Ter voorbereiding van de donderdag in de derde week van de advent, 16-12-2021

Ter voorbereiding van de donderdag in de derde week van de advent, 16-12-2021

Uit de dogmatische constitutie over de goddelijke openbaring van het Tweede Vaticaans Concilie

Christus voltooit de gehele openbaring

God die door zijn Woord alles schept en in stand houdt, geeft in de geschapen dingen een bestendig getuigenis aan de mensen. Daar Hij de weg van het hemelse heil voor hen wil openstellen, heeft Hij zich vanaf het begin aan onze stamouders geopenbaard.

Na de zondeval heeft Hij hen door de belofte van de verlossing opgericht tot de hoop op het heil. Zonder onderbreking heeft God zorg gedragen voor de mensheid: Hij schenkt eeuwig leven aan allen die, volhardend in het goede, het heil zoeken.

Op de vastgestelde tijd heeft Hij Abraham geroepen om hem tot een groot volk te maken. Na de aartsvaders heeft Hij door Mozes en de profeten dit volk geleerd Hem als de éne levende en ware God te erkennen, als de zorgzame Vader en rechtvaardige Rechter. Ook leerde Hij hen de beloofde Heiland te verwachten. Op deze wijze heeft Hij door de eeuwen heen de weg voor het evangelie bereid. Nadat God ‘vele malen en op allerlei wijzen gesproken had door de profeten, heeft Hij nu, op het einde der tijden, tot ons gesproken door de Zoon’ (Heb. 1, 1-2).

Hij heeft immers zijn Zoon gezonden, het eeuwige Woord dat alle mensen verlicht, om onder de mensen te wonen en hun de geheimen van God bekend te maken.

Jezus Christus dus – het Woord dat vlees geworden is, als mens tot de mensen gezonden – ‘spreekt Gods eigen woorden’ (Joh. 3, 34) en voltooit het heilswerk dat de Vader Hem heeft opgedragen te doen.

Hij die gezegd heeft: ‘Wie Mij ziet, ziet ook de Vader’ (vgl. Joh. 14, 9), voltrekt daarom de openbaring en voltooit haar: door geheel zijn tegenwoordigheid en verschijning, door woord en werk, door tekenen en wonderen, maar vooral door zijn dood en zijn glorievolle verrijzenis uit de doden, en tenslotte door de zending van de Geest der waarheid. Deze openbaring bekrachtigt Hij met een goddelijk getuigenis dat inhoudt: God is met ons, om ons uit de duisternis van zonde en dood te bevrijden en tot eeuwig leven op te wekken.

Daarom zal de christelijke heilsbedeling, die immers het nieuwe en definitieve verbond is, nooit voorbijgaan. En ook is er geen nieuwe publieke openbaring te verwachten vóór de glorievolle verschijning van onze Heer Jezus Christus.