Overweging in de tehuizen Zuyder Waard en Hugo Waard op vrijdag 04-07-2025, 14e zondag door het jaar C, Jannie Ligthart

Overweging in de tehuizen Zuyder Waard en Hugo Waard op vrijdag 04-07-2025, 14e zondag door het jaar C, Jannie Ligthart

Openingswoord

Beste medegelovigen, welkom in deze Woord- en Communieviering op de 14e zondag door het jaar. Na Pasen, Jezus’ Hemelvaart, Pinksteren en het vieren van Sacramentsdag, zijn we weer aangekomen bij de “gewone” vieringen in het jaar. Door het meebeleven, het meevieren van de afgelopen feesten en hoogtijdagen, hebben we ons geloof kunnen verdiepen. Door de lezingen, in de tijd waarin we nu zitten tot Christus Koning, krijgen we handvaten om ons geloof, handen en voeten te geven. Het zijn weer mooie lezingen.

In de eerste lezing, spoort de apostel Paulus ons, in de brief aan de Galaten, aan om de kruisdood van de Heer te roemen. Hij bedoelt daarmee, dat we ons bewust moeten zijn van Gods Liefde, in het sterven en de verrijzenis van Jezus Christus.

In Evangelielezing worden wij op weg gestuurd om, in vrede, voor ons geloof in de Blijde Boodschap uit te komen en het verder te vertellen.

We zijn ons bewust van ons tekortschieten in ons doen en laten, ondanks dat we elke dag proberen het goede te doen. We erkennen onze tekorten en keren ons tot God, door samen de schuldbelijdenis te bidden, om de heilige Communie waardig te kunnen ontvangen.

Overweging

Lieve medemens, Jezus zegt vandaag in het Evangelie: “De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig.” Jezus is zelf de Heer van de oogst, die een tekort aan werknemers heeft om te oogsten. En zoals Jezus in een ander Evangelie, zijn leerlingen tot vissers van mensen maakte, zo geldt deze oproep, toen en nu, aan iedere christen, om aan iedereen die je ontmoet, “de Blijde boodschap” bekend te maken. Met “de oogst” worden alle mensen bedoeld, die het goede willen doen, en die op zoek zijn naar de zin van het leven. Het zijn die mensen, die Jezus wel onbewust in hun hart hebben, maar Hem door omstandigheden niet goed hebben leren kennen. De drempel om naar de vieringen, de catechese te gaan blijkt vaak te hoog te zijn.

Jezus spreekt over tweeënzeventig leerlingen, en roept hen in tweetallen op, om op weg te gaan, naar alle steden en plaatsen, waarheen Hijzelf van plan was te gaan. Hij had het charisma om deze leerlingen te raken, om hen te boeien, en geestdriftig te maken, om het Rijk Gods, dat nabij is, bekend te maken. Dat het Rijk Gods nabij is, er soms zelfs al even is, beseffen we vaak niet. Het Rijk Gods is nu ook hier in deze viering, waarin we bij elkaar zijn in harmonie, liefde en vrede, verbonden met God. Het zijn die momenten waarop we leven zoals Jezus het ons heeft voorgedaan. Ook vandaag begrijpen veel leerlingen van Jezus, dat ze moeten doorgaan om te getuigen van de Blijde Boodschap.

Jezus heeft deze opdracht aan de Kerk gegeven, aan ons, aan u en mij, aan gewijden en leken, wijzelf moeten verder gaan met zijn werk. Jezus zendt zijn leerlingen uit. Zoals toen, zendt Hij ook ons de wereld in.

We lezen ook, dat Jezus er haast achter zet. Dat haal ik uit de zin waarin Hij zegt: “groet niemand onderweg”. Dit lijkt wat onvriendelijk, maar in die tijd duurde dat groeten wel een half uur. Daar ging te veel tijd mee verloren. Het was niet alleen, je hand omhoog en dag zeggen.

Er is haast geboden. De oogst is groot en staat gereed op het veld. Maar er zijn te weinig arbeiders. En wat gebeurt er als de oogst te lang op het veld staat: Het verrot of verdroogd, het schiet door en het is waardeloos geworden. Als je het juiste moment van oogsten voorbij laat gaan, dan is het nutteloos geworden.

En ook al is de oogst groot, toch zul je mensen tegenkomen, die niet willen horen, er geen tijd voor willen nemen om te luisteren. Die hebben hun leven, dat vaak ook wel heel voorspoedig gaat, wel op de rit. Zij hebben hun leven zonder God ingericht, en zijn gefocust op het materialisme van kort/vergankelijk geluk. Ze hebben zich afgekeerd van de boodschap, staat er verderop in het Evangelie. Verspil daar je tijd niet aan waarschuwt Jezus. Schudt het stof van je voeten en verlaat zulke huizen en dorpen. De mensen moeten het zelf maar weten. Haast je naar hen, die wel willen luisteren, verdoe je tijd niet, want Jezus zegt: “De oogst is groot”.

Steeds weer zijn er mensen, die worden geroepen en zich laten roepen om uitgezonden te worden, om brengers van hoop te worden, om hun steentje bij te dragen, om de boodschap van het Evangelie door te geven. En dit doorgeven kunnen wij ook, door Jezus’ liefde in ons, zichtbaar te maken, in ons doen en laten zien. Het gaat erom, dat men aangeraakt wordt door de liefde van God. De tijd is rijp. Er moet geoogst worden.

De oogst is groot, ook al twijfelen we vaak of die wel rijp is, in onze eigen leefomgeving, in onze familie, bij onze kinderen. Toch roept Jezus ieder van ons op om te gaan oogsten, overal waar we komen. En omdat we Hem vertrouwen als onze leidsman in ons leven gaan we op weg. We gaan op weg, en we proberen ons zo weinig mogelijk te laten afleiden, door de wereld, door geld, bezit, egoïsme, beproeving, zorgen over wat er in de wereld gebeurt.

Als christen hebben we allemaal als ultieme doel in ons leven: “te zijn in Gods hemels Koninkrijk”. Dat doel, het zijn in de uiteindelijke hemelse Vrede, willen we toch graag delen met alle mensen. En dat Gods Koninkrijk nabij is moet dus aan iedereen, die wil luisteren, doorgegeven worden.

Daar beginnen we mee, door te proberen met vrede in ons hart te leven naar anderen, naar God. Dan pas dragen wij bij aan de boodschap: “Vindt rust en vrede op de weg, die Hij ons wijst”. Amen.