Ter voorbereiding van de viering van dinsdag 20-07-2021
Uit de brief van de heilige paus Clemens I († 101) aan de Korintiërs
Gelukkig zijn wij, als wij Gods geboden naleven in eendracht en liefde
Het is u bekend, geliefden, hoe groot en wonderlijk de liefde is en hoezeer haar volmaaktheid alle uitleg te boven gaat! Wie kan deze liefde bezitten dan alleen degene die door God hiervoor waardig is geacht? Laten wij Hem daarom bidden om van zijn barmhartigheid te verkrijgen dat wij mogen leven in de liefde, onberispelijk en ver van alle menselijke partijdigheid. Alle geslachten, vanaf Adam tot aan deze dag, zijn voorbijgegaan, maar zij die door Gods genade volmaakt zijn geworden in de liefde, mogen wonen in de verblijfplaats van de vromen. Dezen zullen in de openbaarheid treden op de dag dat God het koninkrijk van Christus komt bezoeken. Er staat immers geschreven: ‘Gaat uw binnenkamers in; houdt u nog even schuil tot mijn toorn en woede voorbij zijn. Ik zal Mij de goede dag herinneren en u opwekken uit uw graven’ (Jes. 26, 20).
Gelukkig zijn wij, geliefden, als wij Gods geboden naleven in eendracht en liefde; dan zullen omwille van de liefde onze misslagen worden vergeven. Want er staat geschreven: ‘Gelukkig degene wiens fout werd vergeven, wiens zonde door God werd bedekt. Gelukkig de mens die geen schuld heeft bij God, wiens hart geen misdaad verbergt’ (Ps. 32 (31), 1-2). Deze zaligspreking geldt voor hen die God heeft uitverkoren door Jezus Christus, onze Heer. Aan Hem zij de glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Misleid door de tegenstander zijn wij in veel dingen te kort geschoten en hebben wij veel misdaan; laten wij bidden dat dit alles ons wordt vergeven. Zij die de aanstichters zijn geweest van het oproer en de scheuring, moeten hun aandacht richten op onze gemeenschappelijke hoop. Want wie godvrezend is en in de liefde leeft, wil liever zelf leed ondergaan in plaats van zijn naaste; liever wil hijzelf onder het oordeel vallen dan de eendracht te schaden die ons terecht als iets schoons is overgeleverd. Het is beter zijn overtredingen te belijden dan zijn gemoed te verharden.
Wie is er dan onder u edelmoedig, barmhartig en van liefde vervuld? Laat hij zeggen: indien er door mijn schuld oproer en twist en scheuring is, dan trek ik mij terug en ga ik waarheen gij wilt, en dan doe ik wat de meerderheid van mij verlangt; als Christus’ kudde maar in vrede leeft onder het gezag van de oudsten die over hen zijn aangesteld. Wie zo handelt, zal zich grote roem in Christus verwerven en zal overal een thuis vinden. Want ‘aan God hoort de aarde en al wat erop is’ (Ps. 24 (23), 1). Zij die zich gedragen als burgers van God, hebben zo gehandeld en zullen altijd zo handelen; en voor dit gedrag behoeven zij zich niet te schamen.