Kerstmis – dagmis

Kerstmis – dagmis, jaar A

 

EERSTE LEZING

Jes. 52, 7-10

Alle einden van de aarde
aanschouwen het heil van onze God.

Lezing uit het Boek Jesaja

Hoe liefelijk op de bergen zijn de voeten van de bode die vrede verkondigt,
die goed nieuws brengt, die redding verkondigt,
die tot Sion zegt: “Uw God regeert!”
Uw torenwachters verheffen hun stem en jubelen tegelijk,
want zij zien, oog in oog, hoe de Heer naar Sion terugkeert.
Barst uit in gejubel, allen tegelijk, puinhopen van Jeruzalem,
want de Heer heeft zijn volk getroost,
Hij heeft Jeruzalem verlost.
De Heer heeft zijn heilige arm ontbloot voor het oog van alle volkeren;
en alle einden van de aarde aanschouwen het heil van onze God.

Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.

ANTWOORDPSALM Ps. 98 (97), 1. 2-3ab. 3cd-4. 5-6 (R. 3cd)

R. Alle einden van de aarde hebben het heil van onze God aanschouwd.

Zingt voor de Heer een nieuw gezang
want wondere daden heeft hij verricht:
Zijn rechterhand, zijn heilige arm,
heeft Hem de zege gebracht. R.

De Heer heeft zijn heil geopenbaard,
voor de ogen van de volken zijn rechtvaardigheid onthuld.
Zijn liefde en trouw was hij indachtig,
ten gunste van Israëls huis. R.

Alle einden van de aarde
hebben het heil van onze God aanschouwd.
Juicht voor de Heer, heel de aarde,
breekt uit in jubel en gezang. R.

Zingt voor de Heer bij het spel van de lier,
bij het spel van de lier, met luid gezang.
Onder het schallen van trompet en ramshoorn,
juicht voor de koning, de Heer. R.

TWEEDE LEZING

Hebr. 1, 1-6

God heeft tot ons gesproken door de Zoon.

Lezing uit de Brief aan de Hebreeën

Nadat God vroeger vele malen en op velerlei wijzen
tot de vaderen gesproken had door de profeten,
heeft Hij op het einde van deze dagen tot ons gesproken door de Zoon,
die Hij erfgenaam gemaakt heeft van al wat bestaat
en door wie Hij de wereld ook heeft geschapen.
Deze is de afstraling van Gods heerlijkheid
en het evenbeeld van zijn wezen,
en Hij houdt alles in stand door zijn machtig woord.
En na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken,
heeft Hij zich neergezet ter rechterzijde van de majesteit in den hoge,
en werd Hij zoveel verhevener boven de engelen
als de naam die Hij geërfd heeft, hen overtreft.
Want tot wie van de engelen heeft God ooit gezegd:
“Gij zijt mijn Zoon; Ik heb U heden verwekt”,
en vervolgens:
“Ik zal hem tot vader zijn en hij zal Mij tot zoon zijn”?
Wanneer Hij echter de Eerstgeborene de wereld binnenleidt, zegt Hij:
“En alle engelen van God moeten Hem hulde brengen.”

Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.

VERS VOOR HET EVANGELIE

R. Alleluia.
Een heilige dag is over ons opgegaan;
komt, volkeren, en aanbidt de Heer,
want een groot licht is heden op aarde neergedaald.
R. Alleluia.

EVANGELIE

Joh. 1, 1-18 of 1, 1-5. 9-14

Het woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond.

In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Deze was in het begin bij God. Alles is door Hem geworden en zonder Hem is niets geworden. Wat geworden is in Hem, was leven en het leven was het licht van de mensen.

De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Lezing uit het heilig Evangelie volgens Johannes
allen: Lof zij U, Christus.

In het begin was het Woord
en het Woord was bij God
en het Woord was God.
Deze was in het begin bij God.
Alles is door Hem geworden
en zonder Hem is niets geworden.
Wat geworden is in Hem, was leven
en het leven was het licht van de mensen.
En het licht schijnt in de duisternis
maar de duisternis nam het niet aan.
(Er kwam een mens, een gezondene van God;
zijn naam was Johannes.
Deze kwam om te getuigen,
omdat hij zou getuigen van het Licht,
opdat allen zouden geloven door hem.
Niet hij was het Licht
maar hij zou getuigen van het Licht.)
Het ware Licht dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld.
Hij was in de wereld
en de wereld was door Hem geworden,
maar de wereld kende Hem niet.
Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet.
Aan allen echter die Hem wél aanvaardden,
aan hen die in zijn Naam geloven,
gaf Hij het vermogen kinderen van God te worden.
Zij zijn niet uit bloed
noch uit de wil van het vlees
noch uit de wil van een man,
maar uit God geboren.
En het Woord is vlees geworden
en heeft onder ons gewoond,
en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd,
een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader,
vol van genade en waarheid.
(Johannes getuigde over Hem en riep uit:
“Deze was het van wie ik zei:
Hij die achter mij komt, is vóór mij geworden,
want Hij was eerder dan ik.”
Vanuit zijn volheid hebben wij allen ontvangen,
genade op genade.
Want werd de wet door Mozes gegeven,
de genade en de waarheid kwamen door Jezus Christus.
Niemand heeft God ooit gezien:
de Eniggeboren God,
gericht op de schoot van de Vader,
heeft Hem doen kennen.)

Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.