Overweging op vrijdag 21-06-2024 In verzorgingstehuis Hugo Waard, 12e zondag door het jaar B, Jannie Ligthart
Openingswoord
Beste medegelovigen, welkom bij de viering in het12e weekend door het jaar.
In de Evangelielezing van dit weekend, horen we over de storm op het meer. We kunnen, met deze lezing in gedachten, nadenken over de storm in ons eigen leven, over de storm in de Kerk, over de storm in de wereld.
En dan met name, hoe ga ik, hoe gaan wij daar mee om?
Als het ons tegenzit in het leven, als de kalmte en de rust er niet is, kunnen we, net als de leerlingen in de boot, ook door angst worden overvallen, en zelfs in de angst blijven steken.
En roepen wij God dan ook om een wonder?
Belangrijk in deze lezing is het verwijt van Jezus aan zijn leerlingen: “Hebben jullie nog geen vertrouwen?” Dit verwijt is ook aan ons gericht, wanneer we in een storm, een beproeving in ons leven, angstig en moedeloos reageren. Het is goed om daarover na te denken. Maar laten we altijd onthouden dat Jezus ons, steeds weer, uitnodigt, om in Hem te geloven, Hem te vertrouwen en niet te twijfelen.
Voor de keren, dat we in ons geloof en Godsvertrouwen tekort kwamen, willen we onze schuld en onmacht belijden om de H. Communie goed te ontvangen. Daartoe bidden we samen de schuldbelijdenis.
Overweging
Lieve medegelovigen, lieve medemens, de brief van de heilige apostel Paulus, begint met: “de liefde van Christus laat ons geen rust”. Ik denk dat hij daarmee bedoelt, dat wij christenen, ons altijd bewust moeten zijn van Christus liefde voor ons. De Evangelie lezing, sluit daar mooi bij aan. We lezen over de storm op het meer, en zoals het met het lezen van de Evangeliën is, is het nodig om het verhaal naar het hier en nu, naar ons eigen leven proberen te vertalen. Wat zeggen de woorden van God in het Evangelie mij, over mijn leven, over mijn doen en laten in het leven.
Je hebt mensen die heel rustig door het leven heen glijden, zonder veel negatieve of pijnlijke ervaringen. Je hebt ook mensen die heel verdrietige dingen meemaken en zich afvragen, waarom moet mij dit overkomen?
Als iets ergs je overkomt, is het opeens gedaan met je innerlijke rust, dan kun je het gevoel hebben dat je in een enorm gat valt. Dan kun je je heel ontredderd voelen en bang zijn, heel bang zelfs. Dan kan het gebeuren dat je je angstig afvraagt of je het wel aan kunt, hoe je toch verder moet in je leven.
Wij christenen kunnen, als we oprecht geloven in Gods onvoorwaardelijke liefde voor ieder van ons, en geloven in Zijn nabijheid in ons leven, samen met Hem weer rust en vrede in ons hart krijgen.
Ondanks ons geloof lijken we vaak op de leerlingen van Jezus, die doodsbang en ontredderd waren toen ze met hun bootje in een heftige storm terecht kwamen. Ze dachten: dit overleven we niet. Ze riepen: “Heer, raakt het u niet dat we vergaan.” Als ons leven in een storm terecht komt, we beproefd worden, lijken we in eerste instantie vaak op de leerlingen. In onze ontreddering lijkt het of God ons bidden niet hoort, dat Hij onze angst niet opmerkt.
In ons bidden hopen wij vaak, net als de leerlingen, op een snel wondertje. We willen het leven terug dat we hadden, dat het leven weer gaat zoals het was. Jezus leerlingen kwamen er toen gemakkelijk van af, zij riepen Jezus en de storm ging liggen. Maar dat overkomt ons meestal niet. Vaak moeten we door een diep dal, voordat de storm in ons leven een beetje gaat liggen en we de brokstukken een plaats hebben gegeven.
Jezus zat met de leerlingen in de boot, en toen het stormde was Hij dicht bij hen, maar de leerlingen ervaarden Zijn slapen als een afwezig zijn.
In ons dagelijks leven kunnen / moeten wij proberen, ons er ook altijd bewust van te zijn dat Jezus dicht bij ons is, ook al ervaren we het niet, en lijkt Hij afwezig. Jezus is bij ons, elke dag van ons leven, waar we ook zijn, wat we ook doen. In verbondenheid met Jezus, en vertrouwend op Zijn aanwezigheid in ons leven, kunnen we in alle stormen onze innerlijke rust hervinden.
Om er weer bovenop te komen, hebben we natuurlijk ook elkaar nodig, we moeten elkaar vasthouden en ondersteunen en zo goed mogelijk bijstaan.
Ook al lijkt een beproeving te zwaar, laten we dan niet vergeten het Onze Vader te bidden, waarin we God eren als onze hemels Vader en Schepper en we ervoor open staan hoe God ons leven leidt, door te zeggen: “Uw wil geschiedde”. Amen.
Voetstappen in het zand.
Ik droomde eens en zie ik liep aan ’t strand bij lage tij.
Ik was daar niet alleen, want ook de Heer liep aan mijn zij.
We liepen samen het leven door, en lieten in het zand,
een spoor van stappen; twee aan twee, de Heer liep aan mijn hand.
Ik stopte en keek achter mij, en zag mijn levensloop,
in tijden van geluk en vreugde, van diepe smart en hoop.
Maar als ik het spoor goed bekeek, zag ik langs heel de baan,
daar waar het juist het moeilijkst was, maar één paar stappen staan.
Ik zei toen “Heer waarom dan toch? Juist toen ik U nodig had,
juist toen ik zelf geen uitkomst zag, op het zwaarste deel van mijn pad…”
De Heer keek toen vol liefde mij aan, en antwoordde op mijn vragen;
“Mijn lieve kind, toen het moeilijk was, toen heb ik jou gedragen…”