Ter voorbereiding van de viering van woensdag 09-06-2021
Uit een homilie van de priester Origenes ( † 253/254) over het boek Jozua
De doortocht door de Jordaan
In de Jordaan was de verbondsark voor het volk van God een gids. De priesters en de levieten stonden stil; het water beteugelde zijn loop om als het ware eer te bewijzen aan de dienaren van God en het bedwong zijn bovenloop om het volk van God ongeschonden door te laten.
Verwondert u er niet over dat wat bij een vroeger volk gebeurd is, aan u wordt verhaald. Aan u, christenen, die door het sacrament van het doopsel de rivier de Jordaan zijt doorgetrokken, heeft het goddelijk woord veel grotere en meer verheven dingen beloofd. Het belooft u de doortocht door de hemelen.
Luistert naar wat Paulus zegt over de rechtvaardigen: ‘Wij zullen in een oogwenk op de wolken in de lucht worden weggevoerd, Christus tegemoet. En zo zullen we voor altijd samen zijn met de Heer’ (1 Tess. 4, 17). De rechtvaardige hoeft niets te vrezen; heel de schepping is hem onderdanig. Luistert nog naar de belofte die God hem doet door de profeet: ‘Moet gij door vuur heen, dan zullen de vlammen u niet deren. Want Ik ben de Heer uw God’ (Jes. 43, 2.3). Zo staat iedere plaats open voor de rechtvaardige en verleent heel de schepping hem zijn dienstbaarheid.
Denkt niet dat dit in vroegere tijden gebeurd is, maar in u die dit aanhoort, niet meer gebeurt. Al die dingen voltrekken zich in u op een mystieke wijze. Pas hebt gij de duisternis van de afgoderij verlaten en gij verlangt ernaar de goddelijke wet te aanhoren. Zo verlaat gij nu eerst Egypte. Gij zijt toegetreden tot het getal van de geloofsleerlingen en begint te gehoorzamen aan de voorschriften van de kerk. Zo zijt gij door de Rode Zee getrokken en aanhoort gij elke dag, bij elke halte in de woestijn, Gods wet en aanschouwt gij het gelaat van Mozes, verlicht door de glorie van de Heer. Maar als gij gekomen zult zijn tot de mystieke bron van het doopsel en, in tegenwoordigheid van het college van priesters en diakens, ingewijd zult zijn in die heilige en glorierijke mysteriën – die alleen zij kennen die ze mogen kennen – dan zult ook gij, met behulp van de priesters, de Jordaan oversteken en het land van de belofte betreden waarin, na Mozes, Jezus u ontvangt, en voor u de leider wordt op een nieuwe weg.
Herinnert u die vele, grote wonderen van God: dat Hij voor u de zee verdeelde en dat het water van de rivier stil bleef staan, en zegt dan tot hen: ‘Wat is het toch, zee, dat u vluchten doet? Jordaan, waarom wijkt ge terug? Gij bergen, wat springt ge als rammen op; gij heuvels, als lammeren?’ Het goddelijk woord zal u dan antwoorden en zeggen: ‘De aarde beeft voor het aanschijn des Heren; zij siddert voor Jakobs God, die rotsige grond tot een waterpoel maakt en harde steen tot een bron’ (Ps. 114 (113A), 5-8).