Preek op 08-09-2024, 23e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen
Openingswoord
Broeders en zusters, welkom bij deze heilige Eucharistieviering op de Dag des Heren. Vandaag raakt Jezus Christus mensen aan om ze te genezen. Hij wil betere tijden voor hen doen aanbreken. Luisteren wij zo aanstonds maar eens naar de prachtige beloftes, die in de eerste lezing door God worden gedaan. En de tweede lezing zegt, dat ook wijzelf moeten zorgen voor betere tijden door bijvoorbeeld mensen niet te discrimineren.
Misschien zeggen wij van onszelf, dat wij niet ziek zijn. Maar er zijn ziektes en ziektes. Je kunt gezonde ogen hebben en toch blind zijn, geen oog hebben voor de werkelijkheid.
Zo was er eens een man, die zijn bijl kwijt was. En hij verdacht de zoon van de buren. En eerlijk gezegd, die jongen liep ook echt als een dief, zag eruit als een dief en sprak als een dief. Maar even later vond de man tijdens graafwerkzaamheden zijn bijl terug. En toen hij een volgende keer weer naar die jongen keek, liep, sprak en zag hij eruit als elk ander kind.
Zo kunnen ook wij ons soms vergissen … in God, in elkaar, in onszelf en in allerlei situaties.
Vragen wij God, dat Jezus Christus in deze viering onze oren en ogen mag aanraken, opdat wij alles en allen zien in het licht van Gods waarheid en werkelijkheid.
Openingsgebed
Laat ons bidden. Heer onze God, alleen zij die niet willen zien, zijn blind; alleen zij die niet willen horen, zijn doof. Wij vragen U: maak ons ontvankelijk voor al het goede dat Gij door mensen bewerkt, zodat wij van U kunnen getuigen: “Alles heeft Hij welgedaan”. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.
Kinder- en TienerWoordDienst
Preek
Beste medegelovigen, kon God ons rechtstreeks vanuit de hemel verlossen, zonder dat Jezus geboren zou hoeven te worden uit de maagd Maria? Zeker weten! Maar God heeft ervoor gekozen om in Jezus Christus mens onder de mensen te worden. Hij heeft gewoond en gewerkt in een gewoon dorpje en … Hij had contact met zijn dorpsgenoten. Hij heeft met hen gesproken, gelachen en gehuild. Hij heeft hen aangeraakt!
God had ook eerst de ziel van een mens kunnen genezen en dan zou die innerlijke gezondheid misschien wel overstromen naar het lichaam. Er zijn ziektes, die ‘psychosomatisch’ zijn, d.w.z., dat er een wisselwerking is tussen lichaam en geest. Heeft je lichaam een bepaalde ziekte, dan kan dat invloed hebben op je geest, en omgekeerd. Maar nee, Jezus Christus genas mensen meteen in hun lichaam en soms ook in de ziel door hun zonden te vergeven.
God zoekt in Jezus Christus lichamelijk contact, want Hij weet dat een mens, die God aanraakt, iets van Gods kracht krijgt, zuiverheid van leven, van zijn heilige Geest. Wie door God wordt aangeraakt en genezen, krijgt vanzelf berouw en vergeving.
Wij weten hoe Jezus Christus zich liet aanraken. Wanneer de menigte opdringt, ziet een zieke vrouw kans Jezus’ kleed aan te raken en meteen voelt Hij, dat er een kracht van Hem uitgaat. Want het is geen toevallig aanraken, maar een gelovige aanraking.
Jezus Christus zoekt deze aanrakingen ook op. Vandaag zien wij hoe hoopvolle mensen een doofstomme meenemen. Zij smeken Jezus om de zieke te genezen. En dan blijkt hoe het Hem echt om deze zieke te doen is. Hij wil niet opvallen door middel van sterke staaltjes. Daarom raakt Hij buiten de kring van het volk de zieke aan. En niet zo’n beetje ook. Hij steekt zijn vingers in diens oren en smeert wat van zijn eigen speeksel op zijn tong. Velen zouden dat tegenwoordig onhygiënisch vinden, maar daar let Jezus Christus niet op. Hij raakt de zieke aan op z’n zieke plek, de plek die pijn doet. Hij neemt als het ware de pijn over. En dan gebeurt het wonder en allen zijn buiten zichzelf van verbazing.
Zo raakt Jezus Christus vele mensen aan, klein en groot, ziek en gezond, goedwillend en zondig. Een publieke vrouw mag Hem aanraken, terwijl de joodse wet zegt, dat je daardoor zelf ook onrein wordt. Maar Jezus Christus laat ook voor haar een kracht van Hem uitgaan en zij wordt genezen. Hij schenkt ook haar zijn vergevende liefde.
Lieve mensen, het is onze roeping meer van God en Jezus Christus te gaan houden. Dat kun je bereiken door wat vaker te denken aan al het goede, dat God voor de mensheid en voor jou persoonlijk heeft gedaan. Je kunt tijdens je gebed een aantal zaken achter elkaar opnoemen: God, dank U voor dit en dank U voor dat. Misschien kunnen we tussen de bedankjes een korte pauze houden, zodat de dankbaarheid dieper tot ons kan doordringen. Je zult zien: dan voel je de dankbaarheid in je groeien. Je kunt ook wat vaker door de dag iets tegen God zeggen. Dat schept nabijheid. En als er nabijheid is, kan God ons aanraken, kan Hij ons genezen, ons helpen.
De heilige Communie is ook een aanraking door God. Wij ontvangen het ‘Lichaam van Christus’. Zo raakt Hij ons aan, zoals Hij het lichaam van de doofstomme aanraakte. In de Communie gaat het aanraken zelfs verder. Wij worden met elkaar verbonden. En zoals er in het evangelie een kracht van Hem uitging naar alle gelovigen, zo kan de Communie ook voor allen een bron van kracht zijn … als wij maar geloven, als wij maar – net als de mensen in het evangelie – smeken om genezing voor onszelf en vooral voor elkaar.
Lieve mensen, hebben wij God ooit weleens om iets gesmeekt? Hoe zouden wij bidden als één van onze kinderen of kleinkinderen een levensbedreigende ziekte zou krijgen? Zouden wij dan bij Maria één enkel kaarsje opsteken, één Weesgroetje bidden en dan weer weggaan? Of zouden wij op onze knieën vallen en Onze Lieve Heer van het kruis afbidden: O, Heer, alstublieft, mijn kind is ernstig ziek, laat hem niet doodgaan. Hij is zo lief, zo jong. Wij kunnen hem niet missen. Wij willen hem zo graag zien opgroeien. Alstublieft, laat hem toch weer gezond worden … en zo kunnen we dan nog wel even doorgaan!
Zouden wij niet ook zo moeten bidden voor bijvoorbeeld de vrede in het Midden-Oosten, omdat de oorlog elk moment kan escaleren met wie weet wat voor gevolgen ook voor ons? Zouden wij niet ook zo moeten bidden voor de meer dan honderd christenen, die iedere dag opnieuw wereldwijd worden vervolgd en vermoord? Het zijn toch onze broeders en zusters, onze familie? Moeten we niet vurig bidden voor de wereldwijd miljoenen vluchtelingen, de honderdduizenden, die onnodig sterven door honger en ziekte?
Onze vredeswens na het Onzevader, zou dat ook niet méér kunnen zijn dan alleen maar het elkaar toesteken van een hand? Bij een doopgesprek leer ik de ouders waarom ik namens de Kerk hun kindje een kruisje op het voorhoofd geef en waarom zij dat ook zelf iedere mogen en avond mogen doen. Dat is een aanraking waar een kracht van uitgaat. Wij raken een mens aan, met het teken van Jezus Christus, het kruisteken. En zo is het ook bij de vredeswens. Wij geven niet zo maar een hand, uit beleefdheid, het is een heilig aanraken, het is als het ware de hand van Jezus Christus, die wij elkaar toesteken. Daar gaat een kracht van uit.
Misschien hebben jullie het wel meegemaakt, dat iemand bijvoorbeeld een doos chocolaatjes cadeau gaf en erbij zei: “Alsjeblieft, chocolaatjes … om uit te delen”. En dan verwacht men, dat je meteen uitdeelt wat je ontvangen hebt. Wel, in een Eucharistieviering vult God ieder van ons met zijn kracht … om zelf te gebruiken, maar ook om meteen uit te delen. Er is immers genoeg voor iedereen.
Steken wij geregeld een handje toe, letterlijk en figuurlijk. Een uitgestoken hand bemoedigt, geeft de ander de kracht van God. Er gaat méér kracht van jezelf uit dan je denkt, omdat God in je woont. Amen.