Preek op 01-08-2021, 18e zondag door het jaar B, diaken Eelke Ligthart

Preek op 01-08-2021, 18e zondag door het jaar B, diaken Eelke Ligthart

Openingswoord

Allemaal van harte welkom hier in de kerk en de mensen die via life-stream met ons zijn verbonden. We vieren de  H. Eucharistie op de 18e zondag door het jaar.

In de bijbel worden we vaak meegenomen naar de woestijn. De woestijn staat symbool voor de levensweg die iedere  mens gaat. Woestijn doet ons denken aan verlatenheid, woestenij, geen voorzieningen die ons wel ten dienste staan in onze beschaafde wereld. Geen mogelijkheid om op te gaan in de ontelbare kansen van cultuur en vertier.

Integendeel: Woestijn is een confrontatie met mijn grenzen en beperkingen, mijn behoeften, lichamelijk en geestelijk. Woestijn is een leerschool in het kijken naar jezelf, In het leren onderkennen wat opgelegd en opgedrongen is. Vandaag geeft Jezus ons opnieuw aan waar het echte brood van het leven is te vinden, zodat we geen honger meer zullen hebben.

Preek

Dierbare medegelovigen, ontdekken wat de echte drijfveren in je leven zijn en ontdekken wat je mogelijkheden en onmogelijkheden zijn is vaak een moeilijk proces. Onderscheid leren maken van wat belangrijk is en wat is overtollig. Het gaat over keuzes maken, van wat neem ik wel mee en wat niet.

Woestijn staat a.h.w. voor een leerschool van loslaten. Loslaten van de angsten waardoor we onze vrijheid in beslag laten nemen en die ons belemmeren om onze diepste aspiraties te ontdekken.

Woestijn staat voor loslaten, maar een ander belangrijk  punt is de saamhorigheid.

“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wat Mozes u gaf was niet het brood uit de hemel; het echte brood uit de hemel wordt u door mijn Vader gegeven; want het brood van God daalt uit de hemel neer en geeft leven aan de wereld.”

Het Joodse volk ging niet als individu de woestijn in, maar gezamenlijk. Toch klaagden ze bij Mozes en Aaron: “Waren we maar door de Hand van de Heer gestorven in Egypte”. Daar moesten ze onmenselijk hard werken, maar ze wisten waar ze aan toe waren.  Nu leden ze honger en waar was dan dat zogenaamde beloofde land?

Het lijkt er op dat ze zich hebben neergelegd bij hun lot. Tegen de Egyptenaren konden ze niet op en in de woestijn is het al niet veel beter. Veel mensen in onze wereld hebben zich ook al neergelegd bij hun lot. Wat kan ik doen aan de honger in de wereld, de oorlog, het corona virus. Is dit alles wat het leven biedt?

Maar toch blijft het knagen, dit kan toch niet alles zijn, er moet toch meer uit het leven zijn te halen?

Zo moeten de mensen daar in Egypte er ook over gedacht hebben. Ze hoefden van Mozes niet in de klei te blijven ploeteren, maar ze moeste hun rug rechten en hun leven richten op Gods bestemming:  gerechtigheid en vrede tevredenheid en blijheid. Hoe moeilijk kan dat zijn, ook in onze tijd.

Ons leven wordt wel eens vergeleken met een pelgrimstocht, altijd onderweg naar een betere wereld. Vaak dringt het besef niet tot ons door dat we moeten zoeken naar een wereld zoals God die heeft bedoeld. Even afstand nemen van de dagelijkse zaken, even bij jezelf tot rust komen, krachten opdoen voor de tijd die gaat komen.

Daar heb je soms een vakantie voor nodig, soms de stilte van een woestijn of van een pelgrimage.  Waar kun je het brood vinden om geen honger meer te hebben? Veranderingen in kerk en maatschappij maken mensen onzeker.

Een belangrijk woord was in de tijd van Mozes, net zo als dat nu voor ons geldt: Vertrouwen!!   Vertrouwen hebben in de toekomst, binnen gezinnen,  in de parochies.

De mensen die met Mozes onderweg waren naar het beloofde land moesten leren vertrouwen. Ze mochten slechts voor een dag  het manna verzamelen. Wie meer verzamelde voor die ene dag, ontdekte dat het de volgende dag verrot was en onbruikbaar.   Als je dat zo eens overweegt, vraag je  je wel eens af waar wij in onze tijd mee bezig zijn. De economie van het meer en steeds meer tiert welig. Het verschil tussen arm en rijk wordt steeds groter, steeds meer mensen hebben nauwelijks een bestaan. En toch brengt de aarde genoeg voort voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht.

Wie bereid is te delen zal niet tekort komen.  En dan is gerechtigheid een belangrijk baken op weg naar het beloofde land. Op weg naar God die het ware brood, het brood van leven is.

We lezen het in de brief van Paulus aan de Efeziers dat daar nogal wat voor nodig is:   “Dat gij de oude mens van uw vroegere levenswandel , die te gronde gaat aan zijn bedrieglijke begeerte  moet afleggen, en dat geheel uw denken zich moet vernieuwen. Bekleed u met de nieuwe mens, die naar Gods beeld is geschapen in waarheid en gerechtigheid en heiligheid”.

Hij daagt ons iedere dag weer uit om licht te maken waar het donker is, leven mogelijk te maken waar het onmogelijk lijkt, vreugde te beleven aan het scheppen van wat schoon en plezierig is.

Wie dat verstaat, kan zijn denken vernieuwen, kan groeien in menselijkheid en liefde. Kan meebouwen aan een wereld waarin de droom van God werkelijkheid en zichtbaar wordt in ons mensen, ook van deze tijd.

Hij biedt ons zijn brood als voedsel voor onderweg. Laten we dat in vertrouwen aannemen en er aan werken.  Amen.