Preek op 08-12-2024, tweede zondag van de Advent, jaar C, pastoor Frank Domen
Openingswoord
Lieve medeparochianen, welkom. Ook de mensen, die via de livestream met ons verbonden zijn.
Vandaag hebben we een nieuwe kaars van de Adventskrans aangestoken en vieren we de tweede zondag van de Advent, een tijd van verwachting, hoop en voorbereiding. In de lezingen horen we de oproep: bereid de weg van de Heer. Dit thema komt tot uiting in de teksten van de profeet Baruch, de brief van Paulus aan de Filippenzen en het Evangelie van Lucas. Laten we samen ontdekken wat deze woorden betekenen voor ons leven van alledag.
Danken we God voor alle zegeningen van de afgelopen week. We mogen ook altijd weer om nieuwe genade van Bijstand vragen. Maar vergeten we niet ook altijd om vergeving te vragen en om beterschap te beloven. Schenken we ook zelf vergeving aan de mensen, die iets tegen ons hebben misdaan.
Openingsgebed
Laat ons bidden. God, Gij roept uw volk op de paden recht te maken en de weg te effenen voor uw komst. Wij vragen U: laat onze bekering vrucht dragen; maak ons waakzaam en vol ijver opdat uw Rijk zou komen. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.
Tiener- en KinderWoordDienst
Preek
1. Een nieuw begin: Hoop in Baruch
De lezing uit de profeet Baruch – die waarschijnlijk leefde in de 6e eeuw vóór Christus – laat een prachtig beeld zien: Jeruzalem wordt opgeroepen zich te bekleden met vreugde en gerechtigheid. De stad, die het symbool is van Gods aanwezigheid en de gemeenschap van Zijn volk, heeft een lange periode van ballingschap en ellende meegemaakt. Maar nu is er eindelijk weer hoop! Baruch spreekt over een toekomst waarin God Zijn volk bevrijdt en hen weer naar Hem terugbrengt
“God leidt het jubelende Israël in zijn heerlijk licht; met zijn barmhartigheid zal Hij hen omgeven én met zijn gerechtigheid,” schrijft Baruch. Wat een belofte! Zijn woorden nodigen ons uit om te geloven, dat zelfs in de diepste duisternis, God bezig is om ons naar het licht te leiden. Denken wij aan een moment in ons eigen leven waarin we vastzaten, misschien door angst, onzekerheid of verdriet. Hoe voelde het toen we een lichtstraal van hoop ervoeren?
Baruch herinnert ons eraan, dat God ons nooit vergeet. Hij heeft een plan, zelfs als wij dat niet altijd zien. In deze Adventstijd mogen we ons afvragen: Welke ‘ballingschap’ houden wij in ons leven vast? Wat weerhoudt ons ervan om ons over te geven aan de vreugde en de hoop, die God wil geven? Zitten wij vast in boosheid en wrok vanwege wat iemand ons – misschien zelfs al lang geleden – heeft aangedaan? Zitten wij gevangen in jaloezie, omdat een ander het beter lijkt te hebben dan wij?
2. Een werk in uitvoering: Liefde in Filippenzen
In de brief aan de Filippenzen deelt Paulus zijn diepe dankbaarheid voor de gemeenschap. Hij prijst hun geloof en toewijding en zegt: “Ik ben er zeker van, dat Hij, die het goede werk in u begonnen is, het zal voltooien tegen de dag van Christus Jezus.” Wat een bemoedigende woorden!
Hieruit leren we twee belangrijke dingen. Ten eerste: God werkt in ons leven. Paulus herinnert ons eraan, dat wij, net als de Filippenzen, een ‘werk in uitvoering’ zijn. Niemand van ons is perfect. We struikelen, maken fouten, en soms voelen we ons misschien zelfs niet waardig. Maar God is niet klaar met ons! Zijn genade blijft ons vormen, zoals een pottenbakker bijvoorbeeld een vaas vormt.
Ten tweede: liefde is de kern. Paulus bidt, dat de liefde van de Filippenzen steeds groter mag worden, samen met inzicht en fijngevoeligheid. Advent is een tijd waarin we deze liefde in praktijk kunnen brengen. Hoe kunnen we in deze weken anderen laten zien, dat we van hen houden, door kleine daden van vriendelijkheid, vergeving of aandacht? In ieder geval door iets voor de voedselbank mee te nemen naar de kerk.
Een mooie vraag om mee te nemen is: Hoe werken wij mee met Gods plan om ons en onze omgeving te vernieuwen?
3. Bereid de weg: Johannes in Lucas
Het Evangelie van Lucas brengt ons naar de woestijn, waar Johannes de Doper de komst van Jezus aankondigt. Hij roept de mensen op: “Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht.” Dit beeld van een weg door de woestijn mag ons herinneren aan de uittocht van Israël uit Egypte en aan de roep van profeten door de eeuwen heen.
Maar hoe bereiden we de weg van de Heer? Johannes geeft ons een duidelijk antwoord: door bekering. Dit betekent niet alleen spijt hebben van onze fouten, maar ook actief veranderingen aanbrengen in ons leven. Hij roept ons op om de obstakels, die ons scheiden van God en anderen te verwijderen.
In onze moderne wereld kunnen deze obstakels van alles zijn: afleiding door sociale media, oppervlakkige relaties, egoïsme, of een gebrek aan tijd voor gebed en bezinning. Johannes nodigt ons uit om stil te staan, om eerlijk naar ons hart te kijken en onszelf af te vragen: Wat houdt mij tegen om Gods genade volledig toe te laten?
Denken wij aan een woestijn. Het is een plaats van leegte, maar ook een plaats van stilte en ontmoeting. In deze Adventstijd mogen we de drukte van ons leven even stilleggen en ruimte maken voor God.
4. Concreet: Hoe bereiden wij de weg van de Heer?
Nu we deze Bijbelteksten hebben overwogen, wat kunnen we concreet doen om de weg van de Heer te bereiden? Er zijn drie mogelijke stappen:
a) Kijken wij naar binnen en vragen wij onszelf af: waar is in mijn leven bekering nodig? Zoals Johannes opriep tot bekering, worden ook wij uitgenodigd om naar ons eigen hart te kijken. Zijn er patronen of gewoonten in ons leven, die wij willen – of eigenlijk: moeten – veranderen? Advent is een mooie tijd om te beginnen met kleine, haalbare stappen. Misschien betekent dit ietsje minder tijd besteden aan onze hobby’s, onze telefoon, minder tv kijken, of bewust elke dag een moment van stilte nemen om te bidden.
b) Kijken wij naar anderen: Hoe kunnen wij liefde tonen? Paulus roept ons op tot groei in liefde. Kijk om je heen: is er iemand, die je aandacht, vergeving of hulp nodig heeft? Misschien een familielid, een vriend of iemand die je misschien nog niet zo goed kent, maar die het moeilijk heeft. Advent is de tijd om Jezus’ liefde tastbaar te maken.
c) Kijk naar God: Geef Hem de leiding. Baruch en Johannes herinneren ons eraan, dat God degene is, die ons leidt. Advent is een uitnodiging om onszelf opnieuw aan Hem toe te vertrouwen. Dit kan door gebed, door – zoals nu – deel te nemen aan de Eucharistie, of door simpelweg af en toe te zeggen: “Heer, ik geef mijn leven aan U. Werk in mij.”
5. Het beloftevolle einde
De Bijbellezingen wijzen naar een hoopvol einde. Baruch spreekt over een terugkeer in vreugde, Paulus over de voltooiing van Gods werk, en Lucas over de komst van Jezus. Deze belofte geldt ook voor ons. Advent is een tijd waarin we ons voorbereiden op het ultieme geschenk: God die mens wordt, die naar ons toekomt in de eenvoud van een kribbe.
Maar het is ook een tijd om vooruit te kijken naar Zijn wederkomst. De vraag is: Zijn we klaar om Hem te ontvangen? Hebben we onze wegen geëffend en onze harten geopend?
Slotgedachte
Lieve medeparochianen, laten we deze Adventstijd niet zomaar voorbij laten gaan. Laten we het zien als een kans om onszelf, onze relaties en onze band met God te vernieuwen. Net zoals een weg wordt aangelegd door de stenen en obstakels weg te halen, zo kunnen wij in ons hart ruimte maken voor Jezus.
Moge Baruchs woorden onze hoop versterken; moge Paulus’ bemoediging ons aanzetten tot liefde, en moge Johannes’ oproep ons inspireren tot bekering. Want als we dit doen, bereiden we de weg van de Heer, niet alleen in deze Advent, maar in ons hele leven. Amen.