Preek op 29-09-2024, 26e zondag door het jaar B, Pastoor Frank Domen

Preek op 29-09-2024, 26e zondag door het jaar B, Pastoor Frank Domen

Openingswoord

Lieve mensen, allemaal van harte welkom bij deze viering van de Dag des Heren. Na een week van werken voor God, voor onszelf en voor elkaar, willen wij geestelijk weer even op adem komen en er stil bij staan van wie wij al het goede hebben ontvangen.

Als je een lange reis maakt, moet je soms meerdere keren de weg vragen. Zo is het hier ook. God wijst de weg voor de komende week. En uit bijvoorbeeld de woorden van de tweede lezing kunnen wij weten, dat wij, mensen, soms vergeten voor wie wij al het mooie en goede krijgen: niet alleen voor onszelf, maar ook om anderen daarin te laten delen.

Ook al beleven wij in de wereld spannende tijden, gebeuren er veel rampen, momenteel vooral door een overvloed van regenwater en in sommige andere landen door enorme stormen, ons landje staat nog vol met auto’s, prachtige huizen, computers, plasmatelevisies en andere dure apparatuur, maar wij moeten blijven denken aan hen, die het veel minder goed hebben dan wij. Als wij hen vergeten, zal onze rijkdom – zo zegt diezelfde tweede lezing – ooit een getuige tegen ons zijn. Maar als wij armen laten delen in de rijkdom waarvoor wij hard hebben gewerkt, dan zal God zeggen: Kom maar binnen, je bent een goede dienaar geweest.

Keren wij even in onszelf, brengen wij onszelf te binnen wat er de afgelopen week aan goed en kwaad is gebeurd. Danken wij voor het goede. Vragen wij vergeving voor het kwade én … beloven wij beterschap!

Openingsgebed

Laat ons bidden. Goede God, Gij kent geen aanzien van persoon en Gij sluit niemand van uw liefde uit. Blijf ons voor ogen houden, dat echte liefde altijd rechtvaardigheid veronderstelt. Geef, dat wij ons niet beter wanen dan de anderen, en het goede erkennen, dat buiten ons geschiedt. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

Kinder- en TienerWoordDienst

Preek

Wij allen hebben een eigen manier van denken. Hoe die is hangt af van ons karakter. Jezus Christus is God en mens tegelijk. Dus ook Hij heeft zijn karakter, zijn manier van denken. Maar hoe was dat dan bij Hem? Was Hij als Zoon van God, die alles kan en alles weet en alles goed doet, extreem in z’n spreken, z’n doen en laten? Kende Hij geen toegeeflijkheid, geen barmhartigheid? Of wist Hij misschien alles wat goed is in zich te verenigen? Zo van “van alles wat, maar alles op zijn tijd”?

In het evangelie lezen wij, dat Hij uitersten in zich draagt. Van de kleinste goede zaak kon Hij iets groots maken. Al geven wij iemand maar een beker water, omdat hij van Christus is, dan zullen wij ons loon daarvoor krijgen. Maar Hij heeft het ook over een molensteen om je hals als je een kleine, die gelooft, aanleiding tot zonde geeft. Hij heeft het over het afhakken van handen en voeten.

“Als iemand u een beker water te drinken geeft, omdat gij van Christus zijt, voorwaar Ik zeg u: zijn loon zal hem zeker niet ontgaan. Maar als iemand een van deze kleinen die geloven, aanleiding tot zonde geeft, het zou beter voor hem zijn als men hem een molensteen om de hals deed en in zee wierp.”

Vóór Pasen en Pinksteren gebeurde het vaker, dat de apostelen Jezus niet begrepen. Maar ná zijn Verrijzenis opende Hij hun geest voor het begrijpen van de Schriften. Sindsdien herinnerden zij zich alles wat Jezus had gezegd en kenden ook de betekenis van zijn uitspraken. Geen van de apostelen heeft ooit die teksten over het afhakken van ledematen letterlijk uitgelegd. Het afhakken zou ook weinig helpen, want het gaat niet alleen om de hand waarmee je bijvoorbeeld iemand wilt slaan, het gaat ook om het verlangen dát je iemand wilt slaan, en dat leeft in je hart.

Velen van ons zullen wel weten, dat in sommige culturen het afhakken van ledematen nog steeds wordt gepraktiseerd. Vragen wij God om de ogen van die mensen te openen voor de liefde van Jezus Christus. Wij moeten ons niet afvragen waarom God dat geweld toelaat. Sommige mensen kunnen zich beter afvragen of zijzelf God wel vragen om een einde te maken aan dat geweld. “Vraagt en gij zult verkrijgen”, zegt Jezus Christus. Zelf bid ik vrijwel iedere dag voor dat soort gewelddadige mensen.

Lieve mensen, in onze keuze voor of tegen God kunnen wij het niet op een akkoordje gooien. Politieke partijen moeten compromissen sluiten. Maar God is geen politieke partij. Er is geen gulden middenweg. Jezus wil benadrukken wat er op het spel staat. Onze keuze voor God, ons leven met Hem, ons leven met zijn grote mensenfamilie, is waardevoller dan welk lichaamsdeel ook.

Er zijn mensen, die bereid zijn om veel op het spel te zetten. Soms studeren mensen jaren lang om dán te kunnen profiteren van een baan met een mooi salaris. Als de dokter zegt, dat je nog jaren kunt voortleven … áls je níet meer rookt, géén vet meer eet, méér beweegt en mínder gestresst leeft, zijn dan niet veel mensen zonder meer daartoe bereid? Zouden ook wij niet dergelijke offers moeten willen brengen omwille van dat nog veel grotere geluk van het leven met God en zijn grote mensenfamilie?

Denken wij een dergelijke keuze niet te kunnen opbrengen? Dat dat alleen maar is weggelegd voor de apostelen en de grote heiligen? Dat meende de helper van Mozes. Twee mannen, Eldad en Medad, stonden wel op de lijst, maar waren niet naar de tent van samenkomst gekomen – zeg maar ‘niet naar de kerk gekomen’ – en toch profeteerden zij in het kamp. Jozua meende, dat dat niet kon en wilde het laten verbieden, maar Mozes wees hem erop, dat hij zou willen, dat héél het volk profeteerde en dat God zijn Geest op héél het volk zou laten neerdalen.

Ook de apostelen meenden, dat een grootse daad als het uitdrijven van een boze duivel aan hen was voorbehouden, maar Jezus zei: “Belet het hem niet, want iemand die een wonder doet in mijn Naam zal niet zo grif ongunstig over Mij spreken”.

Over duivels gesproken, we horen op het journaal geregeld over geweld … door individuen of groepen. Ik denk, dat de mensen, die deze dingen doen uit zichzelf niet slecht zijn. Zij doen hun ding dan ook niet met de hulp van boven, maar met de hulp van beneden. Zoals Gods heilige Geest en de engelen ons goede gedachten kunnen influisteren, zo kunnen duivels ons kwade gedachten ingeven. Zij kunnen mensen opzwepen, meeslepen in een tsunami van kwaad. Wij bidden niet voor niets: Breng ons niet in beproeving. Veel mensen laten zich bekoren. Zij kennen noch Jezus noch de duivel.

Ook hier geldt, dat wij de heilige Geest van God moeten vragen om deze mensen de ogen te openen. Hebben wij die moeite er voor over!? Bidden wij voor mensen, die God nog niet kennen!? Als voldoende mensen God om het goede vragen, dan zal het gebeuren, grootschalig. Zijn er weinig mensen, die om het goede vragen, dan zal het goede slechts hier en daar gebeuren. Aan ons de keus!

Wij hebben allemaal een verschillende taak, óók binnen de Kerk. Wij zijn niet allen pastoor, niet allen koster, niet allen zorgen wij voor de bloemen, maar geroepen tot grootse daden zijn wij wél allemaal en iedereen kan van God de kracht krijgen om het te kunnen … áls wij maar willen … áls wij maar voor onszelf én voor anderen vragen om de Geest, die levend maakt.

Lieve mensen, er staat in de heilige Schrift, de Bijbel, geschreven, dat het Rijk Gods komt met geweldige kracht en dat geweldige mensen er lid van kunnen worden. Niet geweldig in de zin van ongelofelijk knap, intelligent, maar mensen, die beslissingen durven nemen en zichzelf willen aanpakken.

Wij denken er misschien al maanden aan om … een taal te gaan studeren, maar als wij nooit de telefoon pakken en tegen onszelf zeggen “En nou ga ik opbellen naar … de Leidse Onderwijsinstelling”, dan komt het er niet van. Wij voelen al een tijdje aan, dat wij een jarenlange ruzie moeten bijleggen. Dan moeten wij tegen onszelf zeggen: “En nou ga ik naar hem toe om het in orde te maken.

Jezus volgen is: de koe bij de horens vatten. Je leven willen veranderen. Een goede beslissing voor vandaag zou kunnen zijn: God, vanaf vandaag gaat het niet meer om mij. Het gaat voortaan om U en mijn medemensen. U wil ik eren. Mijn medemensen wil ik helpen.

Durven wij het aan. Een beloning zullen wij er zeker voor krijgen, in dit leven én in het toekomstige. Amen.