Overweging op 28-02-2025 in Hugo Waard, 8e zondag door het jaar C, Jannie Ligthart
Openingswoord
Dierbare medegelovigen, welkom in deze Woord- en Communieviering op de 8e zondag door het jaar.
In de eerste lezing, uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinthe, benadrukt Paulus, dat God ons de overwinning heeft gegeven, door Jezus Christus. Daarbij spoort Paulus ook ons aan, om standvastig en onwankelbaar in ons gelovig leven te blijven, in ons doen en laten zoals Jezus het ons heeft voorgedaan.
In het evangelie spreekt Jezus door een gelijkenis, waarin we lezen: “Kan soms de ene blinde de andere leiden, en, waarom kijkt gij naar de splinter in het oog van uw broeder. Het evangelie eindigt met: “waar het hart vol van is, loopt de mond van over”. Jezus gaf zijn leerlingen toen, en ons nu, onderricht, en vragen om over na te denken, over hoe we moeten leven, zoals God het bedoelt.
De keren dat we zwak en niet standvastig waren, willen we aan God en elkaar erkennen en belijden, door samen de schuldbelijdenis te bidden.
Overweging
Beste medegelovigen, lieve medemens, in het kerkelijk jaar, zijn we alweer in het weekend vóór Aswoensdag. En dat we de veertigdagentijd naderen, merken we aan de lezingen van de afgelopen weken en van dit weekend. Ook de lezingen van vandaag gaan echt over onszelf. We horen woorden waar we over na moeten denken.
De veertigdagentijd is bij uitstek een tijd om ons te bezinnen over hoe we leven, hoe we ons gedragen ten opzichte van God en elkaar en ons willen te bekeren. En ons bekeren wil zeggen dat we ons afkeren van onze slechte gewoontes. Bijvoorbeeld, we willen minder oordelen, minder aan onszelf denken. Ons bekeren is, dat we de weg gaan van liefde voor God en voor onze naasten. Het zou goed zijn als ons hart daar vol van zou zijn, want dan zien we geen splinters meer in andermans ogen, en zijn we een gezonde boom die goede vruchten voortbrengt.
Het evangelie van vandaag bevat een viertal korte Wijsheid spreuken van Jezus, die ons inzicht kunnen geven in hoe we ons gelovig leven vorm kunnen geven. Jezus heeft zijn twaalf apostelen en ons gekozen, en nu leidt Hij hen en ons, middels de Schriftlezingen op. Twee weken geleden hield Jezus hun de zaligsprekingen en de wee-uitspraken voor, zei dat ze van hun vijand moesten houden en dat ze hun medemensen moesten behandelen zoals zijzelf behandeld wilden worden. Vorige week hoorden we in het evangelie, dat we geen kwaad met kwaad moeten vergelden. We werden op Gods Barmhartigheid gewezen die God ons toont, met de verwachting dat wij Hem daarin volgen naar onze medemens toe.
Vandaag leidt Hij zijn apostelen verder op, zodat ze weten hoe te leven en te reageren op elkaar. De eerste Wijsheid spreuk van Jezus luidt: “Kan soms de ene blinde de andere leiden? Vallen dan niet beiden in de kuil?” Jezus heeft het hier niet over blinde ogen die niets zien, maar wel over hen die geestelijk blind zijn. Wie geestelijk blind is, die ziet niet goed wat goed en kwaad is, verspreidt dwalingen over het geloof en heeft geen heldere kijk op de toekomst. Het is daarom belangrijk, dat wij ons, in ons geloofsleven, laten leiden door priesters en leken, die zich aan de leer van de Kerk houden.
In de tweede Wijsheid spreuk zegt Jezus dat de leerling niet boven zijn Meester staat. De leerling dient goed gevormd te zijn om het geloof ook echt authentiek te kunnen beleven en uit te stralen. Maar hoe kunnen wij, leerlingen van Jezus, ons vormen om Jezus en zijn blijde boodschap beter te leren kennen? Elke dag dienen we ermee bezig te zijn om vooruit te gaan, te groeien in ons geloof. Het lezen van de Bijbel, het lezen van Heiligen verhalen, en niet te vergeten ons gebedsleven, houdt ons geloof levend. Investeren in het geloof is investeren in ons toekomstig leven, en nu al mogen we daarvan de vruchten plukken en later het eeuwig leven.
Op de derde plaats houdt Jezus ons het verhaal voor van de splinter in het oog van de broeder en de balk in onze eigen ogen. We moeten willen erkennen dat in ons eigen leven ook niet alles goed gaat. We moeten daarom niet te snel klaarstaan met een oordeel. Als we werken aan onze eigen wispelturigheden, kunnen we barmhartiger op de ander reageren, en hem/haar zo nodig helpen. Om daarin te groeien moeten we eerst onze eigen fouten en zonden erkennen en er vergeving voor vragen aan God om anderen te kunnen helpen in hun christelijk leven.
Als vierde wijsheid, verkondigt Jezus ons de parabel van de goede boom met zijn goede vruchten. Naar de mens toe vertaalt, gaat het Jezus om ons innerlijk, de gesteldheid van ons hart. Heel mooi zegt Jezus: “Een goed mens brengt uit de schat van goedheid in zijn hart het goede te voorschijn.” Hierbij mogen we denken aan het grote voorbeeld van zuster Teresa van Calcutta, bekend over de hele wereld vanwege haar inzet voor de stervenden op straat in Calcutta. In haar getuigenis over het geloof, zei ze: “Het gaat er niet om hoeveel we doen, maar met hoeveel liefde we iets doen vanuit ons hart.” Laten we bidden dat ons hart, vol van Liefde is, en wij er zo voor elkaar kunnen zijn. Amen.