Preekje op 09-04-2021, vrijdag onder het octaaf van Pasen

Preekje op 09-04-2021, vrijdag onder het octaaf van Pasen

Openingswoord

Vandaag horen wij in de eerste lezing hoe Petrus en Johannes ter verantwoording worden geroepen vanwege een weldaad aan een lamme bewezen. Genade roept niet alleen dankbaarheid op, maar ook weerstand.

De apostelen gaan echter rustig door en verklaren, dat bij niemand anders redding is te vinden dan bij Jezus.

Dat is een mooie en goede vraag om vandaag aan God te stellen: geef dat de mensen en vooral ook onze regering ontdekken, dat er een betere wereld kan komen als wij ons allemaal door Jezus bij de hand laten nemen.

Broeders en zusters, toen de Heer de apostelen riep, waren de meesten van hen visser van beroep. Een mooi en ook belangrijk beroep. Maar Jezus riep hen tot iets hogers. Zij trokken jaren met Hem mee en werden door de Hemzelf onderricht. Hij had onder andere aangekondigd, dat Hij zou sterven en verrijzen. Maar dat laatste, dat verrijzen, was zo ongekend, dat zij zijn woorden niet begrepen. Het was ook nog nooit gebeurd, dat iemand uit de dood opstond om dan nooit meer te sterven. Er waren in het verleden door de profeten weleens doden opgewekt, maar die mensen stierven uiteindelijk toch weer.

Op Goede Vrijdag sterft Jezus zoals Hij had aangekondigd. En vanaf zondagmorgen zijn er verschillende ontmoetingen tussen de verrezen Heer en de leerlingen. Toch horen wij vandaag, dat zij hun oude beroep weer oppakken: ze gaan weer vissen. Zij leefden blijkbaar nog niet helemaal in het nieuwe licht.

Ze vangen die nacht niets. Dat was natuurlijk geen toeval. De Heer had dat zo geregeld, zodat Hij zijn wondermacht kon laten zien. Tegen beter weten in vraagt Hij of zij wat vis hebben. En dan vraagt Hij hen om de netten opnieuw uit te gooien en als de apostelen zien, dat hun netten dan boordevol vis zitten, herkennen zij de Heer.

Soms zit ons of onze dierbaren het leven ook een beetje tegen. Vragen wij de Heer, dat Hij ook ons zijn tekens wil geven, zodat ook wij Hem meer en meer kunnen herkennen. Nu, deze Paastijd, is het de tijd van de herkenning. Het is belangrijk, dat wij en andere mensen niet meer terugkeren naar ons oude leven, maar dat wij met Hem verdergaan.

Zou de Heer zich zelfs met de kleine zaken van ons leven bemoeien? Ja zeker! Vrienden geven elkaar toch goede ideeën, helpen elkaar bij alles. Ikzelf beschouw de kleine ingevingen, die wij allemaal weleens krijgen, niet als een soort activering van een stukje kennis, dat onbewust al aanwezig is, nee, voor mij is het de Heer – of mijn engelbewaarder – die mij dat heeft ingegeven, ingefluisterd. Daarom zeg ik dan altijd meteen: Heer, dank U wel voor deze goede ingeving, deze goede tip!

Vragen wij, dat wij de hand van de Heer meer en meer mogen herkennen in de kleine dingen van elke dag; dat die herkenning ons steeds dichter bij Hem mag brengen. En vragen wij dit ook voor die mensen, die überhaupt nog niet in God en Jezus en in de Kerk geloven: dat zij in de schoonheid van de schepping, in de bedienaren van de Kerk en in haar gelovigen het bestaan van God mogen herkennen en dat ook zij voortaan Hem als hun Schepper en Vader erkennen.