Preekje op 27-08-2020, donderdag in de 21e week door het jaar 2

Preekje op 27-08-2020, donderdag in de 21e week door het jaar 2

Monica werd in 331 te Tagaste in Noord-Afrika geboren uit christelijke ouders. Op jeugdige leeftijd werd zij aan een zekere Patricius ten huwelijk gegeven. Een van haar kinderen was Augustinus, voor wiens bekering zij onder tranen tot God heeft gebeden. Zij is het voorbeeld van een goede moeder, die haar geloof versterkte door gebed en ervan getuigde door een deugdzaam leven. Zij stierf te Ostia in 387.

Wij allemaal doen ons best om God liefde hebben, om te zorgen voor de mensen die ons zijn toevertrouwd en om onze zonden en fouten te verbeteren.

En toch hebben we ook allemaal van die dagen waarop alles lijkt mis te gaan. Zonden en falen gebeuren. Soms worden wij overvallen door twijfels en zorgen. Wij vragen ons dan af of wij ooit in staat zullen zijn om voorgoed te veranderen, vooral wanneer de duivel ons influistert, dat de kans op verlossing al voorbij is.

De geloofsgemeenschap in Korinthe had ook van die slechte dagen. De gemeenschap leefde in een relatief nieuwe, welvarende kosmopolitische stad. Zij worstelde met interne verdeeldheid, strijd over geestelijke gaven en hier en daar immorele praktijken onder haar leden.

Maar ondanks dat alles bleef Paulus hoopvol. Hij begon zijn brief aan deze mensen zelfs met God te bedanken voor de genade, die hen in Jezus Christus is gegeven.

In de dagen, dat wij het weleens moeilijk hebben met onszelf, kunnen wij ons optrekken aan het voorbeeld van Paulus en God danken, omdat Hij ons heeft geroepen en ons zal helpen om tot het einde toe stand te houden. Danken wij de hemelse Vader, die zoveel van ons houdt, dat Hij zijn Zoon naar ons stuurde om ons te redden. Danken wij God, dat Hij ons heeft geroepen zelfs voordat wij besloten Hem te volgen, ook al lijkt die navolging van Jezus Christus door ons nog zo onvolmaakt. Op onze ergste dag is die roeping niet veranderd, en al zouden wij alleen maar zeggen: “Hier ben ik, Heer,” dan is dat weer een nieuw begin.

Als wij proberen ons vast te houden aan het geloof waartoe wij geroepen worden en wij doen ons best om die heiligheid te bereiken, die God voor ons heeft weggelegd, zal Hij zijn genade over ons blijven uitstorten, ook en vooral op de slechte dagen. Vergeten wij niet, dat zelfs ons verlangen om aan Gods oproep te beantwoorden al genade is. Zelfs het besef van tekortschieten zit altijd verpakt in de genade om ons opnieuw te bekeren.

Als wij weer eens zo’n slechte dag hebben, laten we dan even een pas op de plaats maken en God, die getrouw is, van harte danken. Beseffen wij, dat Hij die ons geroepen heeft, ons, zijn kinderen, als een echte vader tot het einde toe zal blijven vasthouden.