Preek op 19-04-2025, Paaswake, jaar C, pastoor Frank domen
Openingswoord (buiten de kerk)
Broeders en zusters, van harte welkom bij de misschien toch wel allerbelangrijkste viering van heel het kerkelijke jaar, de Paaswake, het hart van ons geloof. We zijn hier samen gekomen in de stilte van de avond, maar niet om in het donker te blijven … nee, vanavond breekt het Licht door! Want Onze Heer Jezus Christus is van de dood naar het Leven overgegaan.
We gaan het Paasvuur ontsteken: een teken dat het duister het niet wint. Uit dat vuur wordt de nieuwe Paaskaars 2025 aangestoken – het symbool van Christus, het Licht van de wereld. In de kerk gaan we strakjes naar zijn woord luisteren en de sacramenten vieren.
We gaan nu eerst dat licht de kerk binnendragen, en langzaam zal het donker wijken. Want dat is waar Pasen over gaat:
– Licht, dat sterker is dan duisternis
– Hoop, die sterker is dan angst
– Liefde, sterker dan de dood
Jezus is niet in het graf gebleven. Hij leeft! En vanavond vieren we dat niet alleen met woorden, maar met vuur, licht, water, zang en stilte.
Laat je meenemen. Kijk, luister en voel. Want deze nacht wil iets nieuws in jou aansteken. Een vlam van geloof, hoop en liefde.
Ik ben blij, God is blij, dat jullie erbij zijn. Samen stappen we uit het donker – recht het Leven in.
Preek
Lieve medeparochianen, stel je voor. Het is nog donker. De wereld lijkt stil. Je voelt verdriet, verwarring, misschien zelfs wanhoop. Dat is hoe de vrouwen zich voelden toen ze op die vroege zondagochtend naar het graf gingen. Ze hadden Jezus verloren. Degene op wie ze hoopten, die liefde bracht, die wonderen deed … Hij was gestorven. Alles leek voorbij.
En toch, ondanks alles, gaan ze. Ze staan op, nemen kruiden mee, willen Hem de laatste eer bewijzen. Wat een moed. Wat een liefde. Maar wat ze daar aantreffen, verandert niet alleen hún leven – het verandert alles!
De steen is weggerold. Het graf is leeg. En ineens staan daar twee mannen in een stralend wit kleed. Engelen. Ze zeggen iets wat dwars door alles heen snijdt: “Waarom zoeken jullie de levende bij de doden? Hij is niet hier. Hij is verrezen!” Wat een verrassing!
De schok van het onverwachte
Stel je even voor, dat wij in hun schoenen zouden staan. Alles wat je dacht te weten – dat de dood het laatste woord had, dat hoop voorbij was – wordt ineens omgegooid. Jezus is niet dood. Hij leeft!
En dat zegt iets heel groots: de dood heeft niet gewonnen. Angst heeft niet het laatste woord. Liefde leeft. Jezus leeft.
In ons leven zitten ook momenten, die voelen als een graf. Momenten waarin iets stukgaat: een vriendschap, een droom, je vertrouwen, misschien je geloof. Je voelt je leeg. Hopeloos. Je stelt vragen: Waar is God? Waarom dit? Waarom nu?
En dan klinkt dezelfde stem als bij het graf:
“Waarom zoek je het leven bij wat dood is?”
Hoop is geen illusie
Pasen zegt ons: hoop is niet naïef. Hoop is niet naïef optimisme. Hoop is geloven, dat het licht sterker is dan het donker, zelfs als je het licht nog niet ziet.
Die vrouwen zagen ook niet meteen Jezus. Maar ze hoorden de boodschap. Ze herinnerden zich Zijn woorden. En ineens klikte alles. “O ja … Hij hééft dit gezegd: Hij zou opstaan.”
Misschien ben jij het ook weleens vergeten: dat Jezus beloofd heeft, dat Hij met je is, dat Hij je nooit verlaat; dat de dood – letterlijk én figuurlijk – niet het einde is.
Pasen roept je op om je te herinneren. Niet aan wat fout ging, maar aan wat Jezus heeft beloofd: “Ik leef. En jij zult leven.”
Ga, zoals zij gingen
Wat doen de vrouwen daarna? Ze blijven niet bij het graf zitten. Ze blijven niet hangen in verbazing. Ze gaan. Ze rennen terug. Ze móeten het vertellen. Want dat is wat hoop doet: het beweegt je. Het zet je in vuur en vlam. Je móet het met anderen delen.
De anderen geloven hen eerst niet. “Beuzelpraat,” zeggen nota bene de apostelen. Typisch, hè? Soms waren het juist degenen, die het dichtst bij Jezus stonden, die moeite hadden om te geloven.
Dat is troostrijk. Als jij soms twijfelt, als je geloof soms op een laag pitje staat: nou, dan ben je in goed gezelschap. Zelfs de apostelen snapten het eerst niet.
Maar dan is daar Petrus. Impulsief als altijd. Hij rent. IJlings, zegt de tekst. Hij móet het zelf zien. En wat vindt hij? Zwachtels. Geen lichaam. Alleen sporen. Sporen van leven. En dan? Hij gaat terug. Verbaasd nadenkend.
Misschien is dat waar jij nu zit: in die verwondering. Nog niet alles begrijpen, maar wel geraakt. Geraakt door het idee, dat Jezus leeft; dat liefde niet ophoudt; dat het graf niet het einde is.
Pasen is niet één dag
Pasen is niet alleen iets, dat ooit gebeurde. Het is iets dat steeds opnieuw gebeurt. In jou. In mij.
Elke keer, dat iemand durft te vergeven – leeft Jezus. Elke keer, dat jij weer opstaat na een moeilijke dag – leeft Jezus. Elke keer, dat licht de duisternis overwint – leeft Jezus.
En jij mag meedoen. Jij mag het graf verlaten en het Leven zoeken. Jij mag de steen van je hart weg laten wegrollen.
Want God laat zich niet tegenhouden door grote stenen voor een graf. Niet door dood. Niet door jouw twijfels of verleden.
Jij bent geen beuzelpraat
Soms voel je je klein. Alsof je verhaal niet meetelt. Alsof wat jij gelooft of hoopt belachelijk is.
Maar kijk wie het eerst de boodschap ontvingen: vrouwen. In die tijd telden ze nauwelijks mee als getuigen. En toch kiest God hen.
Waarom? Omdat God niet kijkt naar wie de meeste status heeft, of de meeste fans of volgers. God kijkt naar wie gelooft, wie liefheeft, wie trouw blijft.
Misschien ben jij ook iemand, die niet altijd op de voorgrond staat. Weet dan: God ziet jou. En Hij vertrouwt jou een boodschap van leven toe.
Tijd om op te staan
Het evangelie van vanavond begon in het donker. Maar het eindigt met beweging, met verwondering, met leven.
Dat is de weg van het geloof. Niet altijd zeker, maar wel hoopvol. Niet zonder pijn, maar ook niet zonder opstanding.
Staan wij op, lieve medeparochianen. Zoals de vrouwen. Zoals Petrus. Laten wij ons raken. Laten wij ons verbazen. En onthouden wij: Hij is niet in het graf. Hij is opgestaan. Hij leeft – ook in jou. Zalig Pasen! Amen.