Preekje op 11-02-2021, donderdag in week 5 door het jaar 1

Preekje op 11-02-2021, donderdag in week 5 door het jaar 1

Openingswoord

Vandaag viert de Kerk de gedachtenis van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. In het jaar 1858 verscheen de onbevlekte maagd Maria in de grot van Massabielle bij Lourdes aan Bernadette Soubirous.

Niet het historische feit van de verschijningen wordt liturgisch gevierd, maar de persoon van Maria, die door dit eenvoudige meisje zondaars tot bekering roept en in de kerk nieuwe bezieling wekt voor gebed en naastenliefde, vooral ten dienste van zieken en noodlijdenden.

Vragen wij Moeder Maria, dat zij ook voor Nederland wil zorgen, bij God de genade van de bekering, de genade van geloof, hoop en liefde voor ons wil afsmeken.

In de eerste lezing van vandaag, uit het boek Genesis, horen wij God de Heer zeggen, dat het niet goed is, dat de mens alleen blijft.

Van jongs af aan hebben wij het verhaal gehoord hoe God een rib uit de zijde van Adam nam om Eva te scheppen. Zo kreeg Adam een geschikte partner, een metgezel en gelijke. Het was ook de wens van Adam zelf om een partner te hebben. Alle dieren waren met z’n tweeën, dus waarom hij niet!?

Maar voordat God Eva schiep, deed Hij nog veel meer. Hij maakte allerlei soorten vogels en andere dieren. En Hij begreep natuurlijk ook wel dat de neushoorn en de struisvogel geen geschikte partner voor de mens zouden zijn; dat schapen, geiten en ossen, hoe nuttig ook, niet bij de mens pasten. Het verlangen van Adam was om iemand te krijgen als hijzelf, iemand die hij vriendschap en gezelschap kon bieden. Maar God wist, dat Adam ook hulp zou nodig hebben om de tuin te cultiveren en te verzorgen. Dus eigenlijk gaf Hij meer dan Adam had gevraagd: vriendschap, maar ook hulp.

Zo gaat God ook met ons om. Wij stellen aan God onze vragen. Maar het kan dus zijn, dat God een aanvullend idee heeft, net als bij Adam, of dat Hij een heel ander goed voor ogen heeft. God weet wat voor ons het beste is. Vertrouwen op Hem is heel belangrijk.

Zeggen wij vandaag tegen God, dat wij in zijn liefde geloven, ook dat Hij voor ons zorgt. Zeggen wij, dat wij weten, dat Hij weet wat voor ons het beste is. Dat wij daarom op Hem vertrouwen.

In het evangelie is er ook sprake van een vrouw – een buitenlandse nota bene – die blijk geeft van vertrouwen en ook van volharding. Zij komt bij Jezus met haar nood en aanvankelijk lijkt het erop, dat Hij haar afwijst, maar uiteindelijk krijgt zij wat zij wenst: haar dochter wordt van een duivel bevrijd.

Spreken ook wij al onze noden en wensen uit, maar eindigen wij ons gebed altijd met wat Jezus zelf ons heeft geleerd: Uw wil geschiede!