Zaterdag 8 augustus – de heilige Dominicus – voor volwassenen

Zaterdag 8 augustus – de heilige Dominicus – voor volwassenen

Dominicus Guzmán (ook van Caraluega), Bologna, Italië; stichter; † 1221.

Feest 24 mei (overbrenging & verheffing relieken in 1233) & † 6 & 8 augustus.

Dominicus’ wieg stond in Caraluega, gelegen in de Spaanse provincie Burgos. Hoewel geschiedkundig gesproken zijn geboortedatum niet vaststaat, beweren sommige documenten dat hij op 24 juni 1170 het levenslicht zag. Daarmee is hij een tijdgenoot van Franciscus van Assisi (1180-1226; feest 4 oktober), de stichter van de franciscaner orde, die gekenmerkt wordt door armoede.
Zijn vader heette Felix de Guzmán; zijn moeder was de zalige Juana van Aza († 1190; feest 8 augustus).

Johanna van Aza op, Spanje; † ca 1190 (of 1205); feest (2 & ) 8 augustus.
Zij werd geboren op het kasteel van het geslacht Aza, dichtbij Aranda in Oud-Castilië. Zij huwde met Felix de Guzmán. Zij kregen twee zoons en een dochter. Daarna kwamen er geen kinderen meer, terwijl de beide echtelieden er bijzonder naar verlangden. Zij ondernamen zelfs een bedevaart naar het graf van de heilige Dominicus van Silos langs de weg naar Compostella. Hierna kregen ze inderdaad een kind, een zoon. Hij werd genoemd naar Dominicus van Silos: Dominicus Guzmán. Zijn moeder gaf hem een diepreligieuze opvoeding. Hij zou later de beroemde stichter worden van de Orde der Predikheren, ook wel naar hun stichter dominicanen geheten.
Er is een legende die vertelt, dat Dominicus’ moeder tijdens haar zwangerschap eens droomde, dat zij een hond ter wereld bracht met een brandende fakkel in zijn bek. De Latijnse naam voor zijn latere volgelingen ‘Dominicanes’ werd ook wel uitgelegd als ‘Domini Canes’ = ‘Honden van de Heer’!
[101a»Jane; 102»Jeanne; 106; 107; 224p:22; 282b:171]

Hij studeerde in de Spaanse plaats Palencia en werd in 1199 kanunnik te Osma; in 1201 was hij er subprior. In 1205 vertrok hij met de bisschop van Osma, Diego van Azevedo († 1207; feest 30 december), naar Denemarken om er de prinses op te gaan halen die bestemd was de echtgenote te worden van koning Alfonso VIII van Castilië. Maar onderweg hoorden ze, dat het meisjes intussen was overleden. Nu zetten ze koers naar Rome in de hoop dat de paus, op dat moment Innocentius III († 1216), hun toestemming zou geven om de Cumanen in de Oekraïne tot het christendom te bekeren. Maar de paus stuurde ze terug met de uitdrukkelijke opdracht om de cisterciënzer monniken te gaan helpen die in de Zuid-Franse landstreek Languedoc bezig waren de ketterse Albigenzen weer op het rechte pad te krijgen. Lees verder.