Overweging op 14-02-2025 in verpleeghuis Hugo Waard, 6e zondag door het jaar C, Jannie Ligthart

Overweging op 14-02-2025 in verpleeghuis Hugo Waard, 6e zondag door het jaar C, Jannie Ligthart

Openingswoord

Dierbare medegelovigen, welkom in de viering in het 6e weekend door het jaar.

We hebben weer twee mooie lezingen. De heilige apostel Paulus is heel duidelijk.

Maar over het Evangelie, waarin Jezus zegt: “Zalig gij die arm zijt, zalig gij die treurt”, moest ik langer nadenken.

Het is een rede van Jezus, waarin Hij duidelijk is naar zijn leerlingen, en nu aan ons.

Ook begreep ik, en dat lezen we vaker in de H. Schrift, dat je niet “een beetje” een leerling van Jezus kan zijn. Er wordt best veel van ons verwacht. Willen we zijn leerling zijn, dan moeten we Hem volgen waar Hij gaat, en volgen in hoe Hij ons heeft voorgeleefd.

Om de H. Communie waardig te kunnen ontvangen, vragen we, voor de keren dat het ons niet lukte het Woord van God in praktijk te brengen, vergeving, door het samen bidden van de schuldbelijdenis.

Overweging

Beste medegelovigen, lieve medemens, we hebben geluisterd naar de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinthe, waarin hij, de grote waarde van ons geloof in de verrijzenis van Jezus, benadrukt. Hij zegt, dat wij christenen, onze hoop en vertrouwen op Jezus niet alleen voor ons aardse leven moeten vasthouden, maar dat het belangrijker is, om dit vast te houden voor het leven na onze lichamelijke dood, waarin wij geloven door de verrijzenis van Jezus.

In het Evangelie hoorden we Jezus, zijn leerlingen en een grote menigte, toespreken. Een toespraak die niet gemakkelijk te begrijpen is. Jezus kijkt zijn leerlingen aan en spreekt dan: zalig jij die arm bent, die honger lijdt, die weent, die gehaat, verstoten en belasterd wordt.

In plaats van “Zalig jij” kun je ook lezen, gezegend ben je als je arm bent, als je verdrietig bent enz.

Voor ons moeilijk om te begrijpen, maar als we het lezen vanuit de context van de leerlingen, die omdat ze Jezus volgen, te maken krijgen met honger, armoede en verdriet. Dan lezen we dat Jezus hen zegent, omwille wat ze door Hem moeten doorstaan. De weg van Jezus gaan, is voor niemand een gemakkelijke weg. Ook wij hebben op onze levensweg zijn zegen nodig.

De weg van Jezus gaan, ligt voor ons mensen, vol verleidingen / afleidingen en daarom zegt Jezus op het eind van zijn rede, dat als wij ons verliezen in de verleiding van alles wat de wereld ons biedt, we niet meer leven in overeenstemming met Gods wil. Hij zegt dan ook tegen ons: “Wee gij, die denkt te kunnen leven zonder Mij, je hemelse Vader”.

Jezus zegt tegen zijn leerlingen, zegt tegen ons ook: “zalig jij, wee jij”.

Zo geeft Jezus aan dat we in ons leven, ook al proberen we te leven zoals God het bedoelt, we ons steeds weer naar God moeten keren, en bekeren. Dat, als we ons naar Hem keren, Jezus ons zal zegenen, en we de genade krijgen om te volharden in het leerling van Jezus zijn.

Jezus heeft in zijn aardse leven vanuit God en de kracht van de heilige Geest geleefd. Zo heeft Hij het ons voorgedaan. Voor Jezus kwam God altijd op de eerste plaats. Hoe zit dat bij ons? Laten we proberen ontvankelijk te blijven voor Gods genade, voor Zijn aanwezigheid in ons leven, en erkennen dat we zonder Zijn genade niets kunnen.

Jezus leefde in het bewustzijn dat Hij van God komt en leeft. Het is het besef dat, in alles wat je denkt en doet, God op de eerste plaats komt. En dat besef wil Hij ons meegeven. Het is het besef dat je, als volgeling van Jezus, leeft vanuit de 10 geboden, en vanuit het eerste Gebod, God en de naaste liefhebben.

Dat God van ons houdt weten we. We zijn Zijn geliefde kinderen. En liefde vraagt altijd om wederkerigheid. Dat wil zeggen dat onze liefde voor God zichtbaar kan zijn in onze liefde voor onze medemens. Want staat er niet in het Matheusevangelie:’

“Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan.” (Matteüs 25:40).

We kunnen een gezegend leven leiden door iets te doen voor onze medemensen, vanuit onze liefde voor Jezus. We volgen Jezus na in het dienstbaar zijn. Het zijn vaak de kleine dingen die het leven mooier maken. Bijvoorbeeld, als we iemand een glimlach geven, de afwas voor iemand doen of geld geven aan iemand die het nodig heeft, dan kunnen we tegelijkertijd bedenken dat we het ook doen voor onze geliefde Jezus. Dat geeft een extra dimensie aan het dienstbaar zijn, er is geen behoefte meer om wat eer of dankbaarheid.

Wat we hiervoor nodig hebben, hebben we, al gekregen van Jezus. Zijn Liefde. Hij offerde, vanuit zijn overweldigende liefde voor ons, zijn leven. Hij heeft ons het leven voorgeleefd en geeft ons de mogelijkheid om te worden zoals Hij. Opdat wij, na ons aardse leven, samen met Hem, in het hemels Koninkrijk mogen zijn.

Waar Hij ons dan begroet met: Zalig jij. Amen.