Preek op 10-11-2024, 32e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen
Openingswoord
Broeders en zusters in Christus, hier aanwezig en de mensen, die via de livestream met ons meevieren, welkom bij deze heilige Eucharistieviering. Fijn, dat jullie gehoor hebben gegeven aan Jezus’ uitnodiging om naar zijn kerk, zijn Huis op aarde, te komen.
Vandaag horen wij in de eerste lezing over een arme weduwe en haar zoon, die – in opdracht van God – door de profeet Elia van de hongerdood worden gered. En in het evangelie prijst Jezus zelf een arme weduwe, die maar een paar centen in het offerblok van de Tempel werpt, maar in feite was het alles waarvan zij nog kon leven. Zij gaf niet een deel van haar kapitaal, maar alles waarvan ze moest leven. Blijkbaar stelde zij haar vertrouwen op God.
We zouden dan ook kunnen zeggen, dat het in deze heilige Mis gaat over Gods zorg voor ons, over vertrouwen, om geloof en om geven … hoe weinig je zelf ook hebt.
Mogen wij samen toegroeien naar wat deze beide weduwen hebben geleefd.
Openingsgebed
Laat ons bidden. Almachtige eeuwige God, voor kleine mensen zijt Gij bereikbaar, de rechtelozen neemt Gij in bescherming. Wij vragen U: geef ons de eenvoud van hart om naar allen toe te gaan, die om hulp verlegen zijn. Schenk ons de moed om met elkaar te delen alles wat Gij ons hebt toevertrouwd. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.
Kinder- en TienerWoordDienst
Preek
Die weduwe in de eerste lezing … er is hongersnood in het land, en Elia krijgt van God de opdracht om naar een stad genaamd Sarefat te gaan. Daar zal hij een weduwe ontmoeten, die hem te eten zal geven. Maar deze weduwe heeft zelf bijna niets meer. Ze heeft nog maar een klein beetje meel en een restje olie. Ze staat op het punt om haar laatste maaltijd te bereiden voor haarzelf en haar zoon, en daarna verwacht ze te sterven. Wat een moeilijke situatie! De weduwe voelt zich machteloos. Ze ziet geen uitweg meer.
Misschien herkennen we dat wel, die momenten waarop alles donker en uitzichtloos lijkt. Dan kunnen we, net als de weduwe, de neiging hebben om op te geven. Maar Elia zegt tegen haar: “Wees niet bang! Ga naar huis, maak dat laatste brood, maar geef eerst mij een stukje. Want God heeft beloofd, dat het meel en de olie niet zullen opraken tot de hongersnood voorbij is.” En de weduwe, ondanks haar angst, luistert naar Elia en vertrouwt op Gods belofte. En inderdaad, zij en haar zoon hebben genoeg te eten, elke dag weer!
Ook als een situatie zeer moeilijk is, in dit geval zelfs levensbedreigend, mogen we erop vertrouwen, dat God voor ons zorgt. Soms lijkt het alsof er geen uitweg is, alsof God ons vergeten is. Maar de weduwe laat zien, dat vertrouwen op God, zelfs in de zwaarste tijden, tot wonderen kan leiden. Durven wij, net als zij, te vertrouwen op God, vooral wanneer het moeilijk wordt?
We horen vandaag ook, dat Jezus Christus onze Redder is. De schrijver van de Hebreeënbrief legt uit, dat Jezus naar de hemel is opgegaan, naar de aanwezigheid van God, en daar pleit Hij voor ons. Jezus hoefde zich maar één keer op te offeren voor onze zonden. In de tijd van het Oude Testament echter werden dierenoffers steeds opnieuw gebracht om de mensen van hun zonden te reinigen. Maar Jezus heeft dit offer éénmalig gebracht door zijn eigen honderd procent zuivere leven te geven.
Jezus gaf zichzelf, zijn leven, zodat wij van de dood kunnen overgaan naar het leven. Hij gaf alles, zonder iets terug te verwachten. Dit offer van Jezus laat ons zien hoe groot Gods liefde voor ons is.
Wij hebben het vaak over wat wij willen bereiken, over onze ambities, onze dromen. Maar Jezus laat zien wat ware liefde en opoffering betekent. Hij gaf alles wat Hij had, zodat wij vrij konden zijn van schuld en angst.
In de verhalen van de weduwen en van Jezus zien we een rode draad: het geven, niet uit overvloed, maar alles wat je hebt. Jezus gaf zijn leven. De weduwe gaf het laatste beetje brood. En ook wij worden uitgedaagd om te geven. Geven betekent niet alleen materiële dingen weggeven, maar ook je tijd, je liefde, en je aandacht.
Jezus bevindt zich vandaag in de tempel. Hij ziet hoe rijke mensen grote bedragen in de offerkist gooien. Wat zal de penningmeester van de tempel blij zijn geweest! Maar dan komt er een arme weduwe. Zij heeft bijna niets en geeft twee muntjes, die samen vrijwel niets waard zijn. En toch zegt Jezus, dat deze weduwe meer heeft gegeven dan alle anderen. Waarom? Omdat zij alles gaf wat ze had, terwijl de rijke mensen gaven uit hun overvloed. Zij gaven wat ze konden missen, het deed geen pijn, maar de weduwe gaf wat ze eigenlijk niet kon missen. Wat zal in dat geval niet de penningmeester, maar God blij zijn geweest!
Jezus leert ons hier, dat het bij geven niet om de hoeveelheid gaat, maar om je hart. Geven gaat niet over hoe veel of hoe weinig je hebt, maar over je bereidheid om met anderen te delen, ook als dat iets kost. Die weduwe gaf alles, zoals Jezus alles gaf. Dat is het voorbeeld, dat we mogen volgen.
Het is natuurlijk altijd de bedoeling, dat wij in ons dagelijkse leven iets doen met Gods Woord. We leven in een tijd waarin nogal wat mensen gericht zijn op wat ze willen hebben: geld, spullen, succes. Maar Jezus leert ons, dat geluk niet afhangt van ons bezit, maar van wat we kunnen en willen geven, wat we kunnen en willen doen ter ere van God en tot welzijn van de medemens.
Geven wij met ons hart: Misschien hebben wij niet veel om weg te geven, maar we hebben tijd, energie en aandacht. Kijken wij om ons heen naar mensen, die hulp nodig hebben. Misschien kunnen we een oude buurvrouw met iets helpen, met het buitenzetten van de vuilnisbakken of we kunnen een familielid, die het hoe dan ook moeilijk heeft, bemoedigen, of thuis iets doen zonder er iets voor terug te verwachten.
Vertrouwen wij op God: Net als de weduwe in het verhaal van Elia, kunnen we in moeilijke tijden het vertrouwen op God bewaren. Hij kent ons en weet wat we nodig hebben. Hij belooft, dat Hij voor ons zal zorgen. We zien, dat God door de hele Bijbel heen trouw blijft aan zijn beloftes.
Denken wij aan het voorbeeld van Jezus: Hij gaf alles voor ons. Hij gaf zichzelf, zodat wij kunnen leven. Dat voorbeeld mogen wij volgen. Als we geven, goed doen, laten we aan de wereld iets van Jezus’ liefde zien.
Laten we het niet alleen bij woorden laten: Jezus waarschuwt ons in Marcus 12 ook voor schijnheiligheid, voor het doen alsof je gelovig bent zonder het echt te zijn. Onze daden zijn net zo belangrijk als onze woorden. Wanneer wij eerlijk geven en vertrouwen, laten we zien, dat ons geloof echt is.
Laten we ons door deze verhalen laten inspireren. Laten we, net als de weduwe uit Sarefat, vertrouwen op God. Laten we, net als de weduwe in de tempel, geven van wat we hebben, met een vrijgevig hart. En laten we het voorbeeld van Jezus volgen, die zichzelf gaf voor ons.
Het leven is niet altijd gemakkelijk, en soms lijken de problemen groter dan wij aankunnen. Maar God vraagt niet van ons om alles op te lossen. Hij vraagt ons om Hem te vertrouwen, om met een open hart te leven, en om met liefde te geven wat we kunnen. Amen.