Preekje op 12-02-2021, vrijdag in week 5 door het jaar 1

Preekje op 12-02-2021, vrijdag in week 5 door het jaar 1

Openingswoord

Degenen onder ons, die zelf kinderen hebben, hebben natuurlijk allemaal hun kinderen aangekeken, toen zij probeerden een eerste woordje aan te leren, meestal papa of mama. Het kind kijkt naar je, naar je mond, en probeert de klank na te doen. Het kind probeert woorden te vormen, die gaan over mensen en zaken, die belangrijk zijn in het leven van het kind.

Maar soms lijkt dit groeiproces te stagneren. De baby brabbelt niet, maar lijkt kreunende geluidjes te maken. Het kind kijkt niet in de richting van een geluid en het wordt niet gekalmeerd door slaapliedjes.

Als ouders dit opmerken, proberen zij uit te vinden of hun kind een gehoorprobleem heeft. Heel vaak kan een medische ingreep in combinatie met logopedie de situatie veel verbeteren. Dat is ook logisch. Hoe meer je kunt horen, hoe beter je kunt spreken.

Is dit wat de man in het evangelie van vandaag overkwam? Hij was doof en die doofheid leidde tot een spraakgebrek. Ik zou zeggen, dat er in zijn geval een dubbel wonder gebeurde. Normaal gesproken zou iemand, die opeens kan horen, toch nog moeten leren spreken, net als de baby, maar deze man kon ook meteen normaal spreken.

Misschien dat wijzelf ons ook weleens zorgen maken over ons eigen ‘spraakgebrek’. Wij hebben een familielid of een kennis, die grote vooroordelen heeft jegens de Kerk, maar wij durven er niet over te spreken. Wij zijn bang, dat er van onze woorden niet genoeg overtuigingskracht uitgaat.

In plaats van gefrustreerd te raken tijdens het piekeren over wat wij zouden moeten zeggen, kunnen wij beter een stapje terug doen om – net als het kleine kind – te werken aan onze luistervaardigheid. Voordat wij onze eigen overtuiging uitspreken, overgaan tot het verdedigen van de Kerk, kunnen wij beter eerst luisteren naar wat de ander probeert te zeggen. Spreekt de ander over een serieus probleem, dat hem of haar echt ter harte gaat? Misschien betreft het een onderwerp, dat ook ons bezighoudt, maar wij zijn het er niet over eens hoe wij dit het beste kunnen oplossen.

Als wij kunnen luisteren en een gemeenschappelijke basis kunnen vinden, dan kunnen wij groeien in begrip, zelfs als wij verschillende alternatieven voorstellen: “Wat zou er gebeuren als…” of “Dit herinnert mij aan een keer, dat ik…” Opmerkingen als deze hebben eerder de neiging om een dialoog te openen dan om haar te sluiten. Er is heel wat geduld bij nodig, maar hoe meer wij biddend luisteren, hoe beter wij in staat zullen zijn om te spreken en hoe beter wij in staat zullen zijn om lief te hebben.

Vragen wij de Heer om onze oren te openen, zodat wij met zijn liefde kunnen spreken.