Preekje op 20-08-2020, donderdag in de 20e week door het jaar 2
Broeders en zusters, wij vieren vandaag de heilige Bernardus, abt en kerkleraar.
Hij werd in 1090 bij Dijon (Frankrijk) geboren. In 1111 trad hij in bij de monniken van Cîteaux. Niet lang daarna tot abt van het klooster van Clairvaux gekozen, toonde hij zich door woord en voorbeeld een uitstekend geestelijk leidsman voor zijn ordebroeders.
Toen schisma’s de kerk verdeelden, trok hij geheel Europa door om de vrede en de eenheid te herstellen. Zijn vele geschriften zijn vooral van theologische aard en hebben veelal betrekking op de opgang van de mens naar God. Hij stierf in 1153.
Wij lezen vandaag weer uit de profeet Ezechiël. Hij staat voor een grote uitdaging, want het volk van Israël had de weg van God verlaten. De joden hadden de Naam van de Heer hun God door hun afgoderij ontheiligd en zij gingen ook onrechtvaardig met elkaar om. Zij waren zo ver van God afgedwaald, dat de joden er wel aan getwijfeld moeten hebben of zelfs genegeerd moeten hebben de macht van God om hen tegen hun vijanden te beschermen of hen uit de handen van hun vijanden te redden.
Maar te midden van deze zeer sombere toestand verkondigt de profeet Ezechiël een boodschap van hoop. God zal het hart en de geest van zijn volk veranderen. Dit zal zijn initiatief zijn, niet dat van de joden. En daardoor zal God tegenover de heidenvolken zijn heiligheid bewijzen.
Toen God tijdens onze doop de heilige Geest over ons uitstortte, gaf Hij ook ons een nieuw hart en een nieuwe geest. Maar Hij is altijd op zoek naar mogelijkheden om ons leven nog meer te vernieuwen, en net als in de tijd van Ezechiël is het zijn initiatief, die deze verandering tot stand brengt.
Hoe doet Hij dit? Een manier is ons te helpen om onszelf te zien zoals wij werkelijk zijn, met onze goede kanten, maar ook met al onze zonden, mislukkingen en zwakheden. Terwijl Hij ons onthult waar wij in de fout zijn gegaan, verzacht Hij ook ons hart. Hij helpt ons te zien hoe belangrijk het is om op zijn genade te vertrouwen en om in zijn genade te leven.
Toegegeven, dit kan een pijnlijk proces zijn. Het is geen oppervlakkige operatie. Het lijkt meer op een soort harttransplantatie. Er wordt diep in ons gesneden en het is daardoor dat wij zien wat er bij ons nog niet goed zit. Maar dat helpt ons wel, omdat wij dan samen met God en zijn genade stappen kunnen ondernemen om ons te bekeren, te vernieuwen.
Als wij horen, dat wij een zware operatie moeten ondergaan, kunnen we ons natuurlijk laten ontmoedigen, kunnen we wanhopig worden. Maar eerder zou het omgekeerde moeten gebeuren: wij mogen hopen op een beter leven, een betere toekomst, die hoop mag ons moed en kracht geven. God houdt van ons zoals wij nu zijn, maar Hij houdt zoveel van ons, dat Hij ons ook wil klaarmaken voor het geluk waartoe Hij ons heeft geroepen.