Preekje op 21-08-2020, vrijdag in de 20e week door het jaar 2
Vandaag vieren wij Paus Pius X. Giuseppe Sarto werd in 1835 in het dorp Riese (in het gebied van Venetië) geboren. Na zijn priesterwijding was hij ijverig in verschillende parochies werkzaam. Achtereenvolgens werd hij bisschop van Mantua en patriarch van Venetië. In 1903 werd hij tot paus gekozen.
Overeenkomstig zijn devies ‘Alles hernieuwen in Christus’ leefde hij in eenvoud en onthechting, en toonde hij een grote geestkracht. Hierdoor was hij in staat het christelijk leven onder de gelovigen te bevorderen en krachtig op te treden tegen de dwalingen. Hij stierf op 20 augustus 1914.
In het evangelie van vandaag horen wij over de Farizeeën en de Sadduceeën. Zij hebben al vaker geprobeerd om Jezus Christus in de val te lokken. Zij stellen strikvragen en zoeken dan in zijn antwoorden naar iets wat zij tegen Hem kunnen gebruiken. Deze keer sommige Farizeeën dit door Hem te vragen wat het belangrijkste gebod is. Zou Jezus Christus het eens zijn met hun eigen beoordeling?
Natuurlijk doorzag Jezus hun harten. Hij wist, dat rivaliteit en achterdocht hen ertoe hadden gebracht Hem deze vraag te stellen. En daarom vertelde Hij hen, dat het onderhouden van de wet samen moet gaan met liefde. Liefde voor God en medemens is de maatstaf voor het volgen van de Heer. En het was ook de maatstaf, die zij moesten gebruiken om de manier waarop zij de Wet van Mozes volgden te evalueren. Zonder liefde kan geen enkele wet het leven geven.
Jezus Christus zegt ons vandaag hetzelfde, omdat Hij weet dat er in ons allemaal iets van de houding van de Farizeeën kan zitten. Liefde is ook voor ons de ultieme test. Het is het kader waarbinnen God ons vraagt ons leven op te bouwen. Het is de weg, die wij moeten gaan wanneer wij belangrijke beslissingen moeten nemen. Hij wil, dat wij onze prioriteiten minder baseren op de vraag of wij een regel juist vervullen en meer op de vraag of wij groeien in liefde voor God en de naaste. Regels zijn niet voldoende.
Denken wij aan het begin van iedere nieuwe dag er even aan, dat God als eerste van ons heeft gehouden. Hij is de bron waaruit wij kunnen putten om zelf liefde hebben. Nemen wij dikwijls even een moment om wat tijd met God te kunnen doorbrengen. Het maakt niet zo veel uit waar onze handen en onze geest mee bezig zijn, als wij alles maar uit liefde doen. Vergeten wij nooit, dat God ook van onze medemensen houdt, zo veel dat Hij voor hen wilde sterven. Vragen wij dus dikwijls, dat onze liefde meer en meer op die van Hem mag gaan lijken.
De volgende keer, dat wij weer voor een of andere beslissing staan, vragen wij ons dan altijd even af: hoe kan ik God en mijn medemens nu het beste liefhebben!?