Overweging in de tehuizen op vrijdag 09-05-2025, vierde zondag van Pasen, jaar C, Jannie Ligthart

Overweging in de tehuizen op vrijdag 09-05-2025, vierde zondag van Pasen, jaar C, Jannie Ligthart

Openingswoord

Beste medegelovigen, welkom in deze Woord- en Communieviering op al weer de 4e zondag van Pasen. Het is dit weekend Roepingenzondag, de jaarlijkse gebedsdag voor roepingen tot het priesterschap, het permanent diaconaat en het religieuze leven. En dit weekend zijn we ook dankbaar voor de nieuwe paus Leo XIV, die via het gehoorgeven aan zijn priesterroeping afgelopen donderdag, door de kardinalen tot paus is gekozen. De zorg om voldoende herders in de toekomst is een gezamenlijke en blijvende verantwoordelijkheid van ons allemaal.

De vraag “wat vraagt God van jou”? staat dit jaar centraal. Het is een oproep aan ieder mens om tijd en ruimte te vinden voor stilte en gebed, te luisteren naar de stem van God en op het spoor te komen van wat Hij vraagt. Als gelovigen weten we dat God ons daarbij altijd mensen op onze weg stuurt om ons te helpen onderscheiden. Wij kunnen de vraag naar roepingen ondersteunen door ons gebed.

Herder zijn is Jezus leven, is Zijn roeping. Jezus is Herder namens God, door God aangesteld. Door de wil van de Vader te doen, is Jezus onze Herder, ons voorbeeld, degene die wij vol vertrouwen willen volgen, bij wie wij willen horen. We bidden in deze viering, dat ons vertrouwen, door de Woorden die God in de H. Schrift tot ons spreekt, standvastig mag zijn.

Voor de keren dat we zwak en niet standvastig waren, en we de wijsheid van het Woord van God niet om konden zetten in onze daden, willen we aan God en elkaar erkennen en belijden, om de H. Communie waardig te kunnen ontvangen. We bidden samen de schuldbelijdenis.

Overweging

Dierbare medegelovigen, lieve medemens, de lezingen van dit weekend sluiten prachtig bij elkaar aan.

In de eerste lezing, door Lucas geschreven ná Jezus verrijzenis, zijn Paulus en Barnabas onderweg om hiervan te getuigen. Het was hun roeping de Blijde Boodschap van Jezus door te geven, te verspreiden. Veel mensen kwamen naar hen toe om naar hen te luisteren, maar bij de Joden wekte deze grote aandacht, zoals we ook in de lezingen van de afgelopen weken hoorden, steeds weer afgunst.

Paulus en Barnabas waren naar Antiochië vertrokken om daar over God, het leven van Jezus, te spreken. Maar toen de joden de uiteenzettingen van Paulus met beschimpingen beantwoorden, gingen ze uit Antiochië weg, ze schudden het stof van hun voeten en trokken verder het land in. Ze lieten zich niet van hun stuk brengen. Er was nog genoeg te doen. De heidenen luisterden wel met aandacht naar, wat Paulus en Barnabas over het leven, lijden, sterven en de verrijzenis van Jezus Christus te vertellen hadden. Zij waren verheugd dat ook zij, als ze zich bekeerden, ook uitverkoren waren tot het eeuwig leven.

De joden wilden niet luisteren, maar Paulus en Barnabas dwongen hen niet.

Ze deden zoals God ook met ons doet. God dwingt ons niet om naar zijn Woord te luisteren. God geeft ons twee mogelijkheden: niet naar Hem luisteren en niet geloven en daardoor verloren lopen of gelovig luisteren naar zijn stem, zijn Woord in daden proberen om te zetten, en zo het eeuwig leven bij Hem ontvangen. Het is onze keuze.

De goede Herder die Jezus is, is geen goedige herder die alles maar goed vindt. Hij stelt ons voor een keuze, die we met onze vrije wil kunnen maken. Zelf is Hij de inzet van die keuze.

In het evangelie van vandaag luisteren wij, de volgelingen van Jezus, naar Zijn stem. Beseffen we eigenlijk wel steeds dat Hij ons bij naam kent? Jezus kent ons door en door. God is onze Schepper. Jezus, kent ons, heeft ons leven gewild en heeft zijn leven voor ons gegeven, opdat wij eens bij Hem kunnen zijn in het eeuwig leven, na ons aardse leven.

Is dat niet fantastisch? Het geeft aan dat Zijn liefde voor ons onmetelijk groot en waarachtig is. Het geliefd zijn door Jezus is voor ons een onontbeerlijk gegeven. Niet met menselijke liefdeskracht houdt Jezus van ons, maar met goddelijke. Jezus is God en mens. Daarom is het leven dat Hij geeft, voor ons het eeuwig leven, in Gods Koninkrijk.

Jezus zegt ook: “Ik en de Vader, Wij zijn één”.

Het leven dat Jezus geeft, de liefde die Hij schenkt, heeft Hij gemeen met de Vader. In de stem van Jezus horen wij de stem van de Vader.

In Jezus herderlijke zorg voor ons kunnen we God ervaren, door te luisteren naar zijn stem. In het Evangelie lazen we: “In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze en ze volgen mij.” In het in de stilte luisteren naar God, kunnen we ons aan Jezus toevertrouwen en weten we ons geborgen in Gods hand. Zo kunnen we positief reageren op wat God van ons vraagt in het leven.

Jezus, had zich volledig aan zijn Vader toevertrouwd, was één met Hem, en wist daardoor wat de Vader van Hem wilde.

In dit toevertrouwen wilde Hij vaak met zijn Vader alleen zijn. We lezen op meerdere plaatsen in het evangelie dat Jezus zich terugtrok: naar de overkant van het meer, in het gebergte, geheel alleen. Hij trok zich terug, om alleen te zijn met zijn hemelse Vader.

Het is goed om Jezus hierin te volgen. Het is een uitnodiging om met Hem in gebed te blijven. Met Hem en door Hem kunnen we het leven aan zoals het op ons afkomt, kunnen we onze taken doen en onze medemens ontmoeten. Tijdens deze taken en ontmoetingen kunnen we zoals de apostel Paulus en Barnabas, in woord en daad getuigen van Jezus Christus. Ook wij zullen onze neus stoten, en soms ook raar worden aangekeken. Het volgeling van Jezus Christus zijn, is in onze hedendaagse maatschappij niet meer gewoon, maar niet minder belangrijk. Maar denkend aan Jezus’ liefde voor ons, moeten we doorgaan en schudden we het stof van onze voeten, en gaan we ervoor.

God heeft ons nodig, de wereld, de mensheid heeft God nodig. Amen.