Preek op 14-06-2020, Sacramentsdag, jaar A, diaken Eelke Ligthart

Preek op 14-06-2020, Sacramentsdag, jaar A, diaken Eelke Ligthart

Openingswoord

Dierbare medegelovigen, van harte welkom bij de viering van de H. Eucharistie, ook allen die via internet met ons zijn verbonden.

Vandaag op Sacramentsdag vieren we dat Jezus werkelijk tegenwoordig is onder de gedaanten van brood en wijn. We zeggen dat met het grootste gemak, maar wat betekent het eigenlijk dat Jezus in brood en wijn werkelijk tegenwoordig is? Het valt me altijd op dat ‘tegenwoordig zijn’ in de bijbel iets anders is dan zomaar ergens zijn. God zegt tegen Mozes dat zijn naam JHWH is, ‘Ik-ben-die-is’: ‘Ik ben er voor jullie, ik kijk niet de andere kant op, ik heb jullie hulpgeroep in Egypte gehoord. Ik ken jullie lijden.’

Dat God tegenwoordig is, betekent dat hij  mensen bevrijdt uit hun onmacht, net zoals de Israëlieten werden bevrijd uit de Egyptische slavernij, dat Hij vóór hen uit door de woestijn trekt, dat hij hun zijn wegen leert, uit de rots water laat ontspringen en in de woestenij brood uit de hemel doet neerdalen, en niet alleen brood, maar alles wat een mens, wat ook wij, nodig heeft.

Want een mens leeft niet van brood alleen. God heet dus niet voor niets JHWH.

Preek

Vandaag op Sacramentsdag vieren we dat Jezus werkelijk tegenwoordig is onder de gedaanten van brood en wijn.

Hij is aanwezig. ‘Werkelijke tegenwoordigheid’ is méér dan min of meer toevallig ergens zijn.

Hij is er. Niet alleen is Hij hier ter plekke, maar Hij is er in een veel intenser betekenis. Hij keek niet de andere kant op.  Hij bleef ook niet langs de kant staan kijken, maar Hij wil met ons zijn, meelopen in onze processie door het leven. Hij is op zijn manier werkelijk tegenwoordig bij een mens in nood.

Wanneer we zeggen dat Christus tegenwoordig is, zeggen we ook allereerst dat Hij er op het beslissende moment wás, toen Hij voor ons gestorven is, en dat de wereld daardoor tot leven is gewekt.

De gelovigen rond de evangelist Johannes hoorden dat alles meeklinken in het zinnetje: ‘Het brood dat ik zal geven, is mijn vlees voor het leven van de wereld.’ Het zijn bekende woorden, maar opeens blijft je aandacht hangen aan het woord ‘vlees’. ‘Vlees’ doet denken aan dingen waar ik liever omheen loop, geweld, aanslagen en slachtingen.

De gelovigen rond Johannes dachten bij ‘Het brood dat ik zal geven, is mijn vlees voor het leven van de wereld’, meteen aan de gewelddadige dood van Jezus. Hij was het lam dat de zonden van de wereld wegneemt, het paaslam, gedood op het moment waarop de paaslammeren in de tempel geslacht werden. Wat werkelijke tegenwoordigheid ten diepste betekent, heeft Jezus op het kruis laten zien.

Hij liep niet weg voor het offer, toen het erop aan kwam. Hij kwam op voor ons mensen. Maar de eerste christenen wisten ook uit ervaring dat het kruisoffer van Jezus voor hen een bron van leven was.

Op het kruis had Hij immers letterlijk en figuurlijk de Geest gegeven, een nieuw begin gemaakt. ‘Het brood dat ik zal geven is mijn vlees voor het leven van de wereld.’

Daarom roept Jezus ons  op om zijn vlees te eten en zijn bloed te drinken. Alleen zo vinden wij blijvend, waarachtig leven, leven dat de moeite waard is. ‘Zijn vlees eten’ en‘zijn bloed drinken’: het klinkt nogal cru, maar het staat er wel, ik kan het ook niet helpen. Jezus gebruikt krasse taal om ons in te prenten dat de heilige maaltijd van brood en beker zijn uiteindelijke betekenis krijgt door zijn kruisoffer.

Je hoort hem als het ware zeggen: “Geloof in mij en sta voor de dingen waar ik voor sta, dat gaat zeer doen, daar zit een prijskaartje aan vast. Neem dus het brood en drink de beker en denk eraan dat ik mijn vlees en bloed heb gegeven opdat ook jij, wij de kracht, de Geest, moge krijgen die je doet opstaan uit zelfzucht en verlorenheid.”

‘Mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank’. Al gauw zagen christenen dat deze woorden van het evangelie van vandaag gaan over de eucharistie. Op die woorden voortbouwend, kent onze katholieke traditie de aanbidding van de eucharistie, niet alleen tijdens de eucharistieviering, maar ook daarbuiten. Geconsacreerde hosties worden bewaard voor de zieken of ter aanbidding van het Allerheiligste.

Een bijzondere vorm van aanbidding is de sacramentsprocessie die op diverse plaatsen in vroeger tijden gehouden werd. Maar het geloof in de werkelijke tegenwoordigheid van Christus beleven we niet alleen in een eucharistieviering, een Woord- en-Communieviering, een lof met uitstelling van het Allerheiligste of een sacramentsprocessie. De eigenlijke test van ons geloof blijft steeds de processie van ons leven. Christus is werkelijk tegenwoordig inde eucharistie om tegenwoordig te zijn in ons leven. Straks bij de communie horen we weer de woorden: ‘Lichaam van Christus’ en ‘Bloed van Christus’. We antwoorden: ‘Amen, ja, zo is het, ja zo zij het. Heer, dat wil ik, mij laten doordringen van uw gezindheid, in uw voetspoor gaan, er zijn voor God en voor de mensen, met vallen en opstaan, maar toch, op mijn manier, ook werkelijk tegenwoordig.’

Een zalige Sacramentsdag. Amen.