Preek op 17-11-2024, 33e zondag door het jaar B, diaken Eelke Ligthart

Preek op 17-11-2024, 33e zondag door het jaar B, diaken Eelke Ligthart

Openingswoord

Allemaal van harte welkom bij de viering van de H. Eucharistie op de 33e zondag door het jaar.

Het kerkelijk jaar loopt ten einde. Volgende week vieren we het feest van Christus, Koning van het heelal, de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Daarna vier zondagen Advent, een bezinningstijd als voorbereiding op de komst van de Heer. Deze laatste zondagen van het kerkelijk jaar zijn donker en duister van taal. De lezingen lijken niet erg hoopgevend. Het gaat over het einde van de wereld en de verschrikkingen, die daarmee gepaard gaan. En als je dan de bomaanslagen in Parijs meerekent, dan lijkt het einde van de wereld dichtbij te komen, net als de regelmatige bomaanslagen in het Midden-Oosten en Afrika. Mensen worden vermoord, onschuldige mensen, door mensen die daarmee hun geloof willen verdedigen. Hierdoor komt er angst onder de mensen, ook in ons land, ook in Heerhugowaard. Maar luister straks goed naar het evangelie met de vergelijking over de vijgenboom. De vijgenboom zal bloeien en kan ons hart openen voor de liefde van Jezus. Dat we die liefde mogen uitstralen en onze mede mens mag verwarmen. Een goede viering toegewenst.

Preek

Altijd als er verschrikkelijke dingen gebeuren, staan wij mensen al gauw klaar met een beschuldigende vinger. Want het kan toch niet zo zijn dat de oorzaak van allerlei moeilijkheden, fouten, oorlogen en ruzies bij mij ligt, maar toch altijd bij die ander!!!

Als er hongersnood is, dan doe ze er te weinig aan. Dat hadden ze toch kunnen zien aankomen. Als we merken dat ons milieu ernstig vervuild raakt, dan moeten ze er wel snel iets aandoen. Zelfs op milieu conferenties wordt door ministers met een beschuldigende vinger naar elkaar gewezen. Als je zo praat, dan houdt je jezelf wel mooi buiten schot, en blijft het bij … ze hadden … enz. enz.

Er zijn wat problemen in de wereld. Zo tegen ieder einde van een jaar wijzen sommigen ons op het einde van de wereld. Zo kan het niet verder gaan, de economische toestanden, schuldencrisis, vluchtelingen, corruptie zelfs in de sport.

En vandaag lijkt het evangelie een eigen deuntje mee te spelen met een beladen onderwerp: De ondergang van de wereld. Tot op de dag van vandaag heeft het de mensen van alle tijden bezig gehouden. Min of meer onbewust zoeken wij mensen altijd naar sterke emotionele zaken, in ieder decennium zijn er wel onderwerpen, waar mensen angstig van worden. Vroeger was het de dreiging van een atoomoorlog, nu de opwarming van de aarde. Vandaag zijn het na de eurocrisis de vluchtelingen uit allerlei oorlogsgebieden die naar west Europa komen en veel mensen onrustig en opstandig maken. Anderen zetten zich positief in om van onze overvloed te delen, om een leefbare wereld te maken voor iedereen.

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Maar na die verschrikkingen in die dagen zal de zon verduisteren en de maan zal geen licht meer geven; de sterren zullen van de hemel vallen en de hemelse heerscharen zullen in verwarring geraken. Dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op de wolken met grote macht en heerlijkheid.”

In de lezingen van vandaag gaat het ook over rampen en onderdrukking. De profeet Daniël vertelt er over in de eerste lezing. Ongeveer 150 jaar voor Christus is Israël onder de voet gelopen door Syrië. Er ontstond verzet en een soort geheimtaal. De sterren zullen van de hemel vallen. Het is het innerlijk verzet tegen de uiterlijke macht, ze noemen het Michaël, wat betekent: Wie als God. God zal dus opstaan als en grote vorst en sterren of heersers zullen van hun voetstuk vallen.

Ook in het evangelie wordt een klein volk onder de voet gelopen. Juda zucht onder het juk van Rome, 65 jaar na Christus. En ook hier droomt Marcus net als Daniël. De sterren zullen van de hemel vallen en de hemelse heerscharen zullen in verwarring raken. En na de wandaden van die verschrikkelijke keizer Nero, dan zal de Mensenzoon komen. Een naam had Hij niet, dat was te gevaarlijk, maar iedereen begreep het.

Het is duidelijk dat beide teksten zijn ontstaan in een tijd dat mensen het moeilijk hebben en daarom vormen deze teksten een mogelijk bron van hoop en troost.

Tijden van moeilijkheden, wie kent ze niet. En dan bedoel ik niet aardbevingen of oorlogen of meer van die rampen. Nee het gaat om onze persoonlijke rampen. Het verlies van een dierbare, het niet meer praten met familie, of zelf je kinderen, onderlinge ruzies, eenzaamheid, mensen die ontsporen, ernstig zieken. Je zou denken: Moed en troost, waar haal je het in hemelsnaam vandaan? Achteraf blijkt vaak dat midden tussen die verschrikkingen in, het beeld van die vijgenboom heeft gestaan. Een vijgenboom als teken van vertrouwen, een mogelijkheid om toch verder te kunnen, opnieuw te beginnen.

Juist in tijden van crisis, krijgen we oog en gevoel voor wat mensen te boven gaat. Juist in die perioden van ons leven, weten we ons aangeraakt en kunnen we ontdekken dat ook pijn helend is. We moeten blijkbaar eerst door een diep dal om nieuwe energie te vinden, om opnieuw te kunnen opstaan. Misschien moeten we ons vaker aan Jezus vasthouden, die opstond uit de dood, om ons nieuw leven aan te reiken.

Die vijgenboom uit het evangelie, dor en kaal, wordt in record tijd groen en stralend, een boom met grote bladeren, waaronder je kunt schuilen, weer kracht kunt opdoen.

Vroeg of laat staat zo’n vijgenboom in ons leven, vaak meerdere malen. Als we eenmaal zo’n ervaring hebben meegemaakt, dan weten we , dat we de volgende keer de kracht zullen vinden om er opnieuw bovenop te komen. God zet ons op het juiste spoor. Hij zal voor ons een nieuwe hemel en een nieuwe aarde maken, waar ieder van ons zich zal inzetten voor de schepping van God.

Vandaag mogen we al in die richting werken, ondanks de vaak sombere verhalen. Maar wijs niet naar elkaar met een beschuldigende vinger, maar laat de H. Geest toe in ons leven, Hij die vuur brengt en ons hart verwarmt, zodat we anderen kunnen omarmen en verwarmen.

Een moeilijk karwei, waar we ons niet op moeten verkijken, maar met Gods hulp moet het lukken. Amen.