Preekje op 13-10-2020, dinsdag in de 28e week door het jaar 2

Preekje op 13-10-2020, dinsdag in de 28e week door het jaar 2

In de eerste lezing waarschuwt de apostel Paulus de christenen van Galatië, dat hun manier van het onderhouden van de wet van Mozes ongezond begint te worden. Zij waren uit het oog verloren, dat Jezus door zijn kruisdood en verrijzenis reeds aan de eisen van de Wet had voldaan. De besnijdenis was niet langer nodig. Wat in plaats daarvan nodig is, is het geloof, zich uitend in liefde, want dat is het bewijs, dat wij ons leven hebben laten vernieuwen door de heilige Geest van God.

Ook al leven wij in een heel andere tijd als de christenen van Galatië, wij kunnen in een zelfde valkuil vallen. Wij zijn niet bezorgd over het onderhouden van de joodse Wet, maar er zijn genoeg andere manieren waarop wij onszelf wijs kunnen maken, dat Gods genade niet voldoende is om gered te worden.

Misschien dat wij denken, dat wij extra hard moeten werken om de aandacht en de goedkeuring van God te kunnen krijgen. Misschien zijn er mensen, die op zondagen op een beetje bijgelovige manier de heilige Mis bijwonen in die zin, dat zij denken dit hun een plaatsje in de hemel garandeert. Of misschien bestempelen wij sommige mensen als waardig of als onwaardig op grond van onze eigen criteria in plaats van ons hierin te houden aan Gods genade van barmhartigheid en liefde.

Al dit soort houdingen zijn tegengesteld aan het hart van het evangelie: Jezus heeft zijn leven gegeven voor onze zonden en Hij heeft ons de heilige Geest gegeven om ons te helpen een nieuw leven te leiden. Waar de heilige Geest is, daar is vrijheid! Vrijheid van veroordeling en van angst. De vrijheid om te leven in liefde en om te gaan in vrede.

Wij hoeven absoluut niet volmaakt te zijn. Wij moeten er wel naar streven, maar er op voorhand vrede mee hebben, dat wij die volmaaktheid uit onszelf nooit zullen bereiken en dat God toch van ons houdt! Wij mogen onze verlossing aanvaarden als een vrije gave van God en het is goed om ook vrijelijk ons leven weer aan God terug te geven.