Overweging op 19/20-07-2024, 16e zondag door het jaar B, Jannie Ligthart
Openingswoord
Beste medegelovigen, welkom in deze Woord- en Communieviering op de 16e zondag door het jaar.
In het evangelie van vandaag komen mensen Jezus opzoeken omdat zij Hem als een echte Herder ervaren. Als iemand die luistert naar wat mensen bezighoudt en zich inzet voor een betere samenleving.
In Hem wordt de profetie van Jeremia werkelijkheid.
Jeremia leefde ongeveer 645 jaar vóór Christus. In de lezing van Jeremia lazen we dat God het de herders, de leiders van Israël verwijt, dat door hun manier van herder zijn, er schapen verloren zijn gegaan. Hij zelf, en daarmee bedoelt Jeremia, “God” zal er voor zorgen dat alle schapen terugkomen, dat er geen een verloren gaat. Met de verloren schapen, worden de mensen bedoeld die afgedwaald zijn van God.
Jezus noemde de mensen die zich om Hem heen verdrongen geen schapen, maar zei: “ze lijken op schapen die naar een herder op zoek zijn en Hij werd daardoor diep geraakt.
Dit evangelie stelt ons de vraag of wij ons willen laten raken door mensen in onze omgeving, die hulp nodig hebben op wat voor manier dan ook. Zijn wij bereid, in navolging van Jezus Christus, om de herderlijke zorg op ons te nemen waar we dat kunnen?
Omdat wij daar niet altijd voor openstaan, willen we dit aan God en elkaar erkennen en belijden, om de H. Communie waardig te kunnen ontvangen. We bidden samen de schuldbelijdenis.
Overweging
Lieve medegelovigen, lieve medemens, in het evangelie horen we dat Jezus medelijden heeft met de mensen. Jezus bemerkt, dat ze zijn als schapen zonder herder, zonder leiding. Ondanks dat Jezus en zijn leerlingen naar wat rust verlangden, ging Hij naar ze toe om hen te onderrichten. Om hen richting en leiding in hun leven te geven.
Toen Jezus over deze mensen nadacht, vergeleek hij hen met schapen die geen herder hebben, met schapen die ronddolend de weg kwijt zijn. Schapen zijn dieren die hun aangeboren vaardigheden verloren hebben. Al duizenden eeuwen zijn ze tam gemaakt en speciaal gefokt om hun wol, melk en vlees, en hebben hierdoor hun oerinstinct verloren. Door het verliezen van hun oerinstinct, door het verliezen van hun eigenheid, zijn ze afhankelijk geworden van leiding, van een herder die hen verzorgt en beschermt.
Die vergelijking maakt Jezus over de mensen die naar hem toestroomden. Ze waren als schapen zonder herder, ze waren vervreemd van hun oerinstinct, van het instinctief weten dat God hun Schepper en hemelse Vader is.
Hun leiders, hun herders van dat moment, schoten tekort in hun taak.
De mensen kwamen naar Jezus toe in de hoop dat Hij hun de juiste weg zou wijzen. En ofschoon Jezus een rustpauze zocht voor zijn leerlingen die eropuit geweest waren om te getuigen van Zijn boodschap, had hij medelijden met die mensen en onderrichtte hij hen.
Als Jezus in onze tijd zou leven, zou hij van velen waarschijnlijk ook zeggen, het lijken wel schapen zonder herder. Als we niet oppassen worden we allemaal van onze ware identiteit, “het Kind – zijn van God” afgehouden.
En in de tijd waarin wij leven is dat vaker, dan we zelf in de gaten hebben. We worden door zoveel dingen afgeleid en zijn op allerlei gebied van allerlei gemakken voorzien en we hebben het gevoel dat we echt niet zonder kunnen.
In het materialisme, het steeds meer willen, de wereldse beslommeringen en ons egoïsme, verliezen we onze, door God gegeven identiteit. Hierdoor redden we het niet te leven zoals Jezus ons heeft voorgeleefd. In ons jachtige bestaan verliezen we het gevoel voor wat werkelijk belangrijk is, voor wat God belangrijk vindt.
Vaak denken we dat we het allemaal zelf wel kunnen, en vergeten dan dat we altijd hulp en leiding aan onze hemelse herder, Jezus Christus, kunnen vragen. Ook voor ons wil Jezus een goede herder zijn.
En na zijn verrijzenis heeft Hij ons de heilige Geest gezonden om ons te helpen. Jezus heeft ons voorgedaan hoe we moeten leven om eens in het hemels Koninkrijk te mogen zijn. De heilige Geest zal ons daarbij helpen.
Maar daarvoor moeten we wel op zoek, naar wie Jezus is, naar wat Jezus ons heeft voorgeleefd en naar wat Hij aan zijn leerlingen geleerd heeft. Zo laten wij ons door Jezus onderrichten, juist zoals de mensen uit het evangelie, die Hem zochten. Daarvoor is het wel nodig dat we momenten van rust zoeken, in gebed gaan en de Bijbel lezen, want anders komt Zijn Woord niet in ons hart.
Jezus wilde met zijn leerlingen ook even een rustpauze, maar hijzelf liet zich leiden door zijn medelijden met al die mensen. Wat hij hen daar verteld heeft, staat er niet bij, maar dat ging ongetwijfeld over zorg en aandacht voor elkaar. Dat komt steeds weer terug in zijn prediking, in zijn handelen. Dat hoort ook bij het oerinstinct van de mens, bij het christen zijn.
We leven samen onze levensweg. Jezus voorbeeld, weten we dat we als mens, ook medemens zijn. En dat vraagt van ons om de deugd van medemenselijkheid en menslievendheid. Jezus heeft het ons voorgeleefd, door de rust en de stilte, bij Zijn en onze hemelse Vader te zoeken en door barmhartig handelend optreden.
Laten we ons overgeven aan de leiding van onze hemelse Herder, en Hem proberen te volgen in ons doen en laten. Amen.