Overweging voor de 3e zondag van de Vasten, jaar C, diaken Eelke Ligthart

Overweging voor de 3e zondag van de Vasten, jaar C, diaken Eelke Ligthart

(deze preek is niet gehouden vanwege ziekte van onze diaken, maar wordt wel ter lezing aanbevolen)

Openingswoord

Allemaal welkom. Vandaag vieren we de 3e zondag van de Veertigdagentijd. Ook degenen die via livestream met ons zijn verbonden, van harte welkom.

Ons leven, uw leven en dat van mij, is vaak een zoektocht. Hoe moet je verder, wat komt allemaal wel niet op je pad?

Als mensen lijden, dan ligt de schuld altijd bij die mensen zelf. Als een mens moeilijkheden heeft, dan heeft hij of zij het aan zichzelf te danken.

In de tijd van Jezus dachten de meeste joden dat het zo ging. Word je ziek, of ga je dood, dan is dat je eigen schuld. Dat een bewering die lang niet altijd opgaat en die de mens groot onrecht kan aandoen.

Soms komt het lijden aan ziekten of kwalen zomaar in je leven, zonder dat je er ook maar iets aan kunt doen. Jezus verzet zich dan ook fel tegen de mensen die beweren dat het hun eigen schuld is. Hoe gaan wij daar mee om?

Preek

Als Jezus op een goede dag met zijn leerlingen iemand tegenkomt die blind is geboren, is de eerste vraag die de leerlingen stellen: “Meester wie heeft gezondigd, hijzelf of zijn ouders, zodat hij blind werd geboren”? Het antwoord van Jezus laat niets aan duidelijkheid te wensen over: “Noch hij noch zijn ouders hebben gezondigd”.

En ook in H. Evangelie van vandaag gebeurt iets dergelijks. Pilatus heeft mensen uit Galilea laten vermoorden omdat ze waarschijnlijk verzet pleegden tegen de overheersing van de Romeinen in hun land. Ja, ook toen al kwamen mensen in verzet tegen hun onderdrukkers. En toch werd er gezegd: “Ja maar, mensen die zo veroordeeld worden, zullen best wel iets fout hebben gedaan.

Jezus reageert daar fel op. Hij herinnert de omstanders nog op een ander triest voorval. Toen er in Jeruzalem een stadspoort instortte, werden er 18 mensen gedood. Jezus zegt: “Het zou toch te dwaas zijn om te zeggen, dat alleen die 18 mensen in Jeruzalem schuldig waren. Hij ontkent het en zegt: “Volstrekt niet zeg Ik u, maar als ge niet tot bekering komt, zult ge allen op dezelfde wijze omkomen.

De tegenwoordig veel gehoorde opmerkingen, ieder krijgt wat hij verdient, en God straft onmiddellijk, zijn opmerkingen waar Jezus het niet mee eens is.

Een heel belangrijk probleem komt hier ter sprake: Als mensen door ziekte of dood worden getroffen, komt vaak als eerste reactie naar boven: “God, waarom moet mij dit overkomen, waar heb ik dit aan verdiend”? Een vaak begrijpelijke reactie. Lijden, ziekte en dood komen meestal onverwacht en zeker ongewenst. Toch is veel lijden verklaarbaar. Risico’s nemen in het verkeer, verkeerde en overdadige eetgewoonten, onderlinge ruzies van mensen, die stress veroorzaken komen je gezondheid niet ten goede. Dat is lijden wat we elkaar aandoen. Kinderen kunnen zich rot voelen op school als er steeds onderlinge ruzies zijn.

Belangrijk is de vraag, hoe moeten we er mee omgaan, met elkaar en met onszelf? Hoe reageert Jezus daarop? Hij zegt dat je bij lijdende mensen die het moeilijk hebben, eerst vragen moet stellen aan jezelf.

Een mooi voorbeeld is dat schitterende verhaal over die onvruchtbare vijgenboom. Hij heeft al drie jaar geen vrucht gedragen. De eigenaar van de wijngaard is teleurgesteld. Hij wil dat de boom zo snel mogelijk wordt omgehakt, weg er mee, dat geeft alleen maar ergernis.

Maar de man die de wijngaard onderhield was een bijzondere man. Hij zei tegen de wijngaardenier: “ Laat mij de grond omspitten en er mest opbrengen, misschien brengt hij dan vruchten voort”. Hij wil er dus extra aandacht aan besteden. Hij vindt het zonde van zo’n mooie boom. Als de boom over een jaar nog geen vruchten draagt, dan kun je hem omhakken. Hij zegt niet, dan hak ik hem wel om.

Het lijkt erop alsof die die iedere dag met die bomen omgaat, er dicht bij staat, een beetje voor die boom wil opkomen. Hij verdedigt die dorre vijgenboom.

Wat een geweldige levenshouding, voor iemand opkomen. Hij wil niet meteen een schuldige aanwijzen. Hij zegt niet net als die eigenaar, die boom deugt niet, er zit geen groeikracht in, dat heb in vanaf het begin al gezien. Het is helemaal niks.

Hij stel zichzelf dan de vraag: Misschien komt het wel door mij dat die boom niet tot bloei komt en vruchten voortbrengt. Misschien heb ik er wel niet genoeg aandacht aan geschonken.

Schuldigen aanwijzen doen we vaak maar al te gauw. Of dat nu gebeurt bij een auto ongeluk of bij ruzie tussen grote mensen of bij kinderen in de klas op school. Het is vaak de gemakkelijkste weg.

Juist in deze vastentijd moeten we daar over nadenken: Hoe eerlijk zijn we tegenover elkaar? Durven we weleens te zeggen: “Sorry, het was mijn fout”. Of is het inderdaad gemakkelijker om die boom om te zagen omdat het in jouw ogen schijnbaar toch niks is?

Of anders gezegd, is het gemakkelijker om zomaar mensen aan de kant te zetten die ons niet aanstaan?

Nee, we moeten in deze vastentijd onszelf en anderen recht aankijken en durven zeggen: Sorry het spijt me. Laten we elkaar, zoals Jezus dat deed, elkaar kansen geven en respecteren. Amen.