Preek op 13-05-2021, Hemelvaart van de Heer, jaar B, pastoor Frank Domen

Preek op 13-05-2021, Hemelvaart van de Heer, jaar B, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters hier in de kerk aanwezig en de mensen, die thuis, via de livestream met ons meevieren, allemaal van harte welkom in dit Huis van God.

Het is nu veertig dagen geleden, dat Onze Heer Jezus Christus als eerste van ons allen uit de dood is opgestaan en sinds die eerste Paasdag heeft Hij zich talloze keren aan de apostelen en de andere leerlingen – mannen en vrouwen en kinderen – laten zien als de Levende. Nu gaat Hij terug naar zijn Vader in de hemel, zijn Vader, die ook onze Vader is.

Het bijzondere van dit feest is dat Jezus Christus – negen maanden vóór Kerstmis – als God uit de hemel is neergedaald en dat Hij nu als Godmens naar de hemel opstijgt en er binnentreedt. Hij is de eerste mens, die de hemel binnengaat. Eerst was de hemel alleen het domein van God en van miljarden en miljarden engelen, maar sinds Hemelvaart heeft onze menselijke natuur, ons mens-zijn, ook een plekje in de hemel. En sinds die grote dag van Hemelvaart hebben miljarden mensen Hem hierin mogen en kunnen volgen.

Beste medegelovigen, door het Sacrament van ons Doopsel is ook in ons leven het aardse verbonden met het hemelse. Wij leven als het ware met één been op de aarde en het andere been al in de eeuwigheid. En zo moeten wij dan ook proberen te leven: als hemelingen op de aarde.

Dat is voor ons niet onmogelijk, we leggen de lat niet te hoog, wij dragen immers de hemel, het eeuwige leven, reeds in ons. God staat ons bij, ook Moeder Maria en Sint Jozef en talloos vele andere engelen en heiligen zijn onze voorsprekers bij de troon van God, ze zijn onze helpers.

Voor veel mensen is Hemelvaart enkel een vrije dag. Dat is het natuurlijk ook voor ons, maar laat het voor ons ook een bezinningsdag zijn, een dag waarop wij ons meer dan anders realiseren, dat wij wel op aarde leven en hier het goede moeten doen, maar dat ons leven uiteindelijk is bestemd voor de hemel.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Almachtige God, dit is de dag waarop Gij ons voor ogen houdt, dat uw Zoon in heerlijkheid naar U is toegegaan. Zijn verheffing is onze hoop. Nu reikt de aarde tot de hemel. Geef, dat wij trouw zijn aan zijn opdracht, dat wij zijn liefde en verlossing bereikbaar maken voor elkaar. Hij die met U leeft en heerst … Amen.

Preek

Jezus leeft en werkt verder in het hart van de mensen

Broeders en zusters, vandaag vieren wij dus de Hemelvaart van de Heer. Dat woord ‘hemelvaart’ kan tot een misverstand leiden. Mensen zouden kunnen denken, dat Jezus is opgestegen naar de hemel – en dat is natuurlijk ook zo – en dat Hij daarom weg is van de aarde, niet meer te vinden, en dat is natuurlijk niet zo. Dat is zeker niet de betekenis van dit hoogfeest.

Tijdens een catecheseles over Hemelvaart zei een kind ooit het volgende: “Jezus is niet weg. Hij is in ons hart komen wonen en daarom konden de leerlingen Hem niet meer zien.” Deze eenvoudige uitleg van een kind zegt heel veel over dit hoogfeest, meer dan wat sommige theologen erover te melden hebben.

Jezus Christus is niet weg. Integendeel Hij is in ons hart komen wonen en leven en werken door zijn eigen heilige Geest. Zoals de apostelen en de andere leerlingen – mannen en vrouwen en kinderen – met Jezus optrokken, zo kunnen wij de levende Heer Jezus Christus ervaren door de inwerking, de uitwerking, van de heilige Geest.

In Jezus’ eigen tijd gebeurde dat op een bijzonder krachtige wijze. Zelf zegt Jezus Christus dat zijn volgelingen bijzondere tekenen zullen verrichten: “in mijn Naam zullen ze duivels uitdrijven, nieuwe talen spreken, slangen opnemen; zelfs als ze dodelijk vergif drinken, zal het hun geen kwaad doen; en als ze aan zieken de handen opleggen, zullen dezen genezen zijn.”

Deze wonderwerken moeten zichtbaar worden in de Kerk van Jezus Christus. Ja, deze wonderwerken moeten de Kerk zelf zichtbaar maken, zo van: kijk eens wat wij hier hebben: een Kerk, een instrument van God, hier gebeuren wonderen!

Laten wij even het rijtje afgelopen van de wonderen, die in ons midden moeten gebeuren. Jezus Christus zegt, dat zijn leerlingen – ook wij dus – duivels zullen uitdrijven.

Zoals er goede engelen zijn – de serafijnen en de cherubijnen en de tronen, de heerschappijen en de krachten en de vorsten, de machten en de aartsengelen en de engelen, negen koren in getal – zo zijn er ook de kwade engelen, de duivels, de demonen, met Lucifer, de Satan als hun baas.

“Duivels uitdrijven” wil niet zeggen dat er in alle mensen duivels zitten, maar wel dat mensen kwade krachten in zich kunnen ervaren: angst en stress en al te grote zorgen, die mensen helemaal in hun greep kunnen houden, die verlammend werken. De sfeer onder mensen kan helemaal worden verpest door de hebzucht en de nijd, die een mens niet meer rustig laten ademen.

“Duivels uitdrijven” is dan mensen vrijmaken van deze slavernij. En waar dat gebeurt is er sprake van ‘hemelvaart’, daar komt een stukje van de hemel op de aarde.

Jezus zegt, dat zijn leerlingen nieuwe talen zullen spreken. Dan gaat het natuurlijk om de taal van de liefde, die mensen samenbrengt; de taal van de hoop, die mensen opricht; de taal van de vergeving en de bemoediging waardoor gebroken harten worden geheeld. Waar dat gebeurt is er iets van de hemel op aarde zichtbaar geworden.

De Heer spreekt ook van het opnemen van slangen en het drinken van dodelijk vergif. Er zijn van die programma’s waarin ze allerlei sterkte stunts uithalen, maar dan zeggen ze erbij: doe dit vooral niet thuis! De apostel Paulus is minstens één keer echt door een giftige slang gebeten, nota bene kort nadat hij van een schipbreuk was gered, maar hij schudde de slang van zich af in het vuur. De andere van de schipbreuk geredde mensen wachtten op het moment, dat Paulus dood zou neervallen, maar er gebeurde niets. Toen kregen ze groot ontzag voor hem.

Slangen zijn het symbool geweest van de zonde en hun vergif doet denken aan de verleiding. Maar wij, christenen, leven vanuit de Geest van Jezus Christus. Wij zijn bestand tegen de verleidingen van een corrupte wereld en tegen het vergif van de hebzucht.

En tenslotte spreekt de Heer erover dat wij zieken – als een teken van onze bijstand en zorg – de handen moeten opleggen. Hoe veel mensen kunnen wij genezen door onze liefdevolle zorg! Hoe veel zwakke en kansloze mensen kunnen wij een hand boven het hoofd houden en een dak boven hun hart?

Beste medegelovigen, alle genoemde zaken zullen waarschijnlijk niet op spectaculaire wijze gebeuren, maar heel onopvallend in het dagdagelijkse leven, door de kracht van de heilige Geest, diep in ons hart en in het leven van de mensen. Hemelvaart gebeurt daar waar een helende kracht van mensen uitgaat, waar de kracht van de Geest ervaren wordt in een woord van troost en in een daad van bemoediging.

Wij vieren vandaag Hemelvaart. Ik hoop, dat wij allemaal een mooie en gezellige dag hebben, een veilige dag, niet te dicht op elkaar. Maar echt Hemelvaart vieren is de hemel naar de aarde brengen, nu al, hier en nu. Als Jezus Christus ziet, dat wij graag een hemel op aarde willen hebben, zal Hij daar sowieso bij helpen, maar zal Hij ons later ook brengen van de aarde naar zijn hemel. Amen.