Preekje op 24-11-2020, dinsdag n de 34e week door het jaar 2
In het vroegere Tonkin, Annam en Cochin-China, de tegenwoordige Socialistische Viëtnamese Republiek, werd reeds vanaf de zestiende eeuw de boodschap van het evangelie verkondigd. De arbeid van de missionarissen bracht rijke vruchten voort. Met korte onderbrekingen van rust en vrede namen de heersers van deze gebieden echter allerlei strafmaatregelen tegen het christelijk geloof. De volgelingen van Christus werden gehaat en vele gelovigen stierven de marteldood. Op 19 juni 1988 werd een klein aantal van hen, namelijk honderdzeventien martelaren, door paus Johannes Paulus II heilig verklaard. Onder hen zijn zesennegentig Viëtnamezen, priesters en leken (mannen en vrouwen), elf Spaanse dominicanen en tien priesters van de Sociëteit van de Buitenlandse Missies van Parijs.
De woorden van Jezus tot zijn leerlingen in het evangelie van vandaag zouden zo uit een hedendaagse krant kunnen komen. Waar wij ook kijken, wij vinden altijd verslagen over oorlogen, honger en verwarring en onrust. En als wij alle puzzelstukjes op de juiste plaats bij elkaar leggen, zouden wij tot de conclusie kunnen komen, dat wij werkelijk in het einde der tijden leven.
Jezus was echter zo wijs om zijn leerlingen te zeggen, dat zij niet moesten uitkijken naar tekenen om het einde der tijden te kunnen voorspellen. Wij zien, dat ook aan de eeuwen waarin wij leven. Er zijn tijden geweest, waarin eveneens vele oorlogen werden uitgevochten en erge aardbevingen plaatsvonden en toch is Jezus ook toen nog niet gekomen. Het is alsof Jezus tegen zijn leerlingen wilde zeggen: Zoals er altijd armen bij jullie zullen zijn, zo zullen deze tekenen jullie ook altijd vergezellen. In zekere zin leven wij in het einde der tijden sinds de dag, dat Jezus ten hemel is opgestegen. Hij zou iedere dag kunnen terugkomen, en hoe hard wij ook proberen om zijn wederkomst te voorspellen, Hij zal ons toch weten te verrassen.
Hoe kunnen wij voorbereid blijven op een gebeurtenis, die wij tijdens ons eigen leven misschien helemaal niet meemaken? Het antwoord is even eenvoudig als 2000 jaar geleden: door dicht bij Jezus te blijven. Degenen onder ons, die getrouwd zijn, zullen zich de eerste tijden van verliefdheid goed kunnen herinneren. Zij waren zo sterk op hun geliefde gericht, dat niets hen van het verlangen naar de geliefde kon afleiden.
Op soortgelijke wijze wil Jezus onze Geliefde zijn. Hij wil onze harten zo vullen met zijn liefde, dat wij niets anders meer willen dan in zijn liefde verblijven en dat wij als vaten vol liefde voor de wereld om ons heen willen zijn. Wanneer wij zover zijn, zullen wij ervan overtuigd zijn, dat wat er ook in de wereld gebeurt, dat God alles onder controle heeft.
Als wij iedere dag bidden en uit de heilige Schrift lezen, al is het maar voor 5 of 10 minuten, zullen onze zorgen en angsten minder worden en zullen wij meer van Jezus Christus gaan houden. En dan – of Jezus nu vandaag terugkomt of over 10 of 20 jaar – zullen wij altijd klaarstaan om Hem met open armen te ontvangen.