Overweging in Hugo Waard op 20-06-2025, Sacramentsdag, Jannie Ligthart

Overweging in Hugo Waard op 20-06-2025, Sacramentsdag, Jannie Ligthart

Openingswoord

Dierbare medegelovigen, welkom in de Woord- en Communieviering in het weekend, waarin we, het “Hoogfeest van het heilig Sacrament van het Lichaam en Bloed van Christus”, Sacramentsdag vieren.

Het vieren van deze feestdag, is door paus Urbanus in 1264 ingesteld.

We vieren dat Jezus Christus zichzelf, onder de gedaante van brood en wijn aan ons gelovigen wil geven, en zo voortdurend onder ons wil blijven door middel van zijn waarachtige tegenwoordigheid in de geconsacreerde offergaven. We mogen niet vergeten dat deze aanwezigheid de vrucht is van de ultieme liefdesdaad van zelfgave door Jezus, zijn leven, lijden, sterven en verrijzen. De eerbied die de Katholieke Kerk, en alle christenen die daar bij horen, voor de geconsacreerde heilige Hostie heeft, wordt op deze feestdag tot uitdrukking gebracht.

De keren dat we te weinig eerbied en respect voor de aanwezigheid van Jezus in de H. Communie hebben gehad, willen we aan God en elkaar belijden door samen de schuldbelijdenis te bidden.

Overweging

Lieve medegelovigen, we kennen allemaal het gevoel van; het ergens naar verlangen.

Het kan het verlangen, het uitzien naar, een gebeurtenis, bijvoorbeeld de komst van een achterkleinkind, het trouwen van je dochter zijn. Het zijn gebeurtenissen waarbij we ons gelukkig en geliefd bij voelen.

Meestal zijn het vaak de gewone basisverlangens. We blijven verlangen naar gezelligheid, naar liefdevolle aandacht, naar bezoek van de kinderen en kleinkinderen, naar een goede uitslag van een onderzoek, en vult U zelf maar in.

Als deze verlangend uitkomen voelen we ons gekend en geliefd. We kunnen verdrietig zijn als een verlangen niet uitkomt.

Ook Jezus kent verlangens. Dat lazen we in de eerste brief van de heilige apostel Paulus en in het H. Evangelie. Van Paulus horen we woorden van Jezus die we goed kennen, want we horen ze in elke Eucharistieviering. In deze woorden spreekt Jezus zijn verlangen uit.

In het brood dat Zijn Lichaam is en in de wijn die Zijn bloed is in het Nieuwe Verbond, is Zijn verlangen dat we dit blijven doen tot Zijn gedachtenis. In wezen is het Jezus verlangen dat Hij steeds in ons leven aanwezig wil zijn.

In het evangelie willen de apostelen de duizenden mensen die naar Jezus zijn komen luisteren, wegsturen om voedsel en onderdak te zoeken, maar Jezus zegt: “Geef jullie hun maar te eten. Geef van wat je hebt, ik zal ervoor zorgen dat het toereikend is.” Ze lieten het weinige wat er was, de vijf broden en twee vissen, door Jezus zegenen. Nadat iedereen verzadigd was bleek dat er meer dan voldoende was.

En zo zal Jezus ook met onze onmogelijkheden en machteloosheid doen. Als we al ons doen en laten onder Zijn zegen zetten, zullen we verbaasd zijn over wat we kunnen volbrengen. Zijn zegen zal ons overvloedig helpen.

“Doe dit tot mijn gedachtenis”, horen we de priester bij de consecratie zeggen. Het is goed dat we ons ook dit verlangen van Jezus herinneren, zeker op Sacramentsdag, het hoogfeest van het heilig Sacrament. Jezus verlangt ernaar op deze speciale manier bij ons te komen.

Hoe zit het met ons verlangen? Wat betekent het ontvangen van de heilige Hostie in deze Woord en Communieviering voor onszelf. Is het voor mij, voor u inderdaad een ontmoeting met Jezus Christus, die zegt: “Blijf dit doen om Mij te gedenken, Ik heb uit Liefde mijn leven voor jullie gegeven, en wil Mijzelf steeds weer aan jullie geven, opdat jullie kunnen naleven zoals Ik het heb voorgedaan.”

Lieve mensen, in onze relatie met Jezus, moeten we ons steeds afvragen, wat doen we met de woorden en daden van Jezus? Hoe kunnen we Hem naleven. Wat verlangt Jezus van ons. En we kunnen ons afvragen, waar staan we zelf, in het vervullen van Zijn verlangens? We komen naar de viering, we bidden en zingen mee, maar het mag daar niet blij blijven.

De heilige Eucharistie, en het daardoor kunnen en mogen ontvangen van het heilig Brood, Jezus Christus zelf, is het hart van ons christen zijn. Het is het bewustzijn, dat Jezus in ons leeft. Het is, het beleven en gedenken van Jezus zoals Hij zichzelf aan ons gegeven heeft. Het is, het proberen te ervaren, hoe groot zijn liefde voor ons mensen is. Tegelijk kunnen we ons afvragen hoe groot onze liefde voor Hem is, en vragen we ons af hoe we dat kunnen vorm geven. En laat dan ook de dankbaarheid naar boven komen. De dankbaarheid, dat door het leven, lijden, sterven en de verrijzenis van Jezus, wij een toekomst hebben na ons aardse leven. En dat Jezus steeds met ons mee wil gaan op onze levensweg, om Hem te volgen en om te leven zoals Hij ons heeft voorgedaan. Hij gaat met ons mee, en zijn helper de heilige Geest zal ons ook helpen, om te leven met aandacht voor onze medemens, vanuit aandacht en tijd voor God.

Laten we doen wat God, wat Jezus van ons verlangt. “Geven jullie hun maar te eten”, zegt Jezus, en dat is, breek en deel je leven met de ander, sluit niemand buiten, zoals Jezus ons heeft voorgeleefd. Als we zo proberen te leven, onder de zegen en genade van onze Heer Jezus Christus, zal er overvloedig genoeg te delen zijn, om Gods Rijk op aarde waar te maken. Amen.