Preekje op 25-08-2020, dinsdag in de 21e week door het jaar 2

Preekje op 25-08-2020, dinsdag in de 21e week door het jaar 2

Hebben wij ooit gehoord, dat iemand berispt werd of een bekeuring kreeg voor een of andere overtreding en dat wij ons toen realiseerden, dat wij onlangs nog hetzelfde hebben gedaan, bijvoorbeeld dat wij door een rood stoplicht zijn gereden of geen voorrang hebben verleend?

Jezus’ berisping in het evangelie van vandaag was gericht tot de schriftgeleerden en de Farizeeën, die zich tegen Hem verzetten, maar was ook bedoeld voor alle andere mensen, die zijn woorden hoorden: de menigte, zijn eigen leerlingen, en natuurlijk ook voor ons.

Het gaat er vandaag over, dat de innerlijke reiniging van de mens belangrijker is dan de uitwendige. Wij allemaal hebben nood aan een diepe reiniging, genezing. Eventjes snel met een stofdoek erover is niet voldoende.

Dat geldt vandaag de dag al helemaal in dit tijdperk van elektronische communicatie en van sociale media. Het is voor veel mensen verleidelijk om tegenover anderen een perfect beeld van zichzelf te presenteren zonder aandacht te hebben voor de verborgen problemen, die er ongetwijfeld zijn, bij iedereen. Beter zou zijn: dit en dat zijn mijn sterke punten, maar ik heb ook een aantal minpunten, zwakheden, nadelen, wie heeft die niet!?

Jezus’ woorden zijn een vurig pleidooi om die diepere problematiek aan te pakken en ons leven te bevrijden van alle zonden en zwakheden.

Hoe kunnen wij dat doen? Wel, om te weten hoe wij iets goed schoon kunnen maken, moeten wij eerst weten wat voor een soort vuil wij willen verwijderen. Er zijn in onze huishoudens toch ook verschillende soorten schoonmaakmiddelen.

Het is daarom belangrijk, dat wij de heilige Geest vragen om minstens één zonde of zwakheid aan te wijzen, bijvoorbeeld dat wij vaker jaloers zijn of ongeduldig of snel oordelen over anderen. Wij hoeven niet bang te zijn, dat Jezus Christus ons zal veroordelen. Hij is juist blij, dat wij geholpen willen worden. Zijn grootste wens is dat wij bevrijd worden van alles wat ons van Hem en van elkaar scheidt.

Zodra wij weten wat wij moeten opruimen, moeten wij ook in actie komen. Dat betekent misschien, dat wij iemand vergiffenis moeten vragen of dat wijzelf een ander moeten vergeven.

Misschien zal de heilige Geest ons ertoe aanzetten om te gaan biechten, zodat wij de absolutie kunnen ontvangen en wijze raad.

Een grote schoonmaak kan een beetje rommel geven, er moet van alles aan de kant, maar laten wij ons daar niet door afschrikken. Het is de moeite waard.

Als wij onszelf reinigen van zaken als hebzucht of jaloezie of trots, voelen wij ons minder geneigd om onszelf te vergelijken met anderen. Wij voelen ons dan niet beter dan anderen, maar ook niet minder. Als wij een ons in het verleden aangedaan kwaad weten te vergeven, zullen wij op den duur steeds minder last krijgen van woede of bitterheid. In plaats daarvan zullen wij vrede en vreugde voelen.

Vergeten wij vooral niet, dat wij dit werk niet alleen hoeven te doen. De Heer wil nog veel liever dat wij gereinigd worden dan dat wij dat zelf willen. En Hij zal ons de genade en de moed geven om het te doen.