Preek op 11-04-2021, tweede zondag van Pasen, jaar B, Eelke Ligthart

Preek op 11-04-2021, tweede zondag van Pasen, jaar B, Eelke Ligthart

Openingswoord

Van harte welkom bij de viering van de H. Eucharistie op de 2e zondag Pasen, u hier in de kerk en allen die via life-stream met ons bent verbonden.

We horen vandaag het bekende verhaal van Thomas die eerst wil zien en dan pas kan geloven. Eerst de echte littekens wil zien en dan pas kan zeggen: “Mijn Heer en mijn God”. Het lijkt er op alsof we onszelf horen spreken: Eerst zien en dan geloven. Ook wij mensen zoals we hier zitten hebben onzichtbare littekens. Wij kunnen aan elkaar niet zien wat we hebben meegemaakt, hoe ons leven is beïnvloed door allerlei omstandigheden. Maar kunnen wij door die, niet zichtbare,  littekens elkaar toch blijven zien als mensen die solidair zijn met elkaar?

Kunnen wij, mensen die net als Thomas, die niet gezien hebben, toch geloven dat jezus is opgestaan en onder ons aanwezig is. Dat we mogen leven in zijn naam.

Vandaag is het Beloken Pasen. “Beloken” komt van beluiken, een oud Nederlands woord dat “afsluiten” betekent. Deze dag wordt ook wel aangeduid als Barmhartigheidszondag (of Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid).

Op Barmhartigheidszondag wordt gevierd dat God iedere zondaar die berouw heeft zal vergeven.

Preek

Dierbare medegelovigen,  Als je zo dat bekende verhaal van  die ongelovige Thomas hoort, dan valt het op dat Thomas in eerste instantie zeker  niet zal geloven, als de apostelen hem vertellen: “We hebben de Heer gezien”. Maar als hij later de tekenen bij de Heer ziet, zijn handen en zijn zij, dan pas kan hij geloven. Thomas draait in dit Evangelie bij van een negatieve houding naar een positieve houding. Wij mensen, u en ik,  zouden daar een voorbeeld aan moeten nemen. Maar dat is niet eenvoudig en dat gaat niet vanzelf. Positief in het leven staan is een uitdaging die soms erg moeilijk is. Vaak heb je er je handen vol aan. Want als je niet oppast, lijkt het alsof de negatieven dingen vaker je pad kruisen, dan iets positiefs. Het is erg gemakkelijk om op negatieve dingen in te haken, want dan hoor je bij de massa, en wie wil er soms niet eens schuilen. Gesprekken over de kerk,  of de maatschappij met al die vluchtelingen.

Die vluchtelingen komen aan ons. Ze moeten immers hier worden opgevangen. Ze moeten wonen, eten en werken. En dat was toch allemaal van ons. Het zijn mensen met littekens, die ons, vinden we vaak, ook littekens bezorgen.

De eerste christenen, zo lazen we in de eerste lezing, bezaten alles gemeenschappelijk. Je kunt je natuurlijk afvragen of die eerste christenen een van hart en ziel waren,  en of ze inderdaad niets hun eigendom noemden. Je zou dit met een negatieve instelling kunnen betwijfelen. Maar Lucas heeft wel gelijk in die eerste lezing: Christenen zouden zo moeten zijn, iedereen  verkocht zijn bezit en niemand was noodlijdend . Dat is de geest en de adem van Jezus. Daar gaat het om; geloven in de Geest van Jezus, je geloof proberen uit te dragen zoals Jezus dat graag ziet. Maar geloven is een werkwoord. Dat betekent letterlijk dat we moeten werken aan ons geloof, iedere dag opnieuw.

Het is toch, met vallen en opstaan er iets van maken, proberen om elkaars littekens te verzachten. En dat de werkelijkheid voor ons mensen soms anders is, dat weten we allemaal. Maar geloven betekent dat je uit de grond van je hart kunt zeggen……en toch ga ik er mijn best voor doen.

Thomas worstelde ook met zijn geloof, worstelt om tot een gelovige houding te kunnen komen. Jezus is dood, er valt weinig meer te verwachten. Angst overheerst. De deuren zijn gesloten, maar Jezus verbreekt die angst. Hij dringt a.h.w. door de gesloten deur van de angst heen en zegt: “Vrede zij u”.

Als je vrede kent, als je tevreden bent,  dan heb je geen angst meer. Daarna toont Jezus hun zijn handen en zijn zijde. De afschuwelijkste plaatsen waar de dood zichtbaar was geweest. Jezus doet het zonder angst, het is een gebaar van overwinning, alsof  Hij de spot drijft met de dood.

Johannes laat ons twee dingen zien. Eerst sterft Jezus aan het kruis en valt het doek, de hoop is weg, de deur is dichtgeslagen. Daarna komt Jezus om die deur weer open te doen. Er was heel wat voor nodig om die apostelen weer vertrouwen te geven in de toekomst, om ze te laten zeggen…… en toch.

Thomas speelt een voorname rol in dit evangelie. Hij dankt er zelfs zijn naam aan: De ongelovige Thomas. Toch is het de vraag of we hem daar recht mee doen. In dit evangelie komt hij over als een nuchter en kritisch man, iemand die niet over een nacht ijs gaat. Maar tegelijkertijd ook als een trouwe man, je kunt van hem op aan.  Wat zou Johannes met dit verhaal bedoelen? Misschien wil hij wel zeggen, dat er met Tomas een nieuw tijdperk aanbreekt. De tijd van zien en aanraken is voorbij. Van nu af kan het geloven in Jezus alleen nog maar worden gewekt door de verhalen die over hem worden verteld, en de manier waarop over Hem wordt gesproken. Misschien is dat wel de betekenis van de beroemde woorden: “Zalig zij die niet gezien en toch gelooft hebben. En dat zijn erg belangrijke woorden voor ons.

Wij kennen Jezus alleen uit verhalen. Wij ontmoeten Hem alleen via de verhalen en gebaren die bewaard zijn gebleven. Zo kan hij ook die kracht in ons opwekken, die kracht van geloven.  Zo kan Hij ook ons opwekken om positief in het leven te staan. Het feit dat wij niet in dezelfde tijd als Jezus leven, doet daar niets aan af. Jezus komt toch bij ons door schijnbaar gesloten deuren, in perioden van schijnbaar alleen maar negatief denken. Daar waar het gaat om geloven, daar hebben wij elkaar hard nodig. Wij moeten niet denken dat we het alleen kunnen, dat we het alleen willen doen. We moeten ons aan elkaar kunnen optrekken, door samen te komen, samen te bidden, samen de eucharistie te vieren.  Een baken zijn voor elkaar, zoals Jezus een Lichtbaken is voor ons allemaal. Van hem gaat immers een positieve  aantrekkingskracht  uit.  Thomas werd van ongelovig, gelovig. Eigenlijk zou je hem een gelovige Thomas moeten noemen. Hij zei uiteindelijk…..en toch zal ik geloven. Proberen we Thomas te volgen en ons ongeloof opzij te zetten en in nederigheid de verrezen Heer te volgen. Amen.