en waar dan?  Lieve mensen, is het bij ons soms niet dezelfde angst als van de apostelen uit het evangelie? Zij zaten achter gesloten deuren uit angst voor de Joden. Ze waren de wanhoop nabij. Jezus was gekruisigd, gedood, hoe moesten ze verder?

Zitten ook wij vaak niet achter gesloten deuren? Soms zijn we wanhopig over de toekomst van de wereld en onze eigen toekomst, de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen. Zeker in deze tijd waar mensen worden beperkt, hun baan verliezen. Waait de Geest nog wel in hun en ons leven, is er nog wel een zachte bries, of is al het water verdampt?  Of sluiten we ons af en verdedigen we onszelf alleen nog maar. Worden we alleen nog maar boos op de ander en praten we niet meer met elkaar?

Het gebeurt in huwelijken, vriendschappen, gezinnen, politiek en maatschappij en ook in de kerk. Hoeveel deuren zijn er al niet gesloten, soms met een harde klap dicht gesmeten. Deuren tussen ouders en kinderen, tussen broers en zussen, tussen buren en vrienden?

Geloven wij er nog in, dat de Geest van Pinksteren in staat is om ook dit soort deuren weer open te krijgen? Of halen we onze schouders op en denken we,  wat kan ik er in mijn situatie aan doen?

In de Paasnacht 11 april, 50 dagen geleden hebben we de nieuwe Paaskaars aangestoken, het licht van Christus. Dat licht van Christus moeten we ook voor elkaar willen zijn; thuis op school op je werk.

Gods geest schept ruimte en geeft leven; plaatst mensen in vrijheid. Met een beetje fantasie zie je de eerste leerlingen bijeen. Angstig en onzeker  wat er met hen gaat gebeuren nu Jezus de kruisdood is gestorven. Daarmee lijken alle verwachtingen die ze hadden ook te zijn gestorven. Het leven is grauw en donker geworden. Alle hoop op een nieuwe toekomst lijkt met de dood van Jezus de bodem te zijn ingeslagen. Ze zijn weer terug bij af.

Maar de Pinkster boodschap van vandaag vertelt over een radicale ommekeer. Angstige leerlingen krijgen de H. Geest in de vurige tongen. Ze vatten moed, de angst is verdwenen. De gekruisigde en verrezen Christus komt hen tegemoet met zijn vredeswens. Ze verlaten hun schuilplaats om te vertellen, te getuigen wat ze met Jezus hebben meegemaakt. Iedereen moet het weten van die grote daden van Jezus, iedereen moet zijn barmhartigheid leren kennen, zijn liefde kunnen ervaren.

Het voorbeeld van de eerste leerlingen kan ons vandaag inspireren. Velen van ons, en laten we het maar eerlijk bekennen, zijn niet zo goed in het geven van een positieve geloofsgetuigenis. Er wordt wel eens gesproken over de onzichtbaarheid van de Nederlandse katholiek. We zouden best wel eens  wat meer fierheid en felheid kunnen gebruiken. Gods Geest is in ons en om ons heen. De gave van de H. Geest op dit Pinksterfeest is tegelijk een opgave, een opdracht, en dan gaat het echt niet om hele grote prestaties. Immers in concrete daden van zorg en goedheid voor elkaar komt Gods Geest aan het licht. Van harte hoop ik dat Gods Geest ons daartoe zal inspireren. Vanuit dat geloof, hoop en liefde, wens ik u een Zalig Pinksteren. Amen.