Preekje op 14-12-2020, maandag in de 3e week van de advent

Preekje op 14-12-2020, maandag in de 3e week van de advent

Vandaag viert de wereldkerk de heilige priester Johannes van het Kruis. Hij werd omstreeks 1542 te Fontiveros in Spanje geboren. Na enige jaren van kloosterleven als karmeliet, ontmoette hij de heilige Teresia van Avila en begon hij, op haar aanraden, met de hervorming van zijn orde. Deze onderneming kostte hem zeer veel moeite en offers. Hij stierf in 1591 te Ubeda in de roep van heiligheid en wijsheid. Daarvan getuigen ook zijn geestelijke geschriften.

Er zijn in Noord-Amerika mensen, die met een bumpersticker rondrijden waarop geschreven staat: Too Blessed to Be Stressed, wat betekent: Te veel gezegend om gestrest te kunnen zijn. Iemand heeft zo veel zegeningen ontvangen, die kan onmogelijk gestrest zijn.

Dit zou een mooie samenvatting kunnen zijn van het verhaal van Bileam en de Israëlieten uit de eerste Schriftlezing van vandaag. Ondanks veertig jaar zwerven in de woestijn en de kwade bedoelingen van Israëls vijanden, was het volk te veel door God gezegend om gestresst te zijn door de vijanden, of door zijn eigen voorafgaande ontrouw!

In het kort is het verhaal als volgt. Na de zwerftocht door de woestijn, stond het volk Israël klaar om het Beloofde Land in te trekken. Maar Balak, de koning van de Moabieten, was bang voor de macht van de Israëlieten en gaf een profeet, genaamd Bileam, opdracht een vloek over de Israëlieten uit te spreken. Zo hoopte Balak hen te kunnen vernietigen. Maar in tegenstelling tot Balaks wensen – en die van Bileam – gebruikte God hem om zijn liefde voor zijn volk uit te spreken. Hoewel Bileam bijna 600 kilometer reisde om Israël te vervloeken, benutte God zelfs Bileams ezel om zegeningen voor het uitverkoren volk uit te spreken. Toen Bileam dus zijn mond opende, verkondigde hij zegeningen en geen vervloekingen. Balaks plan viel lelijk in duigen. Niets kan Gods liefde ervan weerhouden zijn beloften waar te maken.

Sommige mensen zijn geneigd te denken, dat God mensen vervloekt voor hun tekortkomingen en zonden, of dat Hij zich weerhoudt van zegeningen, omdat wij onwaardig zijn. Maar dat is niet de God, die ons als een Vader liefheeft. Dat is niet de God, die zijn Zoon voor ons gaf, toen wij nog zondaars waren.

Advent is een tijd om na te denken over de enorme zegeningen, die God ons wil geven, en om die te ervaren. Hij wil ons overstromen met zijn liefde, zoals een wolkbreuk de aarde een douche geeft. Hij wil zijn licht in ons hart laten schijnen, een licht, dat duizendmaal helderder is dan de zon. Laten wij dus leven in de blijde verwachting van Gods zegeningen. Laten wij onder de wolkbreuk gaan staan. God wil zijn genade met bakken uit de hemel laten vallen. Laten wij ons gezicht tot de zon keren, tot Christus, die ons licht en ons leven wil zijn.