Overweging op 08/09-10-2021 in de tehuizen, 28e zondag door het jaar B, Jannie Ligthart

Overweging op 08/09-10-2021 in de tehuizen, 28e zondag door het jaar B, Jannie Ligthart

“Kinderen, wat is het moeilijk het Koninkrijk Gods binnen te gaan. Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.”

Lieve medegelovigen, in het evangelie van vandaag gaat Jezus weer verder op weg naar Jeruzalem. Het op weg gaan van Jezus, is ook voor ons een uitnodiging om onze weg, achter Hem aan, te blijven vervolgen. Jezus willen volgen, wil niet zeggen dat we, met het onderhouden van de 10 geboden klaar zijn, horen we vandaag. In het Evangelie horen we, dat aan de rijke jongeman ook meer wordt gevraagd. Dat betekent dat er aan ons ook, meer van ons  wordt gevraagd. Alles waaraan wij waarde hechten, of vaste gewoontes die ons afleiden van onze relatie met God, moeten we proberen achter ons te laten.

Het is de bedoeling dat we blijven nadenken over ons geloof, over onze relatie met God. We moeten mensen zijn, die ons geloof als een uitdaging zien en gaan ontdekken dat het gaan van de weg van Jezus, ons leven meer inhoudt geeft. Dat de weg van Jezus gaan, het doel van ons leven is.

De man uit het evangelie van vandaag, die zich al goed aan de tien geboden hield, besefte, denk ik, ook wel dat het niet zo gemakkelijk was om het eeuwig leven te verwerven. Dat er meer van Hem verwacht werd.

Hij ging op Jezus af en wierp zich op de knieën vóór Hem, en stelt Jezus een vraag waarmee we ons ook wel eens wat meer zouden kunnen bezighouden: ‘”Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?”

Zoals elke vrome jood kende hij de 10 geboden en hij zei tegen Jezus dat hij deze al vanaf zijn vroege jeugd naleefde.

Op die vraag keek Jezus hem liefdevol aan. En zo kijkt Jezus ook naar ons, zoals we hier zitten. Jezus houdt zielsveel van ons, zijn leerlingen, ook al nemen wij het vaak niet zo nauw met die geboden. Jezus houdt van ons, ook al ként hij ons en daarom krijgen ook wíj te horen: “Eén ding ontbreekt u; ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel, en kom dan terug om mij te volgen”.

Dat antwoord schrikt de man af, hij hoopte waarschijnlijk op een compliment, maar er werd meer van hem gevraagd. Hij staat voor een beslissende keuze: óf hij wijst deze boodschap af en zijn leven kabbelt voort, óf hij neemt het van Jezus aan en zijn leven zal veranderen.  Dit gebeurde ook bij  Franciscus van Assisi, zoon van een rijke lakenkoopman in de twaalfde eeuw: hij hoorde wat Jezus vandaag in het evangelie zegt, liet een geheide carrière in de stoffenwinkel van zijn vader lopen en ging bedelend verder door het leven. Gelukkig en bevrijd van de last van zijn bezit.

Nu kunnen we ons natuurlijk afvragen of Jezus niet te streng was voor deze man. Had hij niet een beetje water bij de wijn kunnen doen. Maar Jezus is niet Iemand van een beetje, Hij kán en mág niets van het evangelie afdoen.  Jezus zegt: “ Hoe moeilijk is het voor degenen die geld hebben het Koninkrijk Gods binnen te gaan!”  En hij eindigt met: “Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen”.

Kamelen hebben bulten die het dier belemmeren om door een nauwe opening te gaan. wij kunnen ons afvragen wat ons belemmert, om het Rijk van God binnen te gaan? Met onze wereldse rijkdom kunnen we het echte leven niet kopen. Immers het echte Leven is gratis. Rijkdom kan ons wel afhouden van onze eigenlijke bestemming; het verwerven van het eeuwige leven.

Natuurlijk hoeven we niet alles weg te geven. Alleen als je rijk bent moet je dit niet krampachtig vast houden. Rijk kun je zijn met geld, met je kinderen, je echtgenoot, je huis je hobby,  enzovoort. Hier is ook niets mis mee. Alleen als we dit alles meer aandacht geven dan aan onze relatie met God, dan gaan we de verkeerde kant op. Dan gaan we niet richting het leven bij onze hemelse Vader. Door krampachtig vast te houden,  aan onder andere, gewoontes, gedachtes, materieel bezit, belemmeren we de komst van Gods Koninkrijk voor onszelf en onze medemens. Amen.